Verbeelding legt het af tegen platvloerse weergave van de
werkelijkheid
Toneelgroep Echo, een initiatief van Lotte Dunselman en Anna
Schoen, werpt graag een absurde blik op het leven. In de vorige voorstelling Botten werd dit sterk verbeeld aan de
hand van een ontsporende theevisite van drie vriendinnen, in Burgerlijke schemering heeft een van de
vrouwen (Anna Schoen) een man binnengehaald waarover zij geheel kan beschikken.
De sadomasochistische sfeer die hierdoor ontstaat, trekt een wissel op de relatie
tussen de twee vriendinnen en maakt de tweede, gevoeliger vrouw (Lotte
Dunselman) onzekerder en kwetsbaarder, maar daarin schuilt ook weer kracht
om zich aan op te trekken. Helaas legt het lichtvoetige, intelligente
absurdisme van Botten het af tegen een meer platvloerse weergave van de werkelijkheid.
De opening is sterk met de twee vrouwen naast elkaar aan een
salontafeltje en daarnaast ook de man, gespeeld door Ian Bok. De eerste
vrouw vertelt de ander over de koop die ze gesloten heeft en wendt zich pas
later tot de man die als een leden pop in paardrijkleren naast haar zit en
aanvankelijk gedwee haar wensen vervult, maar daar steeds meer tegen in opstand
komt. De handdoek waarop de man zich in bochten moet wringen om een slaaphouding
te vinden, geeft zijn onderdanige positie goed weer. Het slaan met een lange
plastic buis die in het zwembad gebruikt wordt om mee te drijven, geeft sterk vorm
aan het geweld in de sadomasochistische relatie. De tweede
vrouw probeert met lieve woordjes de gevaren van de nieuwe situatie te
bezweren. Na een verhaal over haar implosie wenst ze het publiek en het lieve
kleine tafeltje welterusten.
De licht gewijzigde tekst van Jibbe Willems speelt zich af
in een ondefinieerbaar tijdsgewricht, waarin de acteurs het moeten doen zonder
namen, al wordt de man door een verkeerd verstaan van het woord tweedehands
Hans genoemd, een naam die vervolgens steeds weer wordt betwist. Het decor
straalt eenzelfde soort tijdloosheid uit. Een rond tapijt en een sansevieria
tegen de achtergrond van een witte muur en een lelijke stellingkast achter het glazen
salontafeltje dompelen de toeschouwer in een louche sfeer. De keurige kapsels
en kleding van de vrouwen hebben hetzelfde effect. De lichtere kleuren van de
tweede vrouw vormen een fraai contrast met de zwarte kleuren van de
daadkrachtige. De eerste noemt de tweede mevrouwtje woordenboek, getuige haar woordvondsten
over paarden- dan wel meisjesstaarten.
Alle tierelantijnen en taalregisters, die Willems in zijn
tekst verwerkt, kunnen niet verhinderen dat de spanning langzaam wegebt. Een
raadselachtig geritsel moet een nieuwe impuls geven. Het blijkt dat de
sansevieria luizen heeft. Die activeert de smetvrees bij de man en de tweede
vrouw, die elke vorm van leven als een bedreiging ziet, maar pas echt heftig wordt het daarna.
Net als in Botten is de mimiek van de vrouwen een
sterk element in de voorstelling, die helaas geen nieuwe impulsen krijgt van de
man. Interactie met de zaal had zijn fletse rol opgefleurd, zoals wel het geval
was met de vrouwen, die beiden af en toe de zaal betrokken als ze over hun nood
klaagden. In de regie van Bram Coopmans verliest de verbeelding het van grove
poep, pies en seks grappen die aan het Haarlemse publiek niet zo besteed waren.
Het goede nieuws is dat Echo volgend jaar weer met Ellen Goemans een tekst van
Erik Bindervoet brengt over onze doldwaze informatie maatschappij. Wordt
vervolgd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten