Op zoek naar een verloren Vlaanderen
De Franstalige Brusselse theatermaakster en dichteres
Laurence Vielle gaat in deze uitzending op zoek naar haar familie van haar
Vlaamse kant die ze nooit gekend heeft. Ze weet dat die tak gecollaboreerd
heeft met de Duitsers en dat haar grootmoeder en haar oudste tante na de oorlog
werden kaalgeschoren. Haar moeder praatte nooit over de oorlog en op school
werd er ook niet over gesproken.
Ze staat in Brussel voor een chique huis waarin ze haar
jeugd doorbracht. Het had zeven toiletten. Haar vader was een Zwitser, haar
moeder kwam uit Vlaanderen, maar sprak Frans.
Zelf spreekt ze dan ook gebrekkig Nederlands. In Brussel
hoor je toch al weinig Vlaams meer. Politicoloog Paul de Ridder vertelt dat aan
het einde van de achttiende eeuw Brussel voor 95 procent Vlaamstalig was.
Inmiddels dreigt het Frans opgeslokt te worden door de vele minderheidstalen.
Fransen zijn bevreesd om Nederlands te spreken omdat ze bang zijn voor gek te
worden gezet als ze fouten maken.
Het valt voor Laurence niet mee het gewest Brussel wandelend
te verlaten. Het bestaat uit drie delen, omsloten door Vlaamse gemeenten. Die
verfransten omdat er steeds meer Wallonen naar toe trokken. Laurence heeft
tenslotte Pajottenland bereikt. Ze spreekt een tweetalige vrouw, die hier haar
hele leven al woont en wiens broer aardbeien teelt.
De familie van haar moeder bestond uit een Vlaamse en Franse
tak. De scheiding gaat terug tot de Eerste Wereldoorlog. De eersten
collaboreerden, de laatsten zaten in het verzet. Twee ooms zaten in de
gevangenis nadat ze verraden waren door hun eigen neef. Frans Daels, de oud-oom
van haar moeder, was de grondlegger van de nationalistische Vlaamse beweging.
Die begon in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog, zegt
Willem Vermandere, die in de Westhoek woont. In de stenen vloer van zijn huis,
dat vroeger een café aan het IJzerfront was, zijn de sporen nog zichtbaar van
het ijzeren beslag van de soldaten laarzen, die rond de kachel dansten.
Vermandere kan niet over het verleden praten, alleen zingen.
In Diksmuide wordt de jaarlijkse IJzerbedevaart gehouden
naar de IJzertoren. Een lid van het organisatiecommittee zegt dat Frans Daels
een wetenschapper was, een oncoloog en zeker geen nazi. Hij wijt het aan de
vernederende oorlogservaringen waarin men als kanonnenvlees diende, dat men
collaboreerde. De herdenking die eerst een piëtistisch karakter droeg, werd
militanter en kwam in een nazistische sfeer terecht. In de Tweede Wereldoorlog
werd de toren verwoest, maar later weer herbouwd. Een lid van de
nationalistische N-VA, de Nieuwe -Vlaamse Alliantie, zoekt een oplossing voor
de Belgische verdeeldheid in een sterk Europa. Laurence raakt ontroerd als ze
een krans ziet van de familie van Frans Daels, maar ziet de noodzaak van het
nationalisme nog niet in.
In Gent ontmoet ze historicus Bruno de Wever, een broer van
Bart, die de N-VA leidt en burgemeester van Antwerpen wil worden. Hun opa was
een collaborerende onderwijzer, hun vader een nationalist. Bruno denkt dat de
tegenstelling tussen de volksdelen door de politici gebruikt wordt om
gemeenschappen tegen elkaar uit te spelen. Met zijn elf jaar jongere broer
praat hij nooit over politiek. Hij denkt anders over het nationalisme.
Laurence is aangekomen in Antwerpen, de stad van haar
moeder. Guy Cassiers, directeur van het Toneelhuis, voelt zich als kunstenaar
verantwoordelijk om de verdeeldheid aan te kaarten. Kunst moet de tolerante
Europese dimensie tonen in een stad, waarin sociale contacten verdwijnen en de
Franse grandeur van vroeger afbladdert. De Vlamingen isoleren zichzelf. Het
populisme heeft een steeds grotere invloed op de Antwerpse politiek. Men zoekt
een verlosser.
Laurence bezoekt in Merendree het Gekke Fietsen museum en
laat daarvan beelden zien in haar theatershow, die ze heeft gemaakt omdat veel
landgenoten dezelfde ervaring hebben. De psycho-analytica Ariane Bazan poogt
verzoening te creëren en door te luisteren zonder te oordelen een nieuwe
verdeeldheid te voorkomen.
Tenslotte bezoekt Laurence samen met haar moeder Luc, de
zoon van Frans Daels, om de familievete bij te leggen. Zijn vader was impulsief
maar geen nazi, zegt Luc. Hij kon weinig ondernemen tegen de gevangenschap van
José en zijn broer. Eenmaal buiten zegt de moeder van Laurence dat de
verzoening voor Luc belangrijker is dan voor haar omdat zij uitgestoten werden.
Op de vraag van Laurence of zij nu wel Nederlands met haar kinderen zou praten,
antwoordt de moeder bevestigend. Laurence leerde een ander deel van haar land
kennen, zegt ze. Ze ziet België als een laboratorium om te leren samenleven en
ontmoette veel liefde. Chapeau, Laurence! Een fantastisch besluit van een mooie serie.
Hier Duizend Soldaten van
Willem Vermandere.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten