Een heer van stand met een gorgelende stem
Het is honderd jaar geleden dat de schepper van Olivier B.
Bommel werd geboren. Wim Brands noemt Maarten Toonder (1912-2005) een groot
kunstenaar. Talloze uitdrukkingen zijn van hem afkomstig, zoals het gevleugelde
Als je begrijpt wat ik bedoel. Biograaf Wim Hazeu zit in de studio bij
Wim Brands, samen met de tekenaars Harrie Geelen en Dick Matena die in de
Toonder Studio’s werkten.
Matena was zeventien jaar oud toen hij in de Toonder
Studio’s solliciteerde. Toonder, een heer van stand met een gorgelende stem die
door Harry Geelen kunstig geïmiteerd wordt, bekeek zijn tekeningen en was daar
tevreden over.
Wim Hazeu was zes jaar bezig met de biografie, een jaar
langer dan met die van Vestdijk. Hij zat vaak in de kelder van het Letterkundig
Museum. Hij kreeg eerst geen vat op Toonder. Hij gaf de biografie een motto mee
over onafhankelijkheid en je eigen weg gaan, iets dat op Toonder van toepassing
is. Hij kreeg, net als Heer Bommel van Tom Poes, steun van zijn broer Jan
Gerhard (op de omslag op het schilderij).
Geelen zegt dat Toonder zich onbegrepen voelde. Matena heeft
het over sociale onhandigheid, maar niet toen hij jong was, Hazeu zegt dat dat
kwam omdat hij altijd zat te tekenen. Brands grijpt in. Hij was al gewaarschuwd
dat het gesprek zou ontaarden met drie lieden die het niet met elkaar eens
zijn. Hij begint over de Studio’s waarin een Europese tegenhanger van Walt
Disney moest ontstaan, maar Toonder had geen tijd daarin aanwezig te zijn.
Brands toont een fragment waarin Toonder in de tijd van de
Tweede Wereldoorlog het loopje voordoet van Heer Bommel en Tom Poes. Hazeu
noemt Toonder een charmante maar, geïsoleerde man. Geelen zegt dat hij in 1964
naar Ierland ging en dat hij jaarlijks langskwam in zijn Studio’s maar zonder
zijn tekenaars te groeten. Matena voegt daaraan toe dat Toonder meesterlijk met
het penseel was, maar een slechte werkgever die nooit tijd had.
In een fragment van NTR/Cinevista legt Toonder uit wat zijn
stripfiguren symboliseren. Bommel vertegenwoordigt het gevoel en Tom Poes het
verstand. Geelen zegt dat Toonder secundair reageerde en altijd erg twijfelde,
Hazeu dat hij alleen eerlijk was in de brieven aan zijn broer. Volgens Matena
was Toonder niet warm en legde hij alle liefde in zijn werk. Hazeu voegt
daaraan de liefde toe voor zijn vrouw Phiny Dick en nadat die in 1990 stierf
voor zijn tweede vrouw, componiste Tera de Marez Oyens, die na hun huwelijk in
1996 niet lang leefde.
Als vader was hij een ramp, concludeert Brands uit de
biografie. Hazeu zegt dat hij geen affectie kon opbrengen voor zijn kinderen.
Volgens Geelen was er sprake van onvermogen na de dood van Phiny. Voor Matena
was Toonder een vervangende vader, voor zijn kinderen was hij minder
toegankelijk. Zijn kleinkinderen moesten audiëntie aanvragen om hem te spreken
te krijgen.
Brands leest voor uit een brief uit 2000 van Toonder aan
Geelen, die de ontvanger aan Brands toestuurde. Het was nog voor zijn terugkeer
naar Nederland en gaat over zijn onvermogen te werken zonder een vrouw in zijn
buurt. Geelen zegt dat Toonder niet gewetenloos was maar een pedagogisch
onvermogen had. Hij was zelf ook opgegroeid zonder vader. Geelen noemt hem een
groot verteller en hij genoot van zijn autobiografie.
Ik lees net in een recensie van de hand van Hans Renders over de biografie in Het Parool dat de oorlogsjaren voor Toonder niet onbesproken voorbij zijn gegaan. Er is nog veel onduidelijk over zijn stellingname, maar er kleeft wel de nodige vuiligheid aan zijn handen. Vreemd dat Wim Brands daaraan voorbij ging.
BeantwoordenVerwijderen