Inbreuk op zelfbeschikking leidde op kostscholen tot slecht
zelfgevoel.
Truska Bast schreef een boek over kinderen op katholieke
kostscholen en sprak daartoe met twintig personen die in de jaren vijftig en
zestig die kostscholen bevolkten. Daaruit heeft Bast conclusies getrokken over
het systeem dat misbruik mogelijk maakte. Ze komt zelf uit een protestants
milieu, was nieuwsgierig naar de kloosterwereld en kan er op een boeiende
manier over vertellen.
Carolina Lo Galbo vond het een schokkend boek, zelfs al
kende ze verhalen van familieleden, die in dat soort kostscholen gezeten
hadden.
Bast vond het zelf adembenemend claustrofobisch om te
bedenken dat men vierentwintig uur per dag onder toezicht stond.
Lo Galbo vraagt naar de overwegingen om naar zo’n kostschool
te gaan.
Bast antwoordt dat het onderwijs goed was en dat de kerk
erop aan stuurde dat katholieke ouders met veel kroost een kind naar een
kostschool stuurden om het gezin te ontlasten. Hoewel dat duurder was, waren er
subsidies, zowel van het rijk als van de kerk, al gingen dat soort kinderen dan
naar de goedkopere kostscholen. Oversten drukten hun stempel op de sfeer in
zo’n kostschool. Als er leerlingen van buiten naar de school kwamen was de
geslotenheid minder. Kinderen gingen in de vakanties naar huis, al was dat in
de jaren vijftig nog met mondjesmaat.
Lo Galbo begint over de lijsten van goedgekeurde boeken.
Bast antwoordt dat de lectuur niet aanstootgevend mocht zijn.
Lo Galbo vraagt of de katholieken strenger in de leer waren
dan de protestanten, die er geen kostscholen op na hielden maar kinderen naar
gezinsvervangende tehuizen stuurden als dat nodig was.
Bast wil de katholieke leer niet vergelijken met de orthodoxe
protestantse, maar weet wel dat zo’n kostschool als goed werd gezien voor de
ontwikkeling. De strakke schema’s die in de kloosters golden, werden uitgerold
in de scholen.
Lo Galbo zegt dat vriendschappen daar ontmoedigd werden.
Bast antwoordt dat men die vaak stiekem onderhield, maar dat
de paters altijd op de uitkijk stonden. De ontsnappingen, zoals naar de
snackbar, leverden mooie verhalen op.
Lo Galbo begint over het totalitaire systeem waarmee Boer de
kostscholen vergelijkt.
Bast zegt dat het sterke totalitaire trekken had vanwege de
angst voor intimiteit. Misbruik was niet haar hoofdthema maar de verwrongen
moraal leidde daar wel toe, zoals overal waar een afhankelijkheidsrelatie
bestaat. Het feit dat er één slecht opgeleide surveillant op een slaapzaal was,
gaf gemakkelijk aanleiding tot misbruik. Als kinderen naar de kamer van een
pater gevraagd werden, kon men ervan uitgaan dat er misbruik gepleegd werd,
zoals Jeroen Brouwers in Het hout
beschrijft.
Lo Galbo weet dat dit niet gepleegd werd door pedo- of homoseksuelen
en dat het celibaat niet de oorzaak was.
De begeleidende paters en nonnen hadden vaak zelf ook een
jeugd in een internaat gehad en kinderen waren gemakkelijk voorhanden. Omdat de
clerus in aanzien stond, zouden ze niet snel door de ouders aangeklaagd worden.
Lo Galbo wil weten of de selectie representatief was.
Bast zegt dat het nog erger kan zijn geweest als zij
geschetst heeft, ook al waren er ook positieve verhalen van mensen, maar die
hadden vaak een warme band met thuis. Het taboe op het lichaam was sterk binnen
het katholicisme. Door het verbod op intieme relaties was de eenzaamheid groot.
De inbreuk op de zelfbeschikking leidde tot een slecht zelfgevoel, dat men vaak
een leven lang met zich mee draagt. Ze is in ieder geval blij dat er geen
katholieke kostscholen meer zijn.
Hier
mijn bespreking van Het hout, hier een fragment over een stiekem bezoek aan een
snackbar uit mijn autobiografische roman Lege
huls.
Ha Rein, de naam van de auteur is Truska Bast, maar in de URL staat Truska Boer. http://reinswart.blogspot.nl/2017/09/truska-boer-over-uw-wil-geschiede-vpro.html
BeantwoordenVerwijderenIk heb het verbeterd maar hoe het uit de url kan weet ik niet.
BeantwoordenVerwijderenaha, nou ja, weet ik ook niet. viel me alleen op:)
Verwijderenmaakt ook niet zoveel uit