Vijftigjarige Nederlander duikt in het leven van Nederlandse
meisjes met een Marokkaanse achtergrond
Een opmerkelijk bericht op AT5 in 2004 wekte de
belangstelling van Tommy Wieringa. Het ging over twee Nederlandse meisjes met
een Marokkaanse achtergrond die geprobeerd hadden een jongen in de kofferbak
van hun auto mee te nemen naar Nederland. Hij ging naar de rechtszaak, zag en
hoorde de meisjes Ilham en Thouraya
aan en schreef er een novelle over toen het stof was
neergedaald. Het kostte hem tijd om van het journalistieke weg te komen en de
weg van het romaneske in te slaan. In die tijd werd het overleven in een
dubbele cultuur steeds belangrijk voor zijn verhaal. De spagaat tussen het
moderne leven en de tradities van de ouders met hun religieuze ziekte had een
weerslag op de meisjes. Die zitten toch al meer dan jongens vast aan de eisen
van de oude cultuur.
Carolina Lo Galbo spreekt van een roadnovel over twee
meisjes die zich tot mensensmokkelaars ontpoppen.
Wieringa spreekt van een noodlotscarrousel waarin de meisjes
terechtkwamen nadat ze hun geld kwijt waren geraakt. Ze verbleven daardoor
langer in Marokko dan gepland en raakten ontvankelijk voor het idee om een
jongen in een Audi het land uit te smokkelen. Deze Murat stikte al tijdens de
overtocht vanuit Tanger. De reis werd ongewis. Op hun tocht door Spanje vroegen
ze zich af of daar nog de doodstraf bestond.
Lo Galbo gaat in op de taal waarin het drama treffend
omschreven wordt.
Wieringa vond het eerst niet zo gemakkelijk om als vijftigjarige
man vanuit Nederlandse meisjes met een Marokkaanse achtergrond te schrijven.
Hij liet zijn tekst daarom lezen aan een vriend die zelf een Marokkaanse
achtergrond heeft. Die wees hem op onvolkomenheden. Hij was niet waarschijnlijk
dat de meisjes bier dronken. Dat moesten wodkaatjes zijn. Wieringa vond het
niet vreemd dat de meisjes domme dingen deden. Dat deed hij zelf ook toen hij
jong was. Hij vertelt dat hij in Spanje wel eens een oude auto het ravijn
ingeduwd had omdat de sloper het wrak niet wilde hebben. Hij was zich niet
bewust dat hij daarmee in het droge binnenland een enorme bosbrand had kunnen
veroorzaken.
Lo Galbo begint over de motieven van jonge Marokkanen om
naar Europa te komen, namelijk om geld voor de familie te verdienen.
Wieringa zegt dat Marokko voor een belangrijk deel teert op
geld dat uit Nederland komt. Hij noemt het een tragedie is dat zovelen van hen
dood langs de snelweg in Spanje belanden.
Lo Galbo vraagt Wieringa, die eerder al over migranten
schreef in Dit zijn de namen (2012), naar
de achtergrond om zich met dit onderwerp bezig te houden.
Wieringa wil niet teveel van de eigen drijfveren weten en
geeft Lo Galbo de kans daarover zelf iets te zeggen. De laatste brengt zich
fascinatie in verband met het feit dat zijn vrouw mensenrechtenadvocate is en
dat hij zelf in zijn jeugd verbannen werd uit Aruba. Daarop zegt Wieringa dat
hij het koket vindt om te schermen met zijn persoonlijke achtergrond. Hij is
ook professioneel begaan met zijn onderwerp en vindt het een plicht om
compassie te hebben met migranten. Zij vormen een groot onderwerp in onze tijd
en brengen veel gevolgen teweeg. Grensgeschiedenissen interesseren hem, zoals
we zagen in zijn reisserie De grens
(2013), zijn reizen leverden boeiende ontmoetingen op, zoals te lezen is in
zijn vorige boek Honorair Kozak (2015).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten