Een baron en een bioloog op expeditie in Ethiopië
De expeditie naar Ethiopië (1930-1931) wordt uitgevoerd door
twee jonge heren, waarvan een van Friese adel met dan ook de naam baron Binnert
Van Harinxa thoe Slooten en een ander met de gewonere naam Gerrit Brouwer. De
laatste was als scholier al gefascineerd door vogels en begon na zijn militaire
dienst in 1920 aan een studie biologie in Groningen. Tijdens zijn studie kreeg
hij van het Rijksmuseum Natuurlijke Historie te Leiden de opdracht om
Afrikaanse dierenhuiden te verzamelen. Van Harinxa was al vanaf 1920 in
diplomatieke dienst en in Centraal-Azië geweest om vogels en zoogdieren te
verzamelen. De heren leerden elkaar kennen tijdens een natuurbijeenkomst en
smeedden het plan voor een expeditie van vier maanden door Ethiopië, dat toen
nog Abessinië heette, naar Kenia. Toevallig maakten ze in de
hoofdstad Addis Abeba de kroning mee van Haile Selassie tot keizer van Ethiopië.
In het Tropenmuseum is een tentoonstelling ingericht met filmbeelden van de kroning en foto’s van de expeditie. Het commentaar is van de
baron, die er later het boek Dwars door Abessinië over schreef.
Gerrit Brouwer hield een dagboek bij waarin hij ook tekeningen maakte.
Hun boot vertrok op 11 oktober vanuit Marseille. Na een
tussenstop in Algiers waar soldaten van het vreemdelingenlegioen aan boord gingen,
arriveerden ze in het armoedige en regenachtige Djibouti, dat in koloniale
stijl gebouwd was. Ze stapten ze over op de trein naar Addis Abeba en reden een
dag lang door een vlakte met dorpen bestaande uit rieten hutten. In Addis
Abeba, omringd door heuvels met eucalyptusbomen, ontmoetten ze de Nederlandse
gezant, minister Van Haersma de With, misschien nog wel familie van. De
reizigers keken hun ogen uit naar krijgers en dragers in witte katoenen
gewaden. Alle aanwezige delegaties, van Japan tot Frankrijk en van Italië tot
de Verenigde Staten, gingen op audiëntie. De Amerikaanse ambassadeur sprak
Haile Selassie in het Engels toe en na vertaling antwoordde die in het Frans.
De jonge kroonprins was ook aanwezig Vervolgens hielden de delegaties
tuinfeesten.
De festiviteiten begonnen met een onthulling van een ruiterstandbeeld voor keizer Menelik II. De kroning vond onder veel internationale persbelangstelling plaats in een tent. De nieuwe keizer werd gezalfd door de bisschop en kreeg een imposante kroon opgezet. Vliegtuigen vlogen in formatie over. Men hield een rijtoer in een koets die van de Duitse keizer Wilhelm II was geweest, een paar dagen later gevolgd een tour met Rolls Royce en paardenraces op 5 november. Op 7 november sloot men de feestelijkheden af met een parade waarbij krijgers trouw zworen aan de keizer en op een veld hun rijkunsten vertoonden.
De festiviteiten begonnen met een onthulling van een ruiterstandbeeld voor keizer Menelik II. De kroning vond onder veel internationale persbelangstelling plaats in een tent. De nieuwe keizer werd gezalfd door de bisschop en kreeg een imposante kroon opgezet. Vliegtuigen vlogen in formatie over. Men hield een rijtoer in een koets die van de Duitse keizer Wilhelm II was geweest, een paar dagen later gevolgd een tour met Rolls Royce en paardenraces op 5 november. Op 7 november sloot men de feestelijkheden af met een parade waarbij krijgers trouw zworen aan de keizer en op een veld hun rijkunsten vertoonden.
Eind november vertrokken de baron en de bioloog voor de expeditie. Ze hadden
de lijsten doorgenomen, de kisten ge- en de muilezels bepakt. Ook gebruikten
ze kamelen. Op 30 november sloegen ze hun tentenkamp op in
Akaki, op 1 december bereikten ze het kratermeer van de Zukwalaberg, op 5
december trokken ze naar het Zimway-meer waar de baron twee kano’s kocht om het meer te verkennen. Op 8 december trokken ze de rivier Bulbula over, op 5
januari daalden ze af naar het Langano-meer, op 10 januari kapten ze zich een
weg door een papyrusmoeras en op 14 januari bereikten ze Hagera Selam, meer
een uitgestrekt dorp in een boomloze vlakte dan een stad, waarin ze een
Timkat viering meemaakten waarbij de doop van Christus herdacht wordt. Op 8
februari zagen ze nijlpaardjagers op het Chamo-meer, op 22 februari ontmoetten
ze de Konso, landbouwers die aan het spinnen waren. Hun huizen hadden één
smalle opening, die zowel de ingang als het rookgat was. Op het pad langs
het dorp troffen ze houten poppen die de doden voorstelden die op die plek
begraven lagen. Op 25 februari trokken ze naar Hamar Koke voor een bezoek aan
de inlandse gouverneur. Op 17 maart ontmoetten ze de Borana, nomaden waarvan
oudere mannen net als de Konso een kalasha, dwz. een waardigheidsteken op het
voorhoofd droegen. Op 23 maart sloegen ze hun kamp op naast het fort in Moyale
op de grens met Kenia. De Britse commandant leverde hen een ruime tent.
Ethiopië was het enige Afrikaanse land dat nog niet
gekoloniseerd was. Met succes sloegen de Afrikaanse krijgers de kolonisten van
zich af. Met een onderbreking tijdens de Italiaanse bezetting (1935-1941)
regeerde Haile Selassie, wiens naam Heilige Drie-eenheid betekent, van 1930 tot
1974 samen met keizerin Menen. Hij transformeerde zijn land tot een moderne
staat met goed bestuur en onderwijs en werd door de Jamaicaanse Rastafari-beweging als een god vereerd. Als gevolg van een militaire coup werd
hij in 1974 afgezet. Niet lang daarna kwam hij in de gevangenis om het leven.
De sfeervolle tentoonstelling is nog te zien tot en met 13
januari in de Galerie van het Tropenmuseum te Amsterdam.
aangepast 9 november, 7:26 uur
aangepast 9 november, 7:26 uur
Eerst even nalezen voordat je het publiceerd de volgende keer. Het verhaal is interessant, maar het loopt niet echt lekker.
BeantwoordenVerwijderen