Een goede schrijver laat de lezer met andere ogen kijken
Rob van Essen is een
begenadigd schrijver van verhalen, zoals hij bewees in de bundel Hier
wonen ook mensen (2014). De laatste zin uit mijn bespreking luidde dat zijn
manier van schrijven een band schept tussen lezer en schrijver en voor een
heerlijke leeservaring zorgt, nog versterkt omdat hij de verbeelding niet
schuwt. In het gesprek waarmee Carolina Lo Galbo het seizoen 20217-2018
aftrapt, komen deze elementen opnieuw naar voren. Van Essen zegt dat hij een
broertje dood heeft aan het hyperrealisme omdat er zoveel meer op papier te
bedenken valt. Eerder al schreef Van Essen de roman, Visser (2008) en in Winter in
Amerika keert hij tot deze prozavorm terug.
Lo Galbo zegt dat ze van het boek genoten heeft en begint
meteen over de inhoud. Schrijver Winter dient zijn memoires te schrijven opdat
de uitgeverij niet het loodje legt. Redactrice Katja Ouwehand moet erop toezien
dat de oude Winter ook daadwerkelijk aan de slag gaat. Lo Galbo vraagt hm een
passage voor te lezen waarin Winter schrijvers in praatprogramma’s bekritiseert
maar over een andere aanpak heeft Van Essen niet nagedacht. Lo Galbo zegt dat
het in de roman slecht met de literatuur gesteld is. Van Essen corrigeert haar
want dit gaat over het gedoe rond de literatuur, die zelf keurig in
boekenkasten in het gelid staat.
De vraag of de wereld nog wel op de memoires van een oude
schrijver zit te wachten, deed me denken aan een interview afgelopen zaterdag in
de Volkskrant met Max Pam die de roman van zijn leven schreef en niet hoopt dat
men die in verband brengt met Theo van Gogh want voor hem is in Nederland
weinig belangstelling meer. Lo Galbo vraagt of men echt niet meer in Reve
geïnteresseerd is. Van Essen leest hem zeker nog wel, maar Vestdijk is een
andere zaak. Hij vindt het overigens niet erg dat schrijvers vergeten worden.
Zijn vader had het altijd over schrijvers uit het interbellum en die kennen we
ook niet meer. Van Essen vindt het lezen van literatuur toch al niet zo
belangrijk. Hij ziet het zelf vooral als een esthetische ervaring. Hij wil zelf
de lezer vervoeren, iets in het hoofd van de lezer teweeg brengen. Zelf werd
hij streng christelijk opgevoed. Hij las boeken van zijn vader die naast
onderwijzer ook kinderboeken schreef en ook veel uit de bibliotheek. Hij
verslond de boeken van Tonke Dragt. Escapisme, nieuwsgierigheid en genot
kenmerkten zijn leeservaring. Katja vindt het heerlijk dat een boek, anders dan
het leven, ergens eindigt. Als schrijver communiceert hij met de lezer, maar op
veilige afstand. Het valt hem op dat de lezer net weer anders leest dan hij
schrijft. Door veel te lezen – Van Essen is recensent buitenlandse literatuur
voor NRC – krijgt hij inzicht in literaire mogelijkheden, waarbij hij graag de
grens vaak opzoekt wat een lezer nog accepteert.
Lo Galbo vraagt of er zoiets als een Nederlands boek bestaat
Van Essen meent dat de huidige schrijver vooral
internationaal gericht is, maar misschien kan Vestdijk als een Nederlands
schrijver aangemerkt worden.
Lo Galbo vraagt naar zijn kritiek op navelstaarderige
literatuur.
Van Essen zegt dat die, zeker in een tijd waarin om de gunst
van de lezer gevochten moet worden, niet verkoopt. Zelf schreef hij vorig jaar het
literaire non fictie boek Kind van de
verzorgingsstaat maar dat geeft ook een beeld van zijn tijd, zegt hij. Winter in Amerika begon als een kort
verhaal dat zich vanzelf uitbreidde.
Op teletekst las ik dat hij wil laten kijken met nieuwe
ogen. Om dit voor elkaar te krijgen, heeft men een getalenteerd schrijver nodig
die zijn formuleringen zo kan kiezen dat de lezer verrast wordt. Dat kunnen we
aan Van Essen wel overlaten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten