Isolerende glaswand staat symbool voor onze
geïndividualiseerde levensstijl
Die Wand is
gebaseerd op de gelijknamige roman van Marleen Haushofer uit 1963. Twee jaar
geleden zag ik de theateruitvoering door de Ulrike Quade Compagny. In een link
onderaan mijn bespreking verwees ik naar een blog van Evelien de Nooijer Alting
die in haar diepgaande bespreking van het boek ook de film van Julian Pölsler
noemde. Ik was dan ook razend benieuwd hoe de film zich zou verhouden tot het
theaterstuk. Hoewel de essentiële elementen in het spel van Harriet Stroet
allemaal voorbij komen is de film overtuigender, alleen al door het prachtige
Oostenrijkse landschap waarin het drama zich afspeelt.
Dat drama begint met een ontspannend autotochtje over steeds
smallere bergweggetjes. Bestuurder Hugo gaat met zijn vrouw Luise en hun hond
Luchs op vakantie naar hun jachthuis in de bergen. Achterin de auto zit de
vrouw die een dag later in een soort horrorfilm belandt. Ze wordt wakker en kijkt
of Hugo en Luise, die de vorige dag nog naar het dorp zijn gegaan, in bed
liggen. Dat is niet het geval. Op haar gewone schoenen loopt ze samen met de
hond, die de vorige dag niet met zijn baasjes mee wilde, de weg af om te zien
waar ze gebleven zijn. Luchs gaat vooruit maar komt aangeslagen weer terug. De
vrouw vraagt zich af wat er aan de hand is. Ze loopt door tot ze op een glazen
wand stuit die verder gaan onmogelijk maakt. Ze besluit informatie in te winnen
bij een boerderij waar ze voorbijgekomen is. Buiten staat een man bij een bron,
maar nog voordat de vrouw hem kan aanspreken wordt ze ook daar gestuit door
eenzelfde wand.
In de film worden nogal sombere beelden van de vrouw,
prachtig gespeeld door Martina Gedeck, die in een dagboek schrijft om haar
verstand niet te verliezen, afgewisseld met beelden van haar herinneringen met
de hond, die eerst weinig van haar moest hebben maar later een trouwe metgezel
en zelfs onmisbare vriend van haar werd. Samen gaan ze op jacht en proberen een
uitweg te zoeken uit hun geïsoleerde bestaan. Een blik met een verrekijker
toont aan dat de man bij de bron niet meer leeft, maar daar vereeuwigd is. De
vrouw krijgt later ook nog het gezelschap van een lieve bruine koe en een kat
die is komen aanlopen. Samen vormen ze een gezinnetje dat zelfs uitbreiding
krijgt met een kitten en een kalf.
De dieren houden de vrouw op de been, tot op het eind een
woesteling verschijnt die de hond en het stiertje doodt. Dat is een enorme klap
voor de vrouw die toch al de nodige inzinkingen te verduren kreeg in haar
eenzame en fysiek zware bestaan. Pogingen om mens te blijven, onder andere door
de dagen op de kalender bij te houden, worden steeds lastiger. Ze verliest
steeds meer haar identiteit en gaat na vertrek naar een hoger gelegen hut op
een Alpenweide vaker op in het grote geheel. Ze leest dat ze eerder heeft
geschreven dat de tijd omvliegt maar dat lijkt haar een misvatting. Ze heeft
eerder het gevoel dat de tijd stil staat en dat zij erom heen vliegt. Ze denkt
na over de mensheid die wanhopig is over het lot dat ze moet dragen en begrijpt
dat liefde een andere mogelijkheid zou zijn geweest, al is het daar inmiddels
te laat voor.
Met deze gedachten zet Haushofer een beklemmend beeld van de
mensheid neer, dat door Pölsler op fantastische wijze in beeld is gebracht. Ik
zie nog steeds de scène waarin de vrouw met de auto van Hugo over de weg rijdt
tot ze verderop een andere auto stil ziet staan met een geopende portier, maar
frontaal op de wand botst vlak voor ze de andere auto bereikt. Daar kon Stroet
met haar knappe manipulaties met de poppen van dieren toch niet tegenop.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten