Verlangen naar moederland zichtbaarder dan ooit in nieuwe
roman
De vorige maand uitgekomen, vierde roman Vrije Radicalen van Carolina Trujillo (1970)
gaat over Jaime Castro, die op zijn achttiende van Montevideo naar Nederland
kwam, een geslaagd Nederlandse verslaggever werd, maar een steeds bangere man
werd. Hij voelt zich het tegendeel van zijn moedige jeugdvriend Gaston en roept
diens hulp in als het leven te moeilijk wordt. Carolina Lo Gablo stelt haar
naamgenote een aantal goede vragen over het boek en de achtergrond daarvan.
Lo Galbo begint over het heimwee dat Castro naar zijn
vaderland heeft.
Trujillo vertelt dat zij er ook meer last van krijgt. Castro
heeft dat in haar losgemaakt. In haar werk benoemt ze de naam van haar
moederland Uruguay meer dan vroeger. Castro is niet een echte vluchteling als
haar moeder die het haar en haar zus naar Nederland kwam. Hij kwam bij zijn
grootmoeder wonen en in de loop van de tijd gaat het steeds slechter met hem.
Hij krijgt last van neurosen en fobieën die Trujillo op internet moest
opzoeken, want zo diep is men in haar kennissenkring niet gezonken. Ze wil de
inhoud niet verklappen maar ze zegt dat lezer aan het eind van het boek
begrijpt hoe dat allemaal zo gekomen is.
Lo Galbo zegt dat Vrije
Radicalen ingaat op de gekmakende conflicten die door een
migratieachtergrond geactiveerd worden.
Trujillo beaamt dat het verwarrend is om in de ene of de
andere taal te communiceren. Ze hoort de dialogen in haar hoofd in het Spaans
en zet die over in het Nederlands. Ze vindt het niet gezond om twee culturen in
zichzelf te verenigen en wordt er zelf niet evenwichtiger van. Het is
gemakkelijker om van het paadje af te raken als men al in twee werelden leeft. De
veelheid van stemmen en talen leidt soms tot conflicten, bijvoorbeeld als
Nederlanders zeggen dat ze boos kijkt, terwijl zijzelf een goed gesprek voert.
Lo Galbo zegt dat haar personages veel agressie in zich
hebben.
Trujillo antwoordt dat ze haar personages het liefst
modelleert naar bekenden omdat ze dan levensechter zijn en minder van
bordkarton. Ze heeft vaak haar moeder en zus als model gebruikt, aangevuld met
verzonnen elementen. Ze laat ze dan ook van alles doen dat ze in het echt niet
zouden doen. Trujillo geeft als voorbeeld een nieuw verhaal over een persoon die
op haar zus lijkt maar dan met grote voeten. Haar moeder en zus weten altijd
feilloos wat echt is en wat verzonnen is. Haar vader zal zich herkennen als
haar werk in het Spaans vertaald is. Haar oma is ook een deel van haar zelf,
zoals ook Jaime in Vrije Radicalen een
deel van haarzelf is.
Lo Galbo begint over de kinderen in de roman die zo
beschaafd zijn.
Trujillo zegt dat kinderen beïnvloed worden door wat in een
land gebeurt. In Nederland denkt men dat men alles kan bereiken als men maar
zijn best doet, in Uruguay is dat een stuk minder. Daar heeft men veel meer te
maken met geweld en met de willekeur van de regering.
Lo Galbo zegt dat de ouders van Trujillo beiden in de periode
1973-1985 in het volksverzet van de Tupamaros tegen het leger zaten en dat ze te
maken kregen met een leven dat anders verliep dan ze gedacht hadden.
Trujillo zegt dat het lot bepaalde dat ze in Nederland
terecht kwam en dat haar familie elders in Europa woont.
Hier
een recensie van de lees-schrijf en praatgrage freelance journaliste Dieuwertje
Mertens met daaronder een link naar een leesfragment op Athenaeum Boekhandel. Hier de
site van Carolina Trujillo.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten