Voorvallen uit het leven van een spirituele oud
ijzerhandelaar
Snijders lezen is een bijzondere ervaring. Korte verhalen of
columns lezen vaak niet zo gemakkelijk door, maar Snijders vormt hierop een
aangename uitzondering. Wat is zijn geheim? Zit dat in het vrijzinnige van een
moderne anarcho-liberaal, het geleuter van een keuterboertje uit het Gelderse
of in een linkshandige die rechts moest schrijven en daardoor tot onverwachte
hersenkronkels in staat is? Zelf betwijfelt hij of hij de dingen ooit zal
begrijpen zoals ze werkelijk zijn.
Snijders is veelzijdig. Hij weet allerlei zaken die niets
met elkaar te maken hebben ineen te knopen. Met een soort kreeftengang komt hij
van Erasmus uit bij een college van een leraar of van de Sahara bij de vrouw
van de slager. Zelf zegt hij daarover: ‘Mijn krantenstukjes zijn een naïeve
afspiegeling van de inhoud van mijn hersenpan: een woekertuin.’ Een tekst die
nergens over gaat en toch ontroert, is hem het liefst. ‘Eigenlijk wil ik niet
polemisch zijn, ik wil niemand aanvallen en niemand verdedigen, ik wil
ingehouden babbelen en veel achter de coulissen houden.’
Hij denkt niet al te positief over zichzelf. Hij voelt zich
een gekwetste dominee, iemand die weinig doortastend is, een scharrellaar, een
spirituele oud ijzerhandelaar, die papieren kussengevechten houdt, maar humor
kan hem ook niet worden ontzegd, bijvoorbeeld als hij aan uitspraak aanhaalt
over Witttgenstein, die in de Verenigde Staten altijd roggebrood met Zwitserse
kaas at. ‘Wittgenstein
declared that it did not much matter to him what he ate, so long as it
was always the same’.
Vaak is hij, zoals we ook in de documentaire Een handige
dromer zagen, bezig op zijn oude boerderij om te zorgen dat hij en zijn
vrouw kunnen overleven. ‘Meestal verzorg ik mijn hout zelf. Ik krijg van de
houtvester een perceel aangewezen waar de professionele bosbouwers aan het werk
zijn geweest. Het afvalhout is voor mij. Op een zonnige, windstille zomerdag
rijd ik erheen met mijn trekker, de aanhanger en de motorzaag. Ik heb een
thermosfles koude thee in mijn tas. Ik doe alsof ik een echte werkman ben.’ Op
de wc hangt een poëziekalender die voor de nodige inspiratie zorgt.
Dit boek bevat naast de columns van A.L.Snijders ook diens
correspondentie met zijn redacteur Paul Arnoldussen uit de jaren 1986 en 1987
en daarnaast ook brieven gericht aan familieleden en vrienden, als die te maken
hebben met de columns, zo valt te lezen in een stukje dat vooraf gaat aan de
verklarende namenlijst, waarin de acterende personen zoals zijn ex schoonzoon
Jaap Scholten worden voorgesteld. De brieven, waarin Snijders vaak zaken
verklaart, vormen een mooie aanvulling op de columns. Een van hen, Peter
Möricke (KHOP) debuteerde op 71-jarige leeftijd met 50 Easy Pieces.
Het is nogal schrijnend te lezen dat zijn dagen tenslotte
geteld zijn bij Het Parool. De nieuwe baas Sytse van der Zee ziet geen
mogelijkheden meer voor hem. Snijders vraagt nog of hij niet naar Berlijn kan
worden uitgezonden, maar daar horen we niets op.
Verrassend is een stukje over zijn broer die goed zou passen
in een schelmenroman. Vervolgens blijkt Snijders helemaal geen broer te hebben.
Het verhaal was bedoeld om te oefenen voor een uitgave van een verhalenbundel
bij Thomas Rap.
De titel Ruim water heeft ermee te maken dat Snijders
niet kan koken. ‘alleen een ei, en zelfs dat mislukt wel eens. Ik weet
bijvoorbeeld niet wat ‘ruim water’ is.’
Het boek bevat verder ook een Verantwoording van de
Snijders biograaf Marius Zeven en van Victor Schiferli, die deze uitgave
bezorgden. Ze schrijven dat Jan Vrijman (columnist bij Het Parool onder de naam
Journaille) Snijders bij de krant introduceerde. Snijders schreef voor die
krant vanaf februari 1986 tot en met maart 1988. Ruim water beslaat de
columns uit 1987 en 1988 en is het vervolg op Voordeel schutter (2011)
dat de columns uit 1986 bevat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten