Familiegeschiedenis in een los jasje
In de winter van 1945 vluchtten veertien miljoen Duitsers uit
Oost Pruisen voor de Sovjet troepen die in aantocht waren, waaronder de toen vierjarige
Rita (op de foto links), die later de moeder van Britta Hosman (rechts) werd. Hosman volgt niet alleen de verdere
weg die haar moeder ging maar zoekt ook naar de ziel van Europa in het sterk
veranderende en veranderlijke Duitsland. De heen en weer schakeling tussen
heden en verleden, de interviews met de moeder, de gesprekken met de tolk etc.,
doen af en toe nogal verwarrend en chaotisch aan. De onbezonnen, meisjesachtige
manier waarop Britta door het verleden banjert, maakt er enigszins een farce
van.
Aflevering 1: verloren
land
De familie van moeder Rita komt uit de buurt van Königsberg,
het huidige Kaliningrad dat een Russische enclave vormt tussen Litouwen en
Polen. Vroeger was Königsberg een Hanzestad in Oost Pruisen, de graanschuur van
Duitsland. De omgeving was vruchtbaar er heerste lange tijd tevredenheid, tot
ze het geluid van bommen hoorden. Oost Pruisen bleef echter gespaard, maar aan
het eind van de oorlog verliet men toch, ondanks een verbod van de Gestapo, in
allerijl het gebied. Een Russisch gezin dat daar op 2 mei 1945 aankwam vertelt
dat iedereen er op de vlucht was geslagen. Ze kregen later nog bezoek van de
oorspronkelijke bewoners, maar ze waren niet bang dat ze uit hun huis gezet
werden. Britta vertelt dat Duitsers sowieso aan de verkeerde kant stonden, hoe
men het wendde of keerde. Hun verdriet is gemengd met schuld.
Het oude landhuis Kringitten is na een bombardement van de
aardbodem verdwenen. De opa van Britta ging in 1944 naar het front. Zijn zus
nam het beheer van het landgoed over. Een jaar later vluchtte ze. Op het
terrein bivakkeren een Russsiche vader en een zoon die daar willen gaan wonen
omdat er sporen van een oude beschaving te vinden zijn. Ze vinden serviesgoed
van de familie, stukgeslagen door zijn woedende landgenoten. De vader laat een
ander landgoed zien dat nog wel intact is. Een deel van het interieur is naar
Rusland vervoerd.
Een vrouw die in 1954 hier heen kwam, vertelt over foto’ s
van vrouwen die ergens aan een deur hingen. Het ging om Duitse vrouwen die in
een bordeel aan het werk waren gesteld en pas later mochten vertrekken.
Aflevering 2: de
vlucht
Op 26 januari 1945 vluchtte de familie over het bevroren
water van Cranz (het huidige Zelenograd) naar Danzig (het huidige Gdansk). Een
tante bleef achter, maar een Poolse gevangene ging mee over de bevroren, maar
weinig betrouwbare zee. Rita zegt dat haar moeder de hele dag een pistool droeg
om haar kinderen en zichzelf te doden als ze overweldigd mochten worden door de
Sovjets. Die verkrachtten en roofden, gesanctioneerd van hogerhand, in Oost
Pruisen dat het een lust was en dat kan ongetwijfeld letterlijk worden opgevat.
De familie wachtte buiten in de haven met een temperatuur
van min twintig graden Celsius op de schepen die hen mee zouden nemen. Ze hadden
het geluk dat ze niet op de Gustloff terecht kwamen want die verging net als
andere schepen met man en muis op de Oostzee. Britta spreekt erover met Russen
die niet rouwig zijn over de geslaagde acties, ook al bevonden zich onschuldige
vrouwen en kinderen op de schepen, want de Duitsers waren nu eenmaal hun
vijanden. In 2003 kreeg militair Marinesko nog een standbeeld vanwege zijn
heldendaad.
Britta spreekt de Pool Pavel die in 1935 in Danzig in een
huis trok van gevluchte Duitsers. Zelf was hij verjaagd uit Vilnius. In de
kelder vond hij boeken en een aandenken van de nazi’s. Tolk Sascha waardeert
het dat men het verleden probeert te verwerken en houdt zijn hart vast voor
Rusland waar dat niet gebeurt. Net als de nazi’s zijn de Russen goed in
propaganda. Door zand te strooien weet niemand meer wat er nou precies waar is.
Britta vraagt zich af of de twee Poolse arbeiders Leo en
Jozef, die niet met de familie meekonden, nog leven. Ze spreekt een man die hen
gekend heeft en met hen geschaakt heeft. Hij vertelt dat ze nooit over de
Duitse tijd meer spraken. Er woont nog wel een nicht die vertelt dat haar
moeder geen prettige herinneringen aan de bevrijding koesterde, maar die wil
verder niet voor de camera. Aan het eind van de oorlog, zegt Brita, was niemand
meer veilig voor de Sovjets, die iedereen in kampen stopten.
Aflevering 3:
klassenvijand
Na afloop van de oorlog zochten de mensen in Duitsland
onderdak, net de huidige vluchtelingen uit Syrië. Rita kwam met haar familie in
het Oostduitse Jessen terecht. Ze kon het verlies van haar geboortegrond wel
accepteren, zegt ze en toont zich daarmee een stuk minder sentimenteel dan haar
dochter. In de streek werd afgerekend door het Sovjet leger. Haar vader
ontsnapte aan gevangenschap en deportatie naar Siberië. De DDR oogde eerst
lieflijk maar liet al gauw zijn tanden zien. Haar vader zag niets in de nieuwe
staat en daarom mocht Rita geen pionier bij de jeugdbeweging worden.
Omdat de stof niet toereikend is voor een hele uitzending
maakt Britta een uitstapje naar mevrouw Vicky, die vermogende ouders had,
wegvluchtte uit de DDR maar daar later weer terug kwam en, met de koffiekan in
de hand, haar verhaal vertelt. Ze werden als klassenvijanden gezien, zegt ze, hetgeen
Britta doet denken aan de acties van aanhangers van Pegida die zich ook
bedreigd voelen door de vluchtelingenstroom. Een hoteleigenaar vertelt haar dat
hij zijn Stasi dossier niet wil inzien om niet op hem onwelgevallige feiten
gedrukt te worden. De Oost-Duitse zwijgzaamheid verklaart hij uit de lange
periode van dictatuur.
In 1951 vluchtte de familie van Britta uit de DDR. Haar moeder
mocht daarover niets zeggen, ook niet tegen haar vriendinnetje Renata, die nu
in Prettin woont en die voorzichtig is geworden, gelijk ze opgevoed is.
Aflevering 4: een
nieuw huis
Hosman gaat terug naar het vroegere Königsberg waar de
Russen op 9 mei 2015 de Dag van de overwinning op het fascisme vieren. Een rijk
gedecoreerde militair bagatelliseert het leed dat zijn leger in het Duitse
landsdeel aanrichtte. Men kon goed met de Duitsers overweg en excessen werden
aangepakt, zegt hij. Hosman denkt dat de werkelijkheid van de vele
verkrachtingen, de vele doden en de deportaties van de rest te pijnlijk voor
hem moeten zijn.
Ze neemt meteen een kijkje op het voormalig landgoed van
haar familie, waar de Russische vader en zoon een nieuw bestaan opbouwen.
Hosman vraagt hen over de plaatsing van kernraketten in de buurt en over de propaganda
oorlog die Poetin voert. De oudere man zegt over het eerste dat de bevolking in
slaap gesust is en de jongere zegt over het laatste dat de geschiedenis door de
overwinnaars wordt geschreven en dat de misdaden begaan onder het communisme
niet onder tafel geveegd zouden moeten mogen worden (het lijkt wel Duits, rs).
De familie Hosman raakte over heel Duitsland verspreid. Rita
werd ondergebracht bij kleinbehuisde tantes in West Duitsland, maar kon dat
niet aan en ontwikkelde een eetstoornis. In 1954 werd de familie verenigd toen
vluchtelingen uit het Oosten huizen aangeboden kregen. Britta herinnert zich de
plaats als een paradijs op aarde. Een oom van haar bouwde later zelf een huis
in die buurt, waar ook wel het nodige geleden werd, want niet alleen de Russen
maar ook de geallieerden verkrachtten. De oude Konrad die ooit verliefd was op
Rita, vertelt over zijn leven dat een stempel kreeg in het interneringskamp in
Denemarken. Oude vluchtelingen in verzorgingstehuizen willen zich soms niet
laten wassen omdat ze de intimiteit daarvan niet aankunnen.
Aflevering 5:
vliegenier Traute
Hosman verdiept zich in het verleden van de peettante van
haar moeder. Deze knappe Traute was sportvliegenier en ging voor de Luftwaffe
werken nadat Hitler de macht in Duitsland had overgenomen. Rond haar persoon
leven veel raadsels die Hosman, ook na consultatie van anderen die over haar
schreven of haar kenden, niet kan oplossen.
Na negen jaar krijgsgevangenschap in Rusland keerde de,
vanwege haar huwelijk met baron Helmer, tot barones geslagen Traute terug naar
Berlijn. Ze opende daar een bloemenzaak als dekmantel voor haar activiteit als
informante van de Amerikanen, want een barones heeft een netwerk en een spionne
blijft een spionne. Britta belt aan bij het huis waar haar tante het laatst
gewoond heeft en praat met een jonge moeder die haar verwijst naar de huisbazin
die net enkele dagen de stad uitgaat.
In de tussentijd spreekt Britta een Rus uit Minsk die, naar
aanleiding van archiefmateriaal dat inmiddels niet meer voorhanden is, een boek
over Traute geschreven heeft, een Duitse onderzoekster van vrouwen die voor de
Luftwaffe werkten maar die de naam Traute nooit is tegengekomen misschien ook
omdat documenten verdwenen zijn en een medegevangene die ook piloot was, door
Hitler bedrogen werd en met de nodige harddrugs het vliegtuig in gejaagd werd
om te bombarderen. Tenslotte komt ze weer bij de huisbazin uit die vertelt over
de eenzame dood van de aan morfine verslaafde vrouw, die ze als een fantaste
typeert, maar ook het rookgordijn niet weet weg te trekken.
Aflevering 6: Wir schaffen
das
Opnieuw is Britta in Kaliningrad, weer bij de Russen die op
het landgoed van haar familie een oude Russische kolchoze ontdekten. Het vormt
zowel het startpunt als het eindpunt van de zoektocht die Hosman ondernam naar
de plaats die bij haar moeder in het geheugen gegrift zit, ook al heeft ze daar
maar vier jaar van haar leven doorgebracht. Over de tijd in Nederland na haar
huwelijk in de jaren zestig horen we helaas niet veel. Zelfs Britta ontleent
daar haar identiteit aan de vesting Kringitten in Oost Pruisen of moeten we dat
met een korrel zout nemen? Ze heeft haar twijfels bij de vraag of haar familie
wel met de Duitse schuld geassocieerd mag worden en wordt daarin bevestigd door
haar stiefvader Arthur die aan het woord komt over zijn joodse verleden en zijn
omgang met een lieve Duitse, die nooit enig kwaad gedaan heeft. Daarentegen
twijfelt Britta aan de uitspraak van de voormalige Duitse president Richard von
Weizsäcker dat collectieve schuld niet zou bestaan. Ze gaat naar de Wannsee,
waar tijdens een conferentie van de nazi’s in 1942 tot de vernietiging van de
joden besloten werd.
Dit onzalige besluit verklaart wellicht de grote bereidheid
in het hedendaagse Duitsland om vluchtelingen op te vangen, al is de rek er,
door de enorme toevloed, uit en neemt de druk op de bevolking toe, zoals in het
sinds 1945 bestaande opvangkamp Feldland te beluisteren is. Vanmorgen las ik in
de krant dat de miljoenste vluchteling geteld is. Het is te hopen dat men het
in Duitsland met elkaar uithoudt en dat er snel een politieke oplossing komt.
Verwijzingen naar oorlog brengen Britta tot de slotopmerking dat haar familie
daar nooit mee bezig was. Dit wordt ondersteund door de laatste beelden, waarmee
de al lang flakkerende kaars van de familiegeschiedenis gedoofd wordt en de
kijker zich afvraagt of de serie onder eindredactie van Frank Wiering niet
strakker in het pak gestoken had kunnen worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten