Liefdevol portret van een buitengewoon gevoelige Duitse
filosoof
De Amerikaanse filmmaker John Hughes (Lansing, Michigan
1950) maakte een artistiek portret van de joodse filosoof Walter Benjamin, die
in 1892 geboren werd in een welgesteld gezin in Berlijn en in 1940, op weg naar
de Verenigde Staten, na een barre tocht door de Pyreneeën omkwam in een hotel
in de buurt van Portbou. In de documentaire, met een titel die verwijst naar
een essay van Benjamin, is veel ruimte voor verschillende personen om hun
bewondering voor de veelzijdige Duitse criticus te uiten. Tussendoor zien we archiefbeelden
en gespeelde scènes, maar er worden ook fragmenten uit zijn werk voorgelezen en
uitspraken van Benjamin op het scherm geprojecteerd.
De documentaire begint met een hartenkreet uit 1941 van
Bertolt Brecht die in 1929 met Benjamin bevriend werd: Reiche Stürzen. Die Bandenführer schreiten daher wie Staatsmänner. (…)
So liegt die Zukunft in Finsternis, und die guten Kräfte sind schwach. All das
sahst du… Daarna horen we de Amerikaanse historicus Anson Rabinbach zeggen
dat de wereld in die tijd in stukken uiteen viel maar dat er in de stukjes een
glimp van een betere toekomst zichtbaar was en dat Benjamin daarbij wilde
komen. Zijn voorliefde voor de kabbalistische traditie, hem in 1915 aangereikt
door Gershom Scholem, zette hem op dat spoor, ook al was de toegang tot de
kennis geblokkeerd en waren inzichten eerder korte bliksemflitsen dan rollende
donders. Schrijver Lindsay Waters wijst erop dat het fragmentarische zijn
kracht was, al werd dat niet zo op prijs gesteld door de medewerkers van het Institut
für Sozialforschung waar Benjamin zich bij aansloot.
Michael Jennings, werkzaam op Princeton, schreef over Walter
Benjamin meerdere boeken en vertelt over de moeilijke tocht die Benjamin in
september 1940 vanuit Frankrijk naar Spanje maakte. Hij had al een inreisvisum
voor de Verenigde Staten op zak maar moest, omdat hij geen uitreisvisum voor
Frankrijk bezat, met een groep de Pyreneeën over. Aan de Spaanse kant werd de
groep gesnapt en in een hotel ondergebracht waarna men hen de volgende dag zou
overleveren aan de Fransen. Omdat Benjamin wist waar dat op zou uitdraaien nam
hij een overdosis morfine. De groep werd vanwege de ontsteltenis van de Spaanse
politie over de dood, vervolgens in Spanje toegelaten.
In 1990 werd een herdenkingsdienst gehouden waarbij
kunstenaar Dani Karavan een beeldhouwwerk vervaardigde. Hij vertelt dat
Benjamin achter een muur aan de zeekant van het kerkhof begraven werd, waar hij
dichtbij het water was dat afwisselend wild en kalm was, hetgeen hij passend
vond voor Benjamin. Boekverkoper Susan Buck Mossy toont werken van Benjamin in
haar boekhandel in New York. Ze vertelt dat hij een vooraanstaand criticus was
van het werk van Proust en Kafka en geen filosoof vanwege het incomplete
karakter van zijn werk.
Kunstkenner Gary Smith loopt rond door het museum Martin
Gropius Bau in Berlijn en vertelt dat geassimileerde joden het in Duitsland na
de Eerste Wereldoorlog niet gemakkelijk hadden. Benjamin had geen goede cijfers
op school. Smith wijst op het schilderij
Angelus Novus van Paul Klee die Benjamin in messianistische zin interpreteerde.
Schrijfster Elizabeth Young Bruehl uit Connecticut voegt daar aan toe dat joden
in die tijd in Berlijn als op de maan woonden in een omgeving waar de kwade
krachten op de loer lagen. Omdat de traditie in rook opging, keek men met
nieuwe ogen naar het vertrouwde. Rabinbach zegt dat ze de traditie opnieuw doordachten.
Benjamin verzette zich tegen de onvermijdelijkheid van de geschiedenis en
keerde zich tegen de massacultuur die ontstond door de massale productie van
goederen. Zijn kritiek uitte hij in het essay Het kunstwerk in het tijdperk van de mechanische reproductie dat in
1936 in het Zeitschrift für
Sozialforschung werd gepubliceerd. De aura van een kunstwerk was hem
daarvoor te belangrijk.
Ook de drie intieme relaties van Benjamin worden genoemd. Hij
trouwde in 1916 met Dora Kellner kreeg zoon Stefan. Na diens geboorte raakte
Benjamin gefascineerd door kinderspeelgoed. Het huwelijk liep spaak door
verschillende driehoeksverhoudingen, waaronder die met Jula Cohn, de zus van
zijn jeugdvriend. Op Capri leerde hij de Letse actrice Asja Lacis kennen die
zijn derde grote liefde werd. Hij bezocht haar regelmatig in Moskou en schreef
in Moskauer Tagebuch, vertaald als Dagboek uit Moskou (1984), dat hij teleurgesteld
was in de loop die de Russische Revolutie nam. Volgens Young Bruehl veranderde
Asja hem van een eenzaat in een vurig mens. Hij droeg Einbahnstrasse (1928) aan haar op.
In Parijs waar hij vanaf 1933 woonde werkte hij aan Das Passagenwerk, waarin hij de arcade
bouwstijl beschreef met verlichte etalages waar de moderne mens zich tegoed kon
doen aan de uitgestalde artikelen. Zelf stond hij daar ambivalent tegenover. Zijn
werk is geen ABC van de vooruitgang, zegt younhg Bruehl, maar hij was wel een
consistent denker, die zijn invallen in priegelschrift op papier noteerde. Ze
wil niet melodramatisch worden maar noemt de aantekeningen vlak voor zijn dood
die van een zelfmoordenaar. Ook boekhandelaar Buck Mossy vindt het
fragmentarische karakter van zijn werk kenmerkend voor Benjamin. Ze noemt het
een verzameling die nooit compleet is en door Benjamin steeds weer opnieuw
geordend werd. Laurie Anderson sluit de documentaire af met het prachtige The dream before.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten