Aangrijpende schets van het leven waarin het individu niet
meer uitkomt met zijn verstand
De Vlaming David Nolens is vanaf zijn novelle Het kind (2005) een schrijver van ontregelende
miniaturen. Dat geldt ook voor zijn vijfde roman De waan van Cotard waarin hij een identificatiesyndroom beschrijft
waarbij men gelooft niet te bestaan of juist meent dood te zijn. Zo luidt
tenminste de omschrijving die hij aan Wikipedia ontleend heeft. De 37-jarige hoofdpersoon
Jean Morel heeft last van dit syndroom. Hij meent dat hij op zijn vijftiende
tijdens een wiskunde examen van school wegliep en in een roman terecht kwam,
maar hij is niet de enige die aan het bestaan twijfelt. Ook zijn vrouw Anna,
zijn vriend Jack en in nog sterkere mate Nassima, die bezig is met een
verandering van man in vrouw, staan onzeker op hun benen. De psychiatrische
aandoening, die Cotard meende ontdekt te hebben is daarom misschien meer een
algemeen menselijke eigenschap die samenhangt met de ontwikkeling van onze
soort. De onlangs overleden Poolse socioloog Zygmunt Bauman sprak van een
vloeibare identiteit om aan te geven dat het idee van een individu met
vaststaande karaktereigenschappen achterhaald is. Daarmee hangt een grotere
onzekerheid samen over het eigen ik die zich in het ongelukkigste geval tot een
waan kan manifesteren.
In zijn rol van echtgenoot kan Jean slechts een deel
manifesteren van een veel ruimer ik, dat moeilijk in een hokje te plaatsen is.
Omdat hij alleen opgewonden wordt van de vrouwvriendelijke pornofilm Skin,
richt zijn vrouw Anna richt haar verlangen naar een kind op digitale
surrogaten. Jeugdvriend Jack is als maatschappelijk werker begaan met mensen
die in de war zijn. Daarnaast verlangt hij naar meer liefde dan hij ervaart tijdens
massages die hij in zijn vrije tijd aan vrouwen geeft. Transgender Nassima, die
kort in de ontwenningskliniek wordt opgenomen waar Jack werkt, lijkt zozeer aan
zijn wensen te voldoen dat hij met de doodzieke gaat samenwonen. Ook zij
ontkomen niet aan ingefluisterde rollen als vader en oma die doorwerken in hun
relatie.
In zijn roman springt Nolens nogal soepel van de eerste tot de
derde persoon als het Jean Morel betreft. In dezelfde alinea kan hij wisselen
van een ik naar een hij en weer terug. ‘De
persoon van mezelf is niet van mezelf,’ zegt Jean cryptisch tegen een
psychiater die hem onderzoekt. Jean kijkt terug op een cruciale dag in zijn
puberteit dat hij van een wiskunde examen wegliep, vaste grond verloor en
introk bij de fictieve familie Fazant, waar hij het beter naar zijn zin had dan
thuis. Later verzint hij zijn twee jaar ouder zus Eline die op haar twaalfde
dood ging. De psychiater die vaker negatief commentaar op zijn leven geeft,
wijst hem erop dat hij zich tot de werkelijkheid dient te verhouden en keurt
daarom ook niet de klap af die zijn vader hem toediende terwijl hij naar het
psychodrama van zijn zus zat te kijken. In een schrijnend commentaar horen we
dat hij daarmee het kind openbrak tot niets.
De digitale wereld speelt een belangrijke rol in de omgang
van mensen met zichzelf elkaar. Anna probeert haar verlangen met een digitaal
placebo te stillen. Jean is het niet eens met een foto van hem met een rotte appel
die Anna op Facebook heeft gezet, want daarmee wordt hij geobjectiveerd en in
zijn mens-zijn aangetast. Hij heeft het gevoel dat hij door de foto gestolen
wordt. Hetzelfde geldt voor een latere foto van hem onder een laken, waarin hij
zich onzichtbaar voor de wereld wil houden. Voordat Anna de foto kan
verwijderen, is die al voorwerp van een Gesamtkunstwerk geworden. Jean verkeert
dan al diep in een crisis dat hij niet meer toerekeningsvatbaar is en alleen
via uitspraken uit een schriftje dat hij vroeger over zijn ervaringen bijhield,
tot ons spreekt. Anna nodigt Jack om een oordeel over Jean te vellen, maar Jack
is geen voorstander van diagnostiek en vindt het beter als Jean de psychose
waarin hij terechtgekomen is, zelf doorleeft. Jean is de wanhoop nabij en wil
hoe dan ook een oplossing voor zijn probleem. Anna is het zat met hem zoals
begrijpelijk is geworden, maar wreed is de toestand wel.
In ultrakorte hoofdstukken dient Nolens het complexe verhaal
aan ons op. Wat een beschouwelijke exercitie dreigde te worden, krijgt door de
gebeurtenissen waarin de vier hoofdpersonen verzeild raken toch een boeiend verhalend
karakter. Op het eind doemt ook nog de werkelijke dochter van Anna en Jean op.
Vanuit een verder perspectief kijkt deze onbezoedelde Hannah neer op de
verhoudingen rondom haar. Ze ziet dat de generatie voor haar last had van
groeistuipen om tot een breder bewustzijn te komen en neemt Nassima die op haar
derde overleed in haar hart mee. Nolens lijkt te zeggen dat het denken in vaste
patronen kan leiden tot ontwrichting van de persoonlijkheid en dat er een
cultuuromslag vereist is om het lichamelijk voelen meer nadruk te geven. In
ieder geval zien we dat dit proces met vallen en opstaan in zijn werk gaat.
Hier de
film Skin van Elin Magnusson.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten