Behalve filmmaker is Paul Verhoeven een fervent filmfan.
Biograaf Rob van Scheers maakte samen met hem een boek, opgedragen aan Alfred
Hitchcock, waarin hij films analyseert. Tegelijk is dit zijn filmgeschiedenis.
Brands refereert aan de eerste zin van het boek, waarin
staat dat het allemaal de schuld is van ome Arie. Die kwam uit Indië en gaf
Paul een filmcamera, waarmee hij zijn sigaar rokende vader vastlegde. Het idee
om filmmaker te worden kwam pas later, tijdens zijn studie wiskunde, waarmee
hij niets verzinnen kon. Eerst maakte hij filmpjes met vrienden. Bij de marine
manoeuvreerde hij zich in het filmdepartement.
De basis van het boek was een serie in de Volkskrant, zegt
Rob van Scheers. Ze zagen zo’n zestig films, eerst in Los Angeles, later in Den
Haag. Verhoeven zegt dat hij een goed geheugen heeft voor beelden die indruk op
hem maakten. Het eerste onuitwisbare beeld kwam uit een film Butt Abbott Lou
Costello Meet Frankenstein (1948). De kist die verschuift hield hem nog
dagenlang uit zijn slaap.
We zien een fragment uit The Gold Rush (1925), waarin
Charlie Chaplin vanwege de honger zijn schoen gaat opeten. Rob van Scheers zegt
dat deze film uniek is in de filmgeschiedenis. Verhoeven werkt net als Chaplin
of Ingmar Bergman met een vaste crew. Je weet wat je kunt en durft te vragen,
zegt hij. Vaak gaat het om ontkleding of geweld. Hij zou geen film maken over
kinderen die geweld ondergaan, want dat is de goden verzoeken.
Lawrence of Arabia (1962) is de favoriete film van
Verhoeven. Van Scheers wijst op het aspect van de eenzaamheid in de woestijn.
Volgens Verhoeven leidt de stilte tot bijzondere gewaarwordingen. De profeten
hoorden de stem van God. Verhoeven zag de film met scenarioschrijver Jan van
Maastricht. Samen maakten ze korte films, tot Jan in 1964 onverwacht zelfmoord
pleegde. Pas in de marine nam Verhoeven de camera weer op.
Het fragment uit Vertigo (1958) van Hitchcock, die
inmiddels is uitgeroepen tot de beste film aller tijden, betreft de hoogtevrees
scène. Van Scheers zegt dat de films van Hitchcock zich niet als kunst
aankondigden maar het toch zijn. Verhoeven legt uit dat het plot helpt om de
kijker te boeien, maar dat het niet te sterk mag zijn. Hitchcock met zijn eigen
beeldidioom overlaadde het plot zodat het kunst werd. Toch kreeg hij nooit een
Oscar.
Het laatste fragment komt uit The General (1926) van
Buster Keaton. Die haalt zelf vanaf de voorkant van een trein balken van de
rails, die daar uit protest zijn opgeworpen. Brands spreekt over zijn
eidetische vermogen. Verhoeven kent het gevoel dat hij zich afsluit en alles
wegvalt. Van Scheers zegt dat Keaton anders dan Chaplin met mechanica werkte.
Verhoeven ziet in hem een onhandige maar intelligente jongen. Van Scheers: met
sprankelende ogen, die heel bijzonder waren in films van die tijd. Verhoeven:
Carice van Houten schrijft in haar Voorwoord van het boek dat het allemaal in
de ogen zit.
Tenslotte vraagt Brands aan Verhoeven welke film hij nog zou
willen maken.
Verhoeven: een komedie met Nederlandse acteurs en actrices.
Van Scheers: Bergman-achtig.
Verhoeven: maar dan van deze tijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten