Onderzoek naar het mislukken van een relatie
De derde roman van Reneé van Marissing gaat over het
stuklopen van een relatie. Van Marissing onderzocht in Parttime astronaut de omstandigheden waardoor een relatie sterker
wordt dan wel opgezegd wordt. Al lijkt de vrouw op de foto veel op de schrijfster, ze heeft niet uit
haar persoonlijk leven geput.
Carolina Lo Galbo vat kort samen dat het om een journaliste
gaat die Karlijn heet en samen met Jasper een kind heeft. Ze vraagt of zij de
claustrofobie kent die Karlijn meemaakt.
Van Marissing zegt dat ze moeilijk kan ontsnappen aan de
situatie waarin ze verkeert. Zij zet haar verbeelding in om te ontsnappen aan
de relationele ellende.
Lo Galbo merkt op dat het stel sinds de geboorte van Lucas
uit elkaar gegroeid is.
Van Marissing spreekt van pijlers in een relatie die een
omslagpunt vormen waarna het beter of juist slechter gaat. Ze vond het
interessant om te onderzoeken hoe dat gaat, waar de verwijdering dan begint.
Vaak is er geen punt aan te wijzen en moet je ergens de vinger op willen
leggen.
Lo Galbo vraagt of er momenten zijn geweest waarop Karlijn
en Jasper dichter bij elkaar hadden kunnen komen.
Volgens Van Marissing hadden ze misschien van de misstap van
Jasper kunnen leren.
Haar interesse in het onderwerp gewekt werd door een artikel
in De Groene over Kierkegaard die stelde dat het kwijtraken van jezelf vaak
geruisloos verloopt.
Lo Galbo vraagt of er veel relaties om haar heen uit elkaar
vallen.
Van Marissing kent er niet zoveel, maar denkt dat een
buitenstaander sneller signaleert dat er iets mis is. Karlijn kan niets
veranderen. In de roman begint ze op te merken dat er iets mis is. Met een kind
wordt het lastig om de relatie te beëindigen.
Lo Galbo prijst de dialogen en vraagt Van Marissing om een
stukje voor te lezen met een dubbele dialoog tussen het stel en het stel en het
kind, dat ze niet letterlijk geobserveerd heeft maar wel heeft waargenomen in
haar omgeving. Lo Galbo vraagt hoe men de vervreemding voor kan zijn.
Volgens Van Marissing leidt zoiets tot obligate antwoorden
als tijd vrijmaken voor elkaar.
Lo Galbo begint over de rollen die men speelt.
Van Marissing zegt
dat Karlijn niet aan de moederrol vast wilde zitten en recalcitrant daar tegen
aan schopt. Jasper heeft minder moeite met de vaderrol, minder last van de
angst om geframed te worden. Karlijn wil na de bevalling snel weer aan het werk
om haar hoofd weer te kunnen gebruiken. Jasper vraagt haar van wie ze dat moet
en of ze dat moet willen willen.
Lo Galbo wil weten waarom het voor haar zo moeilijk is om gehoor
te geven aan haar hart.
Van Marissing zegt dat Karlijn al na drie weken aan het werk
wil, maar dat is stoerheid, vanuit zelfbehoud geroepen.
Lo Galbo vindt Jasper sympathieker en had liever meer over
hem gehoord.
Van Marissing vond het belangrijk om de roman vanuit Karlijn
te schrijven, waardoor men de anderen automatisch door haar blik ziet.
La Galbo vindt het boek goed gelukt en verplichte kost voor
jonge gezinnen.
Van Marissing zegt dat het boek niet ontploft maar
implodeert en dat het plot in dienst staat van het onderwerp.
Hier
een leesfragment op de site van Athenaeum Boekhandel,
Geen opmerkingen:
Een reactie posten