Acrobatiek leidt niet als vanzelf naar theater
Na de zoiets-heb-je-nog-nooit-gezien voorstelling Man met hoed komt Boost producties met
de moet-je-zelf-zien voorstelling Vita
in de regie van Lennie Visser, die in de vorige productie ook al de circusregie
op zich nam. Ditmaal speelt de voorstelling zich af in de benedenzaal van de
Toneelschuur die meer ruimte biedt voor allerlei capriolen. Net als de vorige
keer staat er weer een ingenieuze houten constructie op het podium, dat de
behuizing vormt waarin en waaromheen drie acrobaten hun kunsten vertonen. Die
spelen zich af rond de strijd die Vita voert om haar leven tot rijkdom te
brengen en eindigt na heel veel balanceerkunst letterlijk in een hoogtepunt.
De première voorstelling begint met Vita (Marieke Thijssen) die uit
het bouwwerk komt en nieuwsgierig om zich heen kijkt, al is ze de eerste vrouw
op aarde. Al gauw valt er een man (David Mupanda) naar beneden en Vita probeert
contact met hem te maken, maar helaas zit er nog weinig leven in hem. Vita wekt
de leden pop tot leven en probeert vriendschap met hem te sluiten maar dat
wordt door hem afgewezen. Hetzelfde gebeurt met de tweede man (Wilko Schütz). Het
is een spel van toenaderen en afstoten dat gespeeld wordt dat nog het meest
doet denken aan de apenrots in Artis waar de dieren ook schijnbaar zonder reden
achter elkaar aan zitten, elkaar te lijf gaan of zich met elkaar verzoenen. Op
het toneel klimt, glijdt en klautert men over de panelen en gebruikt men elkaar
om allerlei capriolen te tonen, al doen de koprollen van de mannen gekunsteld
aan.
Vita geeft niet op en probeert steeds weer aansluiting te
vinden bij de mannen die liever met elkaar zijn, maar weet tenslotte, zoals
elke aanhouder, wel haar verlangen te verwezenlijken. Marieke speelt haar rol
met veel energie en overtuigingskracht en wordt daarin geholpen door sterk
tegenspel van de mannen. Mooi is een scène waarin ze als een vogeltje uit haar
huis gevlogen lijkt te komen en liefdevol wordt opgevangen door de mannen, in
een andere scène is ze heel onzeker hetgeen mooi tot uiting komt in haar
bewegingen. Op zo’n moment komt er ook spanning in de voorstelling. Helaas is
het verhaal rond haar emancipatiestrijd nogal mager hetgeen leidt tot een
herhaling van dezelfde patronen. Anders dan in Man met hoed is de humor helaas ook ver te zoeken.
De muziek is sterk bepalend in de voorstelling, van de
eerste regendruppels, het hanengekraai tot schrijnende violen en triomferende vogelzang.
Het gevarieerde klankbed geeft de sfeer aan, die verandert van uitbundig tot
ingetogen, van versnellend naar vertragend, van conflictueus tot harmonieus. De
kleuren van de kostuums - Marieke in een olijfgroen broekpak, David in een witte
en Wilko in een bordeauxrode overall – passen mooi bij elkaar en het decor is
een fraai samenstel dat op allerlei manieren gedraaid kan worden tot het
tenslotte als een gemaakte legpuzzel op de vloer ligt, maar het idee om acrobatiek
en theater met elkaar te verbinden blijkt toch moeilijker dan gedacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten