Striptekenaar prototype van getormenteerd kunstenaar
De inmiddels zeventigjarige triptekenaar Dick Matena is
bekend van zijn verstripping van literaire werken als De avonden, Kort Amerikaans
en Het dwaallicht, maar vindt dat
zijn vak ondergewaardeerd wordt. Daarover bromt hij tegen Hans Polak die een
tijdje met hem meeloopt en aanschuift als Dick op een terras zit met vrienden
of een bezoek brengt aan een uitgever of opdrachtgever. Het hartinfarct waarvan
hij herstellende is, zit nog altijd in zijn lijf en dat maakt zijn leven niet
gemakkelijk, ondervindt ook zijn vrouw Nelleke. Het beeld van Matena komt
daardoor overeen met dat van een getormenteerde kunstenaar.
Polak filmt de werkkamer van Matena, die wat later
binnenkomt en zich aan zijn bureau zet. Hij vertelt dat hij vriendelijk kan
zijn, maar ook heel onvriendelijk
.
Hij fulmineert tegen de elite in de Amsterdamse grachtengordel die naar de
opera gaat om haar culturele gezicht te tonen en overdag het werk van hem
beoordeelt. Tijdens het Gala van het stripboek neemt Matena een oorkonde in
ontvangst, helaas zonder geldbedrag terwijl hij en Nelleke dat zo hard nodig
hebben na zijn ziekteperiode waarin al het werk bleef liggen. Het literaire
werk is leuk, zegt hij, maar er is geen droge boterham mee te verdienen.
Samen met Adri van der Heijden loopt hij door de
tentoonstelling van zijn werk. Een strip zegt meer dan duizend woorden, luidt
een van de slogans, waarmee Van der Heijden het niet eens zo oneens is. Matena
vertelt dat hij werd grootgebracht in de Toonder studio’s, waar hij aan Donald
Duck werkte. Op latere leeftijd vroeg Toonder hem om de Bommel strip te maken. Dat
inspireerde hem om De avonden te gaan
verstrippen. We zien mooie beelden waarin Reve de drukproeven bekijkt, ook zit
hij met Karina Wolkers om de tafel om zijn schetsen voor Turks fruit te tonen. Matena vertelt haar dat men niet erg in is
voor erecties, ook vroeger niet. Karina denkt dat haar man de billen van de
vrouw uit het verhaal nog wat dikker zou hebben gewild. Later in een gesprek
met de uitgever, heeft Matena de billen toch niet aangepast, omdat hij dat niet
zo nodig vond.
Vanaf zijn zestigste is Matena een droogstaande alcoholist.
Hij ging toen beginnen aan De avonden en
vond dat zijn werk daaraan niet samen ging met alcohol. Hij heeft wel altijd
een klein flesje whisky bij zich om de geur van alcohol op te snuiven. Hij
ontdekte dat zijn agressie geen verband hield met zijn alcoholgebruik. Men
vindt hem over het algemeen niet aardig en dat leidt nog wel eens tot botsingen,
in ieder geval vroeger. Hij heeft ook de nodige ervaringen met de dood achter
de rug, ontsnapte er in zijn jeugd een paar keer aan en werd op vijftienjarige
leeftijd zwaar geconfronteerd met de dood van zijn zesjarige zusje die in zijn
kamertje werd opgebaard. Onbewust hebben die ervaringen hem gevormd, zegt hij.
’s Nachts heeft hij last van angstaanvallen. Hij meent dat een kunstenaar ook
niet gelukkig moet zijn, want dan komt er niets uit zijn handen.
Zijn vrouw Nelleke Boorder vertelt over haar reanimatie na
diens hartinfarct. Ze had dat afgekeken van een televisieserie. Zelf is ze, om geld
op de plank te krijgen, bezig met het schrijven van kinderboeken. Die worden
geïllustreerd door Dick, maar de samenwerking verloopt niet zo gemakkelijk. Ze
zegt dat Dick, die vraagtekens zet bij zijn eigen werk, zichzelf onderschat en
dat hij een te laag zelfbeeld heeft. Dick zelf zegt dat hij zichzelf niet
miskend voelt, maar dat het vak miskend wordt. Strips werden altijd als iets
minderwaardigs beschouwd in de literaire wereld. Hij ziet zichzelf eerder als
een ambachtsman dan als een kunstenaar, zegt hij als ze samen in het Stedelijk Museum rondlopen (zie foto).
Hij praat op een terras met Jan Siebelink, die ook niet in
zijn beste periode zit. Dick zegt voor de grap dat hij het schrijven nog wel
zittend kan afdoen. Wat hemzelf betreft levert alleen merchandising nog wat op.
Hij heeft geen zin om net als een collega in boekhandel Donner te signeren en
deelt buiten handtekeningen uit. Een striptekenaar moet volgens hem niet al te
artistiekerig zijn. Hij dreef mee met de Nouvelle Vague en kwam met eigen werk
als Mythe en De Prediker, maar een meisje van dertien als personificatie van het
kwaad werd te heftig gevonden. Hij zegt dat hij achter slot en grendel zou
zitten als hij niet de uitlaadklep van het tekenen had. Ondanks zijn boosheid
heeft hij toch een mooi leven gehad.
Hier
mijn verslag van de uitzending van VPRO Boeken waarin Wim Hazeu over zijn
biografie van Toonder praat en daarbij ook Dick Matena noemt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten