Openhartige medici doen een boekje open
De zeer actieve filmmaker Frans Bromet lijkt een nieuwe
stijl gevonden. Net als in Klokkenluiders
filmt hij ook De dokter onder vuur
zonder veel entourage. In de laatste documentaire, die gaat over medisch
specialisten die (vermeende) fouten in hun werk begaan, krijgen we alleen een
inkijkje in hun hobby die meestal iets van sport of muziek betreft. Hoewel het
een onderwerp dat graag verzwegen wordt, heeft Bromet toch een stel medici
bereid gevonden om hun zegje daarover te doen. Hij laat om te beginnen zien dat
fouten in zijn eigen werk veel voorkomen maar dat die veel minder ernstige
gevolgen hebben dan de fouten of vermeende fouten die medici maken.
Bart Schrier is uroloog en voetbalscheidsrechter, die liever
over complicaties dan over fouten praat. Hij heeft wel ooit een naald in de
patiënt achtergelaten en vond het lastig dat tegen de patiënt te vertellen. Hij
nam dat met zich mee, al kon zoiets weinig kwaad. Als iemand dat toch lijkt te
voelen wordt zo’n lichaamsvreemd instrument er toch uit gehaald.
Chirurg Johan Lange vertelt over een zaak waarbij hij een
verkeerde zenuw raakte. Ook vergat hij een keer een darm dicht te maken. In het
laatste geval was er een assistente die hem beleefd vroeg naar de reden daarvan
zodat hij zijn vergissing kon goedmaken. Hij zou een fout het liefst ontkennen
maar daarmee ontneemt hij de patiënt begrip en de mogelijkheid om het gevolg te
verwerken en de organisatie de kans om de zorg te verbeteren. Openheid in het
team is een groot goed.
Marjo Jager is kinderarts ging niet op tijd kijken naar een
ernstig zieke en probeerde haar gedrag te rationaliseren, maar had er wel
slapeloze nachten van. Ze zegt dat men ondanks de meldingsplicht zaken onder de
pet houdt en dat fouten vaak meer met processen en procedures te maken hebben
dan met mensen. Werken in een teamverband voorkomt fouten, ook al is er een
eindverantwoordelijke.
Joost Hoekstra is internist en zag ooit een kankergezwel
over het hoofd. Pas enkele jaren later vertelde hij dat aan de patiënt die toen
aan de betere hand was. Een patiënt geeft zich over aan een medicus als een
luchtreiziger aan een piloo, zegt hij. Hij heeft over het algemeen geen last
van kritische patiënten maar er zijn grenzen.
Anneke Westerman is oncoloog en vertelt over een verkeerde
diagnose van een jongeman met een fysiek beroep. Eerst werd een deel van zijn
bekken verwijderd waardoor hij motorisch instabiel werd en later bleek dat hij
leukemie had. De jongen en diens vader namen de medici niets kwalijk.
Internist Hans Abij was niet voorbereid op een tuchtzaak die
door een boze patiënte werd aangespannen omdat ze geen tweede dikke darm scopie
kreeg maar wel kanker. Door de zaak functioneerde hij minder en het had ook een
impact op zijn gezinsleven. Hij kwam er af met een waarschuwing, zou het
onprofessioneel vinden om niet open te zijn over fouten en gaf de vrouw zelfs
de suggestie om een klacht in te dienen. Hij werd door de open cultuur in zijn
ziekenhuis door collega’s niet op zijn fout aangekeken, maar heeft ervan
geleerd om de zorgen van een patiënt serieuzer te nemen. Hij gaat graag naar
zijn werk, maar in zijn achterhoofd zit nog steeds de angst dat het zomaar mis
kan gaan.
Chirurg Liesbeth Jansen (zie foto) moest twee keer voor de tuchtraad
komen, beide keren vanwege zaken waar ze niets aan kon doen, maar die haar wel
erg bezig hielden, de eerste keer omdat het zich afspeelde rond de geboorte van
haar zoon. Ze was toen nog in opleiding, schrok van een brief die ze vond op
het secretariaat en barstte in huilen uit. Onzekerheid is een deel van het werk
en ze wil niet als een jurist gaan denken.
Simon Boerboom was psychiater en werd aangeklaagd vanwege
schuld aan het overlijden van een cliënt door een verkeerde medicatie. Hij werd
uit zijn ambt gezet en twijfelde aan zichzelf. Hij moest zijn huis verkopen, woont
op een volkstuincomplex en is bezig met verzamelen van informatie om
gerehabiliteerd te worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten