Schrijver richt monument voor overleden collega op
Een dezer dagen komt het derde
boek van Arjen van Veelen (1980) uit, een roman dit keer over zijn vriendschap
met de Vlaming Thomas Blondeau (1978), die de romans eX (2006)en Donderhart
(2010) schreef.
Carolina Lo Galbo stelt hem
daarover enkele vragen, allereerst over hun vriendschap.
Van Veelen antwoordt dat hij Blondeau vijftien jaar geleden
in Leiden leerde kennen waar ze allebei studeerden, Blondeau
literatuurwetenschap en hijzelf klassieke talen. Blondeau moedigde hem aan om
toch vooral de kant van de literatuur te kiezen en met deze roman geeft hij
daar antwoord op. Van Veelen vertelt dat Blondeau erg bevlogen was, wist wat
hij wilde en hem op sleeptouw nam.
Lo Galbo neemt aan dat hij met zijn cynisme wilde afrekenen.
Van Veelen antwoordt dat hij vooral in klassieke richting
bezig was en dat hij de verbeelding ook belangrijk vond.
Lo Galbo begint over de dood van Blondeau in 2013 door een
hartslagaderbreuk.
Van Veelen antwoordt dat dit zeer onverwacht kwam. Blondeau
had hem tijdens zijn huwelijk met Rosanne Hertzberger (1984) toegesproken en er
was net een nieuw boek van hem uitgekomen, Het
West-Vlaamse versierhandboek geheten. Zijn dood was een kantelmoment in
zijn leven. Hij vertrok met zijn vrouw naar de Verenigde Staten en vroeg zich
af hoe hij zijn leven moest leiden. De belofte aan Blondeau om de verbeelding
een kans te geven zette hem aan het schrijven van Aantekeningen over het verplaatsen van obelisken. Na de
essaybundels Over rusteloosheid
(2010) en En hier een plaatje van een kat
& andere ongerijmdheden van het moderne leven (2013) moest hij met zijn
billen bloot.
Lo Galbo begint over de inhoud van de roman, waarin een
jonge schrijver naar Alexandrië gaat waar hij, zoals hij met zijn vriend had
afgesproken, de werken van Blondeau wil plaatsen in de vermaarde bibliotheek en
daarnaast ook op zoek gaat naar de tombe van Alexander de Grote.
Van Veelen is gefascineerd door de vroegere alleenheerser,
die een groot rijk kreeg door allerlei gebieden te veroveren. Hij vertelt de
oude anekdote dat Alexander van Pythagoras hoorde dat er meerdere werelden
waren, hetgeen hij zeer betreurde want hij had er nog niet eens één veroverd.
Het brengt Van Veelen op een vergelijking met de hedendaagse tijd waarin men enorm
moet presteren om zich op de sociale media geliefd te maken. Van Veelen die
ooit de tekst Een fantastisch
Facebookleven in 61 eenvoudige overpeinzingen publiceerde blijkt nog steeds
een groot aanhanger van het Amerikaanse medium.
Lo Galbo vraagt hem naar de ambitie die mensen als Alexander
de Grote, Thomas Blondeau en hijzelf hebben.
Van Veelen zegt dat de vriendschap met Blondeau voor hem van
grote waarde is geweest en dat hij in zijn roman zijn vriend in gefictionaliseerde
vorm onder de voornaam Tomas tot leven wilde wekken. Het was in ieder geval een
plezier om de vriendschap nog een paar jaar te bestendigen.
Hij richtte een monument voor Thomas op, besluit Lo Galbo.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten