De documentaire centreert zich rond de kleine, 1.55 m hoge Deng Xiaoping
(1904-1977), die een einde maakte aan het beleid van de Volksrepubliek dat
armoede en hongersnood had betekend. Deng wilde, zoals hij het noemde, stappend
van steen tot steen de rivier oversteken. In 1989 stapte hij mis tijdens de
studentenprotesten op het Tiananmenplein.
Het 16-jarige partijlid Deng, een zakelijk ingestelde boerenzoon uit Sichuan, studeerde onder Trotski en werd door Mao benoemd in het
partijbestuur. Als voorstander van een vrije markt stond hij tegenover de
afstandelijke Hua Guofeng die een centralistische koers wilde varen. Tijdens
een voetbalwedstrijd tegen het Engelse Bromley in Peking werd de naam van Deng
gescandeerd. In 1978 kwam hij aan de macht. Eerst loste hij het probleem van de
ondervoeding op door de volkscommunes op te heffen en de boeren weer zelf hun
gewassen te laten verbouwen. Dat leidde tot een verbetering van de productie.
Behalve een quotum voor de partij konden ze hun eigen gewassen verkopen. Om de
industrie te vernieuwen waren buitenlandse investeringen nodig. Deng zocht
toenadering tot de Verenigde Staten. Carter besprak de kwestie van de
mensenrechten in China. Deng antwoordde met een kwinkslag: of Carter misschien
40 miljoen Chinezen wilde opvangen? Deng verwierf sympathie door een cowboyhoed
op te zetten. De investeringen stroomden binnen. Deng bestempelde vier gebieden
aan de kust als economische zones. In Shenzen werd een stad uit de grond
gestampt, alleen werden de investeerders belemmerd door bureaucratie, strikte
arbeidsvoorwaarden, waaronder de onmogelijkheid om een arbeider te ontslaan en
loon niet afhankelijk van prestatie maar van de positie in het bedrijf. In de
economische zone Tianjin werd daarom een nieuw arbeidsmarktbeleid in praktijk
gebracht. Het maakt niet uit of de kat wit of zwart is, zei Deng, als hij maar
muizen vangt.
De economie draaide als een tierelier. China importeerde
luxegoederen, de mode kwam op.
Er was echter vanuit de partij druk op Deng om de
revolutionaire ideeën niet te vergeten. In 1983 werd door hardliners de aanval
ingezet. Media en banken kwamen onder staatstoezicht, waardoor nieuwe
economische zones niet konden ontstaan. Deng was vaak in het buitenland. In
1985 werd hij door Time magazine tot man van het jaar gekozen. Rijkdom in China
betekende welvaart voor het volk, legde Deng uit. Hij was zich bewust van de
gevaren. Tijdens de Culturele Revolutie werd zijn zoon door de Rode Gardes uit
het raam gegooid en hield daar een verlamde rug aan over. Dat betekende toen
een keerpunt in zijn denken.
Na acht jaar van landbouwhervorming en industriële
ontwikkeling wilde Deng de dorpsondernemingen privatiseren. Sitong, een bedrijf
dat nieuwe tekstverwerkers maakte groeide uit tot het grootste computerbedrijf
in China. De staalindustrie was moeilijker te hervormen. Het waren
staatsbedrijven die de werknemers van wieg tot graf verzorgden. Deng zette daar
een streep onder. Zijn beleid viel niet overal in goede aarde. De sociale
zekerheid werd ondermijnd door een inkomenskloof, criminaliteit, inflatie en
corruptie. Hoewel er in 1989 veel corrupte lieden veroordeeld werden, werden
anderen beschermd door hoge heren.
De dood van de vroegere leider Hu Yuobang in april bracht
een golf van protest teweeg. Men vroeg niet om democratie maar om maatregelen
tegen de corruptie. Wanneer Deng de signalen beter had verstaan was het
wellicht niet uitgelopen op een bloedbad. Studenten verzetten zich tegen de
censuur en daagden de leiders uit. Het Tiananmenplein stond vol demonstranten.
Gorbatsjov die op bezoek kwam kon daar niet ontvangen worden. De media aandacht
was enorm. De partij leed gezichtsverlies. Na het bezoek werd de staat van
beleg ingesteld. Premier Li Peng was onverzettelijk. Arbeiders en soldaten
sloten zich bij het protest aan. De studenten hadden minder controle over de
toestand. Het leger schoot op 3 juni in het wilde weg op de menigte. Tussen de
tweehonderd (regering) en tweeduizend (Rode Kruis) mensen kwamen om. Het
bloedbad betekende een ramp voor Deng en schade aan de hervormingsbeweging. De
maoïsten namen het roer weer over. De buitenlanders trokken weg. In 1991 voerde
Deng zijn laatste actie tegen de hardliners. Jang Zemin zette in 1994 de maoïsten
opzij, waarop China verder kon groeien. Inmiddels staat het klaar om de toekoms
te dominneren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten