Portret van een eigenzinnige kunstenares die de hippietijd
overleefde
Fotograaf en cineast Ed van der Elsken (1925) verbleef in de
vroege jaren vijftig in Parijs en maakte foto’s van jongeren die in de wijk
Saint Germain des Prés rondhingen. In 1956 bracht hij zijn eerste fotoboek
onder de titel Een liefdesgeschiedenis in
Saint Germain des Prés uit waarin ook de Australische Vali Myers te zien
is. Dit flamboyante hippiemeisje blijkt onderwerp te worden van een filmisch
portret van een eigenzinnige vrouw die de hippietijd overleefde.
Zoveel jaar na dato belde ze op dat ze op weg was naar New
York en Centraal Amerika en dat ze in de buurt was. Ze logeerde in de boerderij
in Edam waar Van der Elsken, reed op een paard en keek, naar aanleiding van het
fotoboek, terug op de tijd in Parijs. Pierre was haar eerste geliefde, die
later in een inrichting en vervolgens in een gevangenis en een klooster
belandde, Kiki was de dochter van een nazi collaborateur en pleegde zelfmoord
toen ze negentien jaar oud was. Fred was altijd dronken en Peter, een lid van
de Amerikaanse marine, overleed aan een overdosis. Vali zelf maakte in die tijd
zeer gedetailleerde tekeningen onder invloed van opium.
Na de foto’s komt ze in levende lijve in beeld, een
kleurrijk hippiemeisje met lang rood haar en tatoeages in haar gezicht. Ze woont
al vijftien jaar in de bergen in Zuid Italië en is van plan om tekeningen te
verkopen in New York en vervolgens een indianenstam in Centraal Amerika te
tekenen, die zich kleedt als travestieten. In plaats van opium te gebruiken
heeft ze de zorg voor dieren op zich genomen. Ze heeft een vos die ze op jonge
leeftijd vond, dertig honden en geitjes. Van mensen wordt ze gek, zegt ze. Haar
tekeningen gaan niet meer over de dood. De dieren hielpen haar daarover heen.
Ze toont haar nieuwe tekeningen die vol staan met symboliek. Een ervan heet Death in Port Jackson Hotel en verwijst
naar een hotel in Sydney waar ze in haar jeugd rondhing. Een pistool is een
symbool voor depressie, waar ze doorheen moest. Van een aapje kan ze niet
zeggen wat die betekent.
Van der Elsken besluit tot een tegenbezoek. Hij wordt na een
klim naar haar terratorium in Positano, dat onder Napels ligt, luid begroet
door de honden. Dat zijn er nog maar negentien, zegt Vali, die in gezelschap is
van de negentienjarige Gianni. Breed hebben ze het niet. Gianni gaat vaak in de
nacht naar het dorp om vleesafval voor de honden te stelen uit de afvalbakken. Op
de vraag van Van der Elsken hoe hij daar terecht is gekomen hoort hij niet veel
meer dan dat hij is komen aanlopen, maar de liefde wordt niet onder stoelen of
banken gestoken. Ook niet tussen de dieren, zo toont Vali tijdens een
rondleiding. Ze zegt dat de ezellinnen heel veel van elkaar houden en dat het
varken graag met Gianni wil vrijen, maar dat die haar te zwaar vindt. Het
herinnert Van der Elsken aan een film over een Deens meisje dat het liefst met
dieren vrijde. Volgens Vali is daar niets mis mee. Ze toont hem twee neukende
padden (zie foto) en laat, staande tegen een boom, met Gianni zien hoe de lust met tongen
en wrijven wordt opgewekt.
Ze lopen naar een plek waar de zee te zien is. Volgens Vali
staat het berggebied waar ze woont als gevaarlijk bekend. Er vallen vaak stenen
naar beneden, maar de groene vallei is prachtig. Ze zegt dat de mensen in
Parijs verknipt waren, heel anders dan hier in de natuur, ook al is dit leven
niet gemakkelijk.
Ze toont nog een tekening van een vos in een kooi. Daar
voelt de vos zich veilig, net zoals zijzelf in deze vallei. Ze heeft een
Beretta opgegraven die ook in haar tekening voorkomt. Misschien zal ze hem ooit
nog gebruiken als de tijd gekomen is.
Hier
de website van Van der Elsken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten