Dichteres belust op wraak
Ik zag Delphine Lecompte ruim zes jaar op het poëziefestival
in Elswout. Ze vertelt tegen Jeroen de Kan dat ze alleen maar heftiger is
geworden in haar poëzie. Eerherstel en erkenning zijn haar doel. Haar kleurige
trui past goed bij haar flamboyante stijl. Ze leest om te beginnen het
openingsgedicht Geen succes blues in
de nieuwe bundel Western voor en dan nog maar drie strofen. Daarvan luiden de
laatste twee regels als volgt:
Ik schrijf het liefst
kwade overdadige gedichten, dan word ik gelezen / En gelezen worden is veel
prettiger dan gefrustreerd zijn.
Van Kan noemt die kwaadheid en overdadigheid een program.
Lecompte wil dat zo niet noemen, want ook tederheid komt
voor in de gedichten. Het perverse komt vanzelf binnen. Ze huivert van
degelijke gedichten, wil overdrijven, compromisloos zijn, al is ze wel uit de
marge verwijderd geraakt.
Van Kan moet dit beamen bij iemand die al verschillende
keren in de prijzen viel en in 2015 genomineerd werd voor de VSB poëzieprijs,
maar kan niet laten op te merken dat de zwartheid nooit ver weg is, zoals het spelletje roulette met een
necrofiel. Daarnaast is ze ook iemand die met verwondering om zich heen kijkt.
Lecompte begrijpt niets van de mensenwereld, al vindt ze elk
mens interessant. Ze kreeg een paar jaar geleden het aanbod om
draaideurinstalleur te worden maar dat werd niets, net als
pretparkmedewerkster, werkneemster in een uitvaartcentrum of verkoopster in een
hengelsportwinkel.
Van Kan merkt op dat ze in de poëziewereld zeer welkom is.
Lecompte vindt het fantastisch om te dichten en moet zich
intomen om niet al haar belevenissen in haar gedichten te stoppen. In Western had ze eindelijk grip op haar
werk, want meestal overspoelde het haar. Ze vond het moeilijk om een selectie
te maken uit de enorme hoeveelheid gedichten. Onmatigheid is een belangrijk
thema voor haar, in meerdere opzichten. Ze is gulzig op allerlei gebied.
Van Kan zegt dat alles erin kan.
Lecompte zegt dat dit opgaat voor een roetfilter maar ook
voor een ontslagen laminaatverkoper. Die laatste klinkt grappiger dan een
lijmsnuiver want dat ligt er te dik op. Ze denkt na over klanken en probeert
streng te zijn in haar gedichten, strenger dan ze voor zichzelf is. Haar
gedichten moeten perfect zijn, ze gooit ze weg als ze in het begin al niet
lekker lopen. Op dit moment schrijft ze al drie weken stroeve poëzie maar dat
gaat ook weer over.
Van Kan vraagt of ze dwangmatig schrijft.
Lecompte zegt dat ze dan heel gelukkig is. Haar werk is het
bijproduct van een roes. Ze zou nog steeds schrijven als de laatste mens
verdwenen was.
Van Kan vraagt of haar werk aan verandering onderhevig is.
Lecompte zegt dat haar debuut sober van toon was, maar dat
ze inmiddels de sluizen opgezet heeft, dat ze baldadiger en overdadiger is, dat
het werk uit zijn voegen barst.
Van Kan wil weten waarom er veel dieren in de bundel
voorkomen.
Die zijn belangrijk in haar leven, zegt Lecompte. Ze heeft
honden maar kan ook genieten van wilde dieren. Het zijn wonderlijke wezens met
een andere cognitie. Ze vindt troost bij hen en vindt hen niet lager in
ontwikkeling dan mensen.
Hier
mijn verslag van het Derde poëziefestival Elswout, hier
een pdf van van de eerste zestien bladzijden van de bundel Western.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten