Bregittha Nuyten portretteerde de sociaal-psycholoog
Diederik Stapel, die in Amsterdam studeerde, in Groningen en Tilburg werkte en
fraudeerde, hetgeen in oktober 2011 door een onderzoekscommissie onder leiding
van Pim Levelt aan het licht werd gebracht. Groot was de woede over het
aangedane leed, vooral van jongeren die hij onder zijn hoede had. Stapel wilde
zelf niet voor de camera verschijnen, maar aan de hand van medewerkers en
collega’s komt Nuyten een heel eind. Er is wel een interview met Stapel van
Univers, het onafhankelijke magazine van Tilburg University, waarin Stapel zegt
dat hij de druk om steeds beter te moeten zijn, het hoofd had moeten bieden.
Zijn oud-studente en onderwijsassistente Karlijn Massar
vindt de fraude zonde, want Stapel kon het volgens haar op eigen kracht. Hij
wilde het vak voor zijn studenten erg leuk maken, maar legde de lat heel hoog,
zowel voor zichzelf als voor zijn studenten. Saskia Schwinghammer die bij in
Groningen hem promoveerde was geschrokken. Ze zegt dat Stapel kickte op status,
de beste wilde zijn, zichzelf een handje wilde helpen en daardoor ontspoorde.
Collega Ad Vingerhoets, hoogleraar Klinische Psychologie,
werkte met hem samen. Stapel was geïnteresseerd in diens onderzoek over tranen
en nam het inwinnen van gegevens van hem over. Vingerhoets was perplex toen hij
de resultaten, opgedaan op middelbare scholen, onder ogen kreeg, vervolgens
argwanend, maar dat werd door anderen te kop ingedrukt. Inmiddels waren er drie
studenten bezig om Stapel te ontmaskeren. Nanne de Vries, hoogleraar
Gezondheidsbevordering, zocht Stapel thuis op, net als Saskia Schwinghammer. Ze
kregen niet duidelijk uitgelegd wat Stapel bezield had. Volgens Schwinghammer
was hij depressief en had hij geen inzicht in zijn gedrag. Hij schaamde zich.
Ze vond het goed om te zien dat hij het er moeilijk mee had.
Stapel deed het VWO met verve op het Rijnlands College in
Oegstgeest. Zijn vader was directeur van Schiphol en later van MEC in Maastricht.
Stapel wilde eerder acteur worden. In de documentaire worden stukjes getoond
van Klokhuis-achtige scènes op televisie. Hij zegde zijn acteerdroom op, stapte
over naar het zakenleven, solliciteerde in een net pak naar een vacature voor
promovendus en werd binnengehaald door de RU Groningen. Hij was gedreven en
gemotiveerd. Hij zorgde ervoor dat men daar een psychologisch lab kreeg. Hij
hield volgens Schwinghammer van kunst en muziek en kon complexe zaken goed
verwoorden. Hij had een talentenklasje waarvan sommigen konden doorstromen als
AIO. Karlijn Massar ging verder met Bram Buunk. Stapel kwam te vaak in haar
persoonlijke ruimte. Eerst vond ze dat vleiend maar later bedreigend. Hij ging
vervolgens niet meer met haar om.
Nanne de Vries ziet een pathologisch trekje in het gedrag
vna Stapel. Met de ene hand regeerde hij, met de andere werkte hij samen. Niet
alles was echter verkeerd. Hij denkt dat de controle mechanismen faalden.
Robbert Dijkgraaf, die voorzitter was van de Academie van
Wetenschappen, zegt dat in de sociale psychologie verbanden niet zo gemakkelijk
hard te maken zijn.
Volgens Filosofe Ellen ter Gast brengt de fraude een zwakke
kant van de huidige wetenschapsbeoefening aan de oppervlakte. Door de
publicatiedruk wordt wel eens slordig omgesprongen door met de data. Er is geen
teamwork. De onderzoeken van individuele wetenschappers zijn egodocumenten. Yvo
Smulders, hoogleraar Interne Geneeskunde, zegt dat collegae vaak geen geloof
hechten aan uitkomsten van onderzoek. Niet alleen de kwantiteit moet bepalend
zijn. Stapel is het slachtoffer van een ongezonde cultuur.
Inmiddels ligt hij ook op de korrel bij de Fiscale Opsporingsdienst.
Inmiddels ligt hij ook op de korrel bij de Fiscale Opsporingsdienst.
Hier
Univers, het tijdschrift van de universiteit Tilburg met een coverstory over
Diederik Stapel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten