Democratie, dat is nogal wat
De nieuwe debatserie in Pakhuis de Zwijger over nieuwe
vormen van democratie begint met een kort college van hoogleraar John Grin (zie foto) over
transitie. Deze term werd al in een eerdere Tegenlicht uitzending uit 2013 rond
Jan Rotmans uit de doeken gedaan. Inmiddels heeft men niet stil gezeten, zoals
de sites Transitie Nederland en Transitiepraktijk laten zien. Moderator
Natasja van den Berg probeert in een gesprek met Grin, Albert Jan Kruiter van
het Instituut voor publieke waarden en politicologe Monique Leyenaar een bodem
te leggen die het mogelijk maakt om in volgende debatten verder te praten over
democratische vernieuwing. Ze gaat door waar Het Filosofisch Kwintet laatst stopte, ook al is klopt dit niet in als
we de chronologie in acht nemen.
Grin legt uit dat transities veranderingen bewerkstelligen
op allerlei maatschappelijke gebieden. Parallelle ontwikkelingen breken door gewone
gang van zaken heen. Grin noemt het voorbeeld van de elektrificatie die de
kolenboer aan de dijk zette. Om een verandering teweeg te brengen is een taal
nodig. In het geval van de elektrificatie was dat een term als energiecentrale.
In de transitietaal worden termen gebruikt als regime, nichepraktijken en
landschap. Een materiële structuur dient aanwezig te zijn. In de
energietransitie zijn dit zonnepanelen. Een nichepraktijk laat zien dat die in de
vorm van dakpannen gelegd kunnen worden. De transitie gaat sneller als
verschillende dynamieken elkaar versterken. Op het vlak van democratische
vernieuwing kunnen dit soort begrippen ook gebruikt worden om inzicht te
krijgen in het veranderingsproces.
Van den Berg leidt het gesprek in met de vaststelling dat de
democratie beter kan. Ze vraagt wat de gasten eerst willen zeggen over het
huidige regime. Kruiter vindt dat het burgerschap afneemt, zoals te zien is in
de daling van de leden van politieke partijen. Het individualisme en het
cliëntelisme is groot. Hij voorspelt over zeven jaar een ondergang van ons
democratisch systeem. Leyenaar zegt dat de maatschappij veranderd is maar de
politiek niet. In termen van transitie kunnen we zeggen dat het landschap
veranderd is. De verschillen tussen de partijen zijn veel kleiner geworden en
de mensen mondiger. Burgers willen meer zelf doen.. Kruiter zegt dat dit niet
automatisch inhoudt dat daarmee de democratie gediend is. Er zit ook veel
eigenbelang bij.
Van den Berg wil weten in welke de politiek moet veranderen
om aansluiting te vinden bij de tijdgeest. Leyenaar bepleit andere vormen van
democratie dan de representatieve, omdat verschillende groepen daarin buiten de
boot vallen. Zij denkt aan meer directe en participatieve vormen en is
voorstander van burgerjury’s. Grin zegt dat die ook een schakel kunnen vormen
bij vragen zoals in welk land we willen leven. Een filosoof in de zaal merkt op
dat private belangen het democratisch ideaal ondermijnen. De burger is een
consument geworden. De taal is daarmee gewijzigd. Grin wijst op een nichepraktijk
als Buurtzorg die meer kwaliteit biedt tegen minder kosten. Een ander uit de
zaal brengt het atlas complex naar voren waarbij politici menen dat zij de
beslissingen nemen terwijl die in werkelijkheid wereldwijd door kapitalisten en
op lokaal niveau door burgers genomen worden. Nog een ander brengt het
welbegrepen eigenbelang in dat tussen algemeen en eigenbelang in zit en dat
voor goede ontwikkelingen, bijvoorbeeld op het gebied van de woningbouw, heeft
gezorgd.
Ook de initiatieven van David van Reybrouck, digitale
praktijken en deliberatieve vormen als de G-1000 komen aan bod. Die kunnen ook
gezien worden als nichepraktijken, maar op een of andere manier lijkt met het
aandragen van bouwstenen het zicht verloren te gaan op de richting die we uit moeten.
Kruiter verzucht dat het nogal wat is, die democratie. Loten wie deelneemt aan
een gesprek vindt hij in ieder geval depolitiseren. Iemand uit de zaal merkt op
dat de decentralisatie van overheidstaken de burger alleen maar nijdiger heeft
gemaakt. Kruiter merkt op dat die tot beleidsinstrument is gemaakt. De overheid
vult de rol van de burger zelf in. De vraag van een ander hoe ver we inmiddels
met de transitie zijn, is moeilijk te beantwoorden. Het verzet van het regime tegen
verandering is taai denk ik en elke adempauze wordt gebruikt om gebied terug te
veroveren. De nationale politiek krijgt steeds minder te zeggen, klem als ze
zit tussen Europese regelgeving en lokale initiatieven. Maar het denken in
termen van transitie lijkt me waardevol om het veranderingsproces te begrijpen.
Hier
mijn verslag van TransitieNL, hier de site van Transitie Nederland, hier die van Transitiepraktijkm waarop men zelf met een transitie aan de slag
kan gaan, hier de
site van Pakhuis de Zwijger met een livestream van deze uitzending, waarop men
de powerpointpresentatie van Grin in zijn geheel kan beluisteren, hier
mijn bespreking van Het Filosofisch
Kwintet over de toekomst van de democratie, hier meer over het Instituut voor
Publieke Waarden, die in De Tocqueville een belangrijke inspirator ziet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten