Kennis over stervensproces vaak onvoldoende
Tekstschrijfster, redactrice en journaliste Elke Veldkamp kreeg van haar uitgeverij de opdracht om een boek te maken over de dood en interviewde daarvoor vijftien personen, waaronder schrijver Martin Michael Driessen en rouwdeskundige Leoniek van der Maarel, die uit hoofde van hun beroep veel met het onderwerp te maken hebben. Veldkamp, die geen enkele angst voor de dood kent, was blij met de opdracht en leerde de dood beter kennen.
Tekstschrijfster, redactrice en journaliste Elke Veldkamp kreeg van haar uitgeverij de opdracht om een boek te maken over de dood en interviewde daarvoor vijftien personen, waaronder schrijver Martin Michael Driessen en rouwdeskundige Leoniek van der Maarel, die uit hoofde van hun beroep veel met het onderwerp te maken hebben. Veldkamp, die geen enkele angst voor de dood kent, was blij met de opdracht en leerde de dood beter kennen.
Carolina Lo Galbo vraagt haar naar de insteek van haar
onderzoek.
Veldkamp zegt dat ze niet meer of minder dan de gemiddelde
Nederlander van de dood wist, maar zich wel afvroeg waar het algemene ongemak
ermee vandaan komt. Ze merkte dat tijdens het schrijven en in de reacties na
publicatie van haar boek. Vijftig procent van de mensen weet, zo is uit
onderzoek gebleken, weinig van het stervensproces, dat in fases verloopt, die
soms voor nabestaanden niet prettig zijn. Ze onderscheidt er vier, die als een
rode draad door haar boek lopen, te weten de sociale, biologische, psychische
en spirituele, maar gaat liever in op de vijfelementenleer die ook op de dood toegepast
kan worden. Zo gaat het element aarde over loslaten, water over verdriet, vocht
verliezen en incontinentie, vuur over de
afgenomen levenswil en ether over de wegstervende levensvonk. Ze heeft haar
gesprekspartners ook steeds naar deze elementen gevraagd.
Lo Galbo kan zich voorstellen dat kennis van de fasen minder
angstig voor de dood maakt.
Veldkamp vergelijkt de aandacht voor de dood met die voor de
geboorte. De twee processen spiegelen elkaar. Zelfmoord wordt geaccepteerd,
maar zuigelingensterfte niet, een levenseinde moet vlekkeloos verlopen terwijl
het geboorteproces met veel onrust gepaard gaat, ook bij de ouders. Dit zegt
veel over het maakbaarheidsideaal. Veldkamp denkt dat wij te veel de regie
willen houden en dat we minder goed in staat zijn tot overgave, zoals te zien
is in verwoede manieren om het leven te rekken. Ze vindt dat iedereen daar zelf
een standpunt over mag hebben, maar zelf is ze door haar boek anders gaan
denken over voltooid leven. In het interview met geriater Agnes van der Heide,
die deel uitmaakte van de commissie die een standpunt daarover moest
formuleren, kwam naar voren dat onze huidige euthanasiewetgeving voldoet en dat
een wettelijke regeling over voltooid leven die in de weg zou kunnen zitten.
Lo Galbo vraagt wanneer men zou vinden dat een leven
voltooid is.
Veldkamp antwoordt dat de discussie door mondige mensen
gevoerd wordt terwijl er tal van mensen in verzorgingstehuizen zitten die niet
weten wat ze aan moeten met het onderwerp maar de familie geen overlast willen
bezorgen en niet afhankelijk willen zijn.
Lo Galbo vraagt of ze anders is gaan nadenken over de eigen
dood.
Veldkamp antwoordt dat ze door de onderzoeken van cardioloog
Pim van Lommel geïnteresseerd raakte in bijna dood ervaringen. Ze zegt dat het
feit dat bewustzijn los van het lichaam kan bestaan door hem bewezen is en dat
dit hoop geeft voor onze toekomst.
Lo Galbo besluit het gesprek met de opmerking dat haar boek
hoopgevend is voor ons allemaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten