Knappe konijntjes kiezen voor zichzelf
Hugh Hefner, eigenaar van het mannenblad Playboy, wilde eind
jaren vijftig een club openen, waarin de fantasieën uit het blad werkelijkheid
zouden worden. Hij zette een advertentie waarin hij jonge, frisse en
onbekommerde vrouwen opriep voor de rol van gastvrouw, ook wel bunnies genoemd
omdat ze hun werk in een konijnenpakje uitoefenden. The Chicago Playboy Club
was de eerste club die opende op 29 februari 1960. De clubs sloten haar deuren in
de jaren tachtig toen de tijdgeest een heel andere manier van samenkomen
dicteerde.
The Chicago Playboy Club had verschillende etages met een
eigen sfeer. Door naambordjes kreeg men een vast en trouw publiek. De vrouwen
die zich aanmelden als bunny zagen het als een manier om in korte tijd veel
geld te verdienen, iets wat op een andere manier nauwelijks mogelijk was. De
bunnies zochten vaak onafhankelijkheid en sliepen in een herenhuis met alle
luxe waaronder een binnenzwembad. Helen Hite uit South Carolina had niet lang
daarvoor haar ouders verloren en was toegetreden in een nonnenklooster maar
vond de overstap naar de bunnies niet groot. Net als in het klooster was er een
moeder die voor hen zorgde en heerste er zusterschap onder de bunnies. De
kleedkamer was het hart van de club. De bunnies staken zich daar in het strakke
konijnenpak, dat gemaakt was om hun vormen beter te laten uitkomen. Het voor de
tijd smalle kruis zat niet lekker maar dat wende. De moeder zag erop toe dat de
meisjes hun eigenwaarde koesterden en hun verstand nooit verloren. Het hielp dat
de regels streng waren. De bunnies mochten in de club niet aangeraakt worden en
geen afspraken buiten de deur maken. Privédetectives hielden dat laatste scherp
in de gaten.
Om de kwaliteit hoog te houden werd er een bunnyschool
gestart door de broer van Hefner, die de bunnies leerde te acteren en altijd
vriendelijk te blijven, iets waar de meisjes later in hun leven van profiteerden.
Er was ook een handboek met duidelijke regels en patronen.
In de jaren zestig schoten de Playboy Clubs als
paddenstoelen uit de grond. In Londen werd een Playboy casino geopend in
aanwezigheid van The Beatles, Woody Allen en andere grootheden. Bunnies werden
ook ingezet voor liefdadigheidsacties maar voor de meisjes was het grote geld
dat voor andere doeleinden kon worden ingezet toch het voornaamste doel. Ze
waren niet blij met het artikel dat Gloria Steinem als undercover over de
bunnies publiceerde als zouden zij prostituees zijn. De meisjes hadden andere
ambities.
De zogenaamde bunny image was eerst nog ongedefinieerd. De
ideale bunny was het buurmeisjetype, maar later werden ze gewogen en bij teveel
gewicht weggestuurd. Doorstroming was een van de beleidspunten. Mannen waren
zeer geïnteresseerd in nieuwe knappe konijntjes. De ontslagaanzegging zonder
opzeggingstermijn kweekte echter kwaad bloed. De bunnies organiseerden zich in
een vakbond en kregen voor elkaar dat er contracten kwamen, die hen meer
vrijheden gaven. Die leidden weer tot grotere emotionele problemen en
drugsgebruik. Dieetpillen werden ingenomen met slaappillen, soms met teveel
tegelijk.
In de jaren zeventig was de avontuurlijke geest voorbij. De
Playboy Club raakte in verval, al bleven de casinoclubs het goed doen en werd de
bunny nieuw leven ingeblazen door de verkiezing van de bunny van het jaar. In
de jaren tachtig raakten de clubs hun vergunningen kwijt. Hefner realiseerde
zich dat zijn kindje zijn langste tijd gehad had. De bunnies richtten zich op
andere werkterreinen. Het geleerde kon vaak goed gebruikt worden en was de
basis voor succes in bedrijven, de modellen - en reclamewereld (Lauren Hutton),
in de advocatuur (Janis Rozelle), in het theater (Susan Sullivan) of als
schrijfster (Kathryn Leigh Scott schreef The
bunny years).
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten