Portret van de Stephen Hawking van de funk
In the groove we trust
vertelt, zoals de ondertitel A Joe Bowie
Experience al aangeeft, het verhaal van Joseph (ofwel Joe) Bowie (St.
Louis, 1953), trombonist, zanger en oprichter van de funkband Defunkt, die vanaf
1980 furore maakte door de vernieuwende manier van improviserend musiceren,
maar door de drugsverslaving van Bowie en de commercieel moeilijk uit te buiten
nummers niet doordrong tot de hitlijsten. Ze stonden in het voorprogramma van
The Clash en de Talking Heads en de Red Chili Hot Peppers rekenden hen tot hun
favorieten.
Robin van Erven Dorens en zijn Nederlandse crew filmen Bowie
terwijl hij rondzwemt in een koraalrif, dat rond St. Croix op de
Maagdeneilanden ligt. Onderwijl vertelt Bowie over zijn gevoel voor de groove,
die hem in het bloed zit. Funk is de kracht van de expressie daarvan.
In de documentaire geven, tussen concerten in Duitsland,
Nederland en de Verenigde Staten door, ook andere bandleden en oude vrienden
van Bowie hun mening over hun muziek. Defunkt is niet in een hokje te stoppen
is en daardoor moeilijk te vermarkten. Het staat voor de drang om terug te
keren naar het onvoorspelbare. Daartoe gooide Bowie alle geldende muziekregels
over boord. Bassiste Kim Clarke speelt vaak een vraag en antwoord spel met de
anderen, maar kan ook een basis leggen waar de anderen op voort kunnen
borduren. Jazz houdt in dat men kan dollen, maar wel serieus en met als
uitkomst een gelukkig gevoel. De trompettist voelt de kleuren van de muziek en
zegt dat men daarbij niet moet nadenken, maar wel goed luisteren naar de
anderen.
Bowie is een zenuwpees. Hij staat tijdens een tournee altijd
als eerste buiten bij het busje dat de instrumenten vervoert. Zijn dochter
vertelt over zijn gekmakende zin voor orde. In de jaren tachtig raakte Bowie,
zonder dat zijn dochter daarvan wist, aan de harddrugs. Door het euforische gevoek
ging zijn creativiteit met sprongen vooruit. Hij vergelijkt het met het surfen
door het heelal als een natuurlijke groover. Vandaar wellicht de verwijzing naar Stephen Hawking. Dat kon natuurlijk niet goed gaan.
Hij stal uit hun huis en werd door zijn broer Byron en zijn dochter gevonden in
een auto. Om van zijn heroine verslaving stuurde Byron hem naar St. Croix op de
Maagdeneilanden, waar hij een gids was voor alleengaande dames. Daar ontmoette
hij Lynn, die hem op het spoor zette van het boeddhisme. Hoewel Bowie absoluut
niet het type van een monnik is, bood het stil zijn hem wel een uitweg uit zijn
problemen.
Sinds 2003 woont hij in Gorinchem. Hier wordt hij behandeld
vanwege een knieprobleem dat hij al sinds zijn zeventiende heeft, toen hij in
de vroege ochtend oververmoeid met zijn auto op een tunneltje knalde. Hij lag
in coma, kreeg twee jaar een pin in zijn been en zou nooit meer kunnen lopen,
maar werd toch weer opgelapt. Al zijn gedans op het podium heeft zijn knie geen
goed gedaan, al houdt hij van de tournees omdat hij dan geen pijn heeft, op het
podium tenminste niet.
Bowie wordt ook gefilmd bij het huisje in St. Louis,
Missouri waar hij vroeger woonde. Dat werd gebouwd op de plaats van de
blokhutten waar de negerslaven vroeger woonden. Men werd vernoemd naar de
eigenaar zijn familie dus naar Bowie. Hij ging naar een zwarte school in een
tijd van rassenscheiding, maar bezocht na de integratie vanaf 1964 een
bijzondere school in een blanke wijk. Hoewel hij zich daar letterlijk in moest
vechten en een vork bij zich had als wapen, leverde het wel vriendschappen op.
Bowie laat de graven op het grasveld zien waar zijn ouders en zijn broer Lester
liggen. Zelf wil hij liever verbrand. Hij vertelt dat hij ook graag naar
Vietnam had gewild, net als zijn vrienden en dat hij een goed soldaat geweest
zou zijn in de zin van een vechtersbaas.
In zijn vrije tijd werkt Bowie ook graag in de tuin, want
dat levert hem orde op en bevordert zijn geduld. Het vergemakkelijkt de
overgang naar de modder waarnaar hij weer zal terugkeren, zegt Bowie met een
onthechtende lach.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten