Boeiend onderzoek naar een documentaire die toch nog
afgemaakt kan worden
Documentairemaker Frans Bromet, onze waakhond als het gaat
om de bedilzucht van de overheid en andere voorbeelden van menselijk falen,
ontpopt zich niet als een tweede Coen Verbraak zoals ik na de documentaire De dokter onder vuur (2016) dacht. In de
documentaire De film die nooit afkwam onderzoekt
hij waarom een eerdere documentaire die hij eind jaren zeventig maakte over Holocaust
overlevende en kunstschilder Sieg Maandag (1937- 2013) nooit voltooid werd.
Het onderwerp sprak tot de verbeelding. Het begon met een
foto in Life van een jongetje dat in
zijn eentje het kamp Bergen Belsen uitloopt na de bevrijding ervan (zie afbeelding). Een oom van
Maandag in de Verenigde Staten herkende zijn neefje en stuurde het blad naar de
diamantbeurs in Amsterdam. Daar werd het door de moeder van Maandag gevonden,
die daarop aan de weet kwam dat haar zoon in het Weesperplein ziekenhuis lag.
Het was de bedoeling van Bromet om het jongetje en de Engelse fotograaf George
Rodger, die de aangrijpende foto maakte, met elkaar te verenigen, maar daar
kwam het nooit van omdat producer George Becht niet te spreken was over
nagespeelde scènes die Bromet had ingelast. Omdat Bromet beelden uit Bergen
Belsen, die onder andere te zien zijn in de documentaire Night will fall (2014), te afschuwelijk vond, leukte hij zijn
documentaire op met nagespeelde scènes uit de kindertijd van Maandag, zoals met
zijn moeder die hem liefdevol onderstopte. Becht trok daarop de stekker uit het
project.
Om te beginnen toont Bromet de filmrollen die opgeslagen
liggen bij de familie van Maandag. Dochter Sarah vroeg, zonder dat Frans het
wist, filmmaker Lex Bolle om de beelden toonbaar te maken. Dat deed hij, maar tot
een vervolg kwam het niet omdat hij twijfelde aan de kwaliteit van de
nagespeelde scènes. Tijdens de huidige documentaire kijkt de familie in
aanwezigheid van Bromet opnieuw naar de beelden en geeft daarop commentaar. Aangrijpend
zijn de verhalen die Maandag vertelt over zijn kampervaringen en de reacties
van zijn vrouw Karen en zijn kinderen Sarah en Simon daarop. Karen zegt dat haar
verhouding met de getraumatiseerde Maandag niet gemakkelijk was maar dat zijn
liefde voor haar veertig jaar stand hield. Sarah wil helemaal geen beelden meer
zien van concentratiekampen, van nu niet en toen niet, en heeft moeite om de
oude beelden terug te zien. Simon moet er niet aan denken dat hij net als zijn
vader van zijn moeder gescheiden was geworden. Karen was niet erg te spreken
over beelden van de bevalling van Sarah, die inmiddels zelf ook weer kinderen
heeft en zelfs een zoontje mee laat kijken. Bromet hoort van Sarah dat haar
moeder wellicht door Becht beïnvloed werd en dat de film wellicht alsnog had
kunnen worden uitgebracht als Bromet zijn kont nier tegen de krib gegooid had,
hetgeen, zoals hij zelf zegt, een zwarte bladzijde in zijn loopbaan werd.
In ieder geval zijn er toch nog foto’s van de ontmoeting
tussen fotograaf Rodger en Maandag, wellicht gemaakt door de vrouw van Rodger
die inmiddels ook al weduwe is, al weet ze dat niet meer zeker. Bromet gaat ook
bij haar op bezoek en hoort van haar dat het bezwaar tegen de documentaire, dat
wellicht, zoals Sarah ook al dacht, toch bij Karen vandaan kwam, vandaag de dag
niet meer speelt. Waarop Bromet opgelucht zucht dat de film toch nog kan worden
afgemaakt
Geen opmerkingen:
Een reactie posten