Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zaterdag 30 september 2017

Derde kwartaalbericht Allerhande maar vooral literatuur 2017


Overeind blijven in een wankele wereld

De toestand in de wereld wordt er niet beter op. In plaats van samen te werken om onze planeet leefbaar te houden, vecht men elkaar de tent uit. De toenemende bewapening in de wereld - nu weer door Iran - is een rechtstreeks gevolg van de onvoorspelbaarheid die Trump om zich heen creëert, maar Trump komt natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen. Hij is een voorbeeld van gevoelens van onveiligheid die de al zo lang voorspelde economische crisis teweeg brengt. Het kapitalisme bevindt in een eindstadium en trekt de touwtjes hard aan waardoor immateriële waarden een speelbal worden van de hebzucht van enkelingen. Het is een interessante vraag waarom we dit laten passeren en het antwoord heeft veel te maken met het feit dat we zelf boter op ons hoofd hebben en de situatie in stand houden. Dit werd bijvoorbeeld duidelijk aangetoond door Cees Grimbergen in zijn vervolgserie Zwarte zwanen over de pensioenen. We hebben liever dat men in foute bedrijven belegt zodat wij met een hoger pensioen naar een of ander vakantie eiland kunnen vliegen. We blijven consumeren tot de wereld erbij neervalt.

Dit zwarte scenario wordt weersproken door de lezingencyclus Betovering en inzicht van Victor Kal. Niet door zijn vaststelling in zijn eerste lezing dat we door het afzweren van religie het heidendom binnengehaald hebben, maar - om het in mijn eigen woorden te zeggen - door het benadrukken van een houding van openheid, van vertrouwen in de toekomst, in de vierde lezing uitgedrukt in een andersoortig tijdsverloop dan de chronologische. Eerst komt de toekomst en die zet het verleden en het heden in een ander licht. Door het uitzicht op een gelukkige toekomst wordt de loodzware last van het verleden doorbroken. Achille Mbembe wijst in die richting aan het eind van Kritiek van de zwarte rede: 'We kunnen dus zoveel grenzen bouwen als we willen, muren en omheiningen optrekken, indelingen, classificaties en hiërarchieën aanbrengen, uit het mensdom de mannen en vrouwen proberen te verwijderen die we hebben vernederd, op wie we neerkijken, die niet op ons lijken of met wie we naar ons oordeel nooit tot een goede verstandhouding zullen komen: er is toch maar één wereld en we hebben er allemaal recht op.’ Wellicht helpt het nieuwe plan van de EU om vluchtelingen vanuit Afrika over te laten komen om een eerste stap daartoe te zetten. Tegelijk dienen we werk te maken van een betere leefbaarheid in Afrika zelf.

Als we techno optimisten zoals Patrick Lammers in De klimaatkloof mogen geloven kunnen we met het irrigeren van woestijnen met behulp van zonne-energie ervoor zorgen dat Afrikanen niet weg hoeven te vluchten. Een andere manier om zoiets te verwezenlijken kwam van de inmiddels overleden kunstenaar Peter Westerveld die in De man die de wereld wilde veranderen door Mariëtte Faber geportretteerd werd. In een tijd waarin men zich afvraagt of de mens door de technologie verandert, zoals Robbert Dijkgraaf deed in de prestigieuze serie The mind of the universe is het van belang om ons niet gek te laten maken met experimenten die niet gericht zijn op een gelukkiger leven in een duurzame wereld.  

Maatschappelijke vernieuwing is geen zaak die van vandaag op morgen tot stand komt. De tegenkrachten zijn groot, vooral van witte mannen die hun hegemonie bedreigd zien. Eerder al liet Wilfred De Bruijn in de serie Op zoek naar Frankrijk zien dat hoe harder we vasthouden aan het oude des te moeilijk het veranderingsproces verloopt. Vastklampen aan aloude gebruiken als Zwarte piet en vermolmde instituties als de nationale staat brengt ons weinig verder. Zelfs militairen zijn in staat ontroering op te wekken, zoals we zagen in de serie Kijken in de ziel van Coen Verbraak. De mens is zo slecht nog niet. Vertrouwen is en blijft het bindmiddel, zoals duidelijk werd in de Tegenlicht uitzending Ons dagelijks brood over het broodfonds.

Schrijven kan ook een middel om iets te bereiken. Lieke Marsman doet in Het tegenovergestelde van een mens een poging om het huidige levensgevoel te duiden en straks is er de nieuwe roman Harnas van hansaplast van Charlotte Mutsaers. Buiten het geijkte schema van autonome of geëngageerde kunst om, leveren dit soort schrijvers, zoals Rosalie Buikema in Revoltes in de cultuurkritiek stelde, een kritische bijdrage aan ons mens-zijn in een tijd van heftige verandering.

Hier mijn verslag van de lezingenserie van Victor Kal, hier mijn bespreking van Kritiek van de zwarte rede, hier mijn verslag van De klimaatkloof, hier die van Kijken in de ziel: militairen, hier mijn bespreking van Ons dagelijks brood, hier die van het vervolg van de serie Zwarte Zwanen, hier die van De man die de wereld wilde veranderen, hier die van The mind of the universe, hier die van Op zoek naar Frankrijk, hier die van Revoltes in de cultuurkritiekDe afbeelding is gemaakt door TJarko van der Pol voor De Correspondent.

Filmrecensie: Eaux profondes (1981), Michel Deville


Broeierig zoals alleen een Franse film dat kan zijn

Michel Deville (1931) is een geslepen Frans filmregisseur, zoals blijkt uit de film Eaux profondes, dat in het Nederlands vertaald Diepe wateren zou heten. De film intrigeert meteen door de manier waarop echtgenote Vic zijn vrouw Mélanie op een feestje gadeslaat, terwijl ze ingepalmd wordt door een knappe jongeman. De hoofdrollen van Isabelle Huppert en Jean Louis Trintignaut dragen bij aan een adembenemend kijkspel.

De film speelt zich af op het eiland Jersey. Vic heeft daar een parfumfabriekje, brengt hun dochter Marion naar school, maar heeft het meeste oog voor zijn knappe jonge vrouw Mélanie, die graag de aandacht van andere mannen op zich vestigt, zoals Joël. De laatste dankt Vic voor de generositeit waarmee Vic hem met zijn vrouw laat begaan. Vic zegt dat hij graag een ander zijn geluk gunt, maar als hij een hekel aan zo’n minnaar heeft vermoordt hij die ook meteen, zoals hij deed met Malcolm McRae.

Als Joël naar Parijs moet, vraagt Vic Ralph om zijn vrouw gezelschap te houden. In de mooiste scène uit de film danst Ralph met de half ontblote Mélanie in de huiskamer (zie foto), terwijl Vic een schaakprobleem probeert op te lossen en daarna een boek leest. Als hij Ralph de volgende ochtend hetzelfde toevoegt als eerder tegen Joël maakt Ralph dat hij wegkomt.

Als Vic in de krant leest dat de moordenaar van Malcolm McRae gepakt is, valt zijn tactiek in duigen. Zijn positie wordt alleen maar moeilijker als Mélanie zelf pianist Carlo in huis haalt met wie ze aangename uurtjes beleeft. In de daaropvolgende oorlog tussen Vic en Mélanie wordt Carlo in het zwembad door Vic gedood. Mélanie is des duivels. In een groepsverhoor door de politie zegt ze dat Vic het deed omdat zij Carlo graag mocht, maar dat leidt, vanwege het grote aanzien dat de aimabele Vic geniet, niet tot verder onderzoek van de zaak.

Dit is nog maar het begin, gromt Mélanie en begint een affaire met de jonge historicus Robert. De scène met Ralph in hun huis herhaalt zich, maar dit maal spreekt Vic een verholen bedreiging uit, waarop hij een eind maakt aan de affaire. Van een scheiding wil Mélanie niet weten. Ze wil dat Vic net zo ongelukkig is als zijzelf. Als Vic een Canadees voor haar opduikelt, Anthony Cameron, geïnteresseerd in parfums, gaat ze toch in op een scheiding om daarop met Cameron te kunnen vluchten, maar dat is weer tegen het zere been van Vic.  

Tegen Marion die in de schoolleeftijd is en af en toe ook wel wat opvangt van de strijd tussen haar ouders vertelt Vic het verhaal over Samson en Delila uit het bijbelboek Rechters, waarin Samson zijn geheim van zijn kracht niet wil prijsgeven aan Delila omdat hij anders net zo zwak zou worden als een ander.

Eaux profondes is broeierig zoals alleen een Franse film kan zijn. Daarvan getuigen ook de wijngaardslakken die Vic in een terrarium verzamelt. De langzame manier waarop de slijmerige beesten bewegen suggereert heel mooi waar het in de film om draait.

De film is gebaseerd op de roman Deep water (1957) van Patricia Highmsmith, waarin Vic en Melinda het met elkaar uitvechten.

Hier de trailer, hier mooie scènefoto’s op VPRO Cinema.

vrijdag 29 september 2017

Recensie: De twee rivieren (2015), Inez van Dullemen


Gewaarwordingen soepel omgezet in woorden

Uit het gesprek dat de negentigjarige Inez van Dullemen eerder met Wim Brands over De twee rivieren voerde, kreeg ik de indruk dat het verhaal zich afspeelde rond de woning van de schrijfster en met haar man Erik Vos ergens in de buurt van de Dordogne. Pas aan het eind contempleert ze als een de jonge Boeddha bij haar huis aan het water waar twee rivieren samenkomen over het leven zoals zich dat aan haar voltrokken heeft. Het is geen kijken wat ze doet maar ontspannen ondergaan van hetgeen haar invalt. De herinneringen zijn op eenzelfde soepele wijze opgeschreven, waardoor ze heel gemakkelijk binnenkomen. De variëteit aan onderwerpen - van kunstschilders als Frida Kahlo en Rembrandt, tot dichter Pablo Neruda, zanger Freddy Mercury en toneelmaker Lodewijk de Boer - maakt het lezen afwisselend. De inhoud wekt sympathie voor de schrijfster die oog heeft voor het kleine om haar heen, waaronder de vogels die bij haar op bezoek komen.

De vier delen hebben betrekking op december 2014 en de eerste drie maanden van 2015. Uitspraken uit werken van Shakespeare vormen een motto voor haar herinneringen, die ze ontleent aan de achtenveertig dagboekjes die nog niet naar het Letterkundig Museum gegaan zijn. Ze begint met een algemene uitspraak van de Indiase filosoof Vatsyayana: it’s not the road you walk, it’s the walking. Dat klinkt ook door in met de opvattingen van Van Dullemen, die regelmatig in het buitenland woonde, in haar leven veel heeft gereisd en het jammer vindt dat daar een eind aan gekomen is. Het op weg zijn was altijd belangrijker dan hetgeen ze ermee bereikte, maar paradoxaal genoeg bereikte ze daarmee meer dan ze voor mogelijk had gehouden. Een voorbeeld daarvan is een uitstapje naar het door een orkaan getroffen plaatsje Biloxi in de buurt van New 0rleans. Van Dullemen komt een oude vrouw tegen die met een verfpot in de hand loopt en een ogenblik later de drempel overschildert van wat ooit haar ouderlijk huis was. ‘ Verf droop langs haar onderarm maar ze scheen het niet te merken. Zonder op antwoord te wachten mompelde ze onverstaanbare woorden, net alsof zich binnen in haar iets ontrolde, een dun muziekdeuntje.’ Terwijl de lezer denkt dat de vrouw niet goed snik is, blijkt aan het eind, waarin de vrouw op haar hoofd tikt en zegt dat men nog niet dood hoeft zolang de bovenkamer nog werkt, het tegendeel daarvan.

Dat neemt niet weg dat de Amsterdamse vooral oog heeft voor mensen die zich ver van de hoofdstroom bewegen. Een van hun is de dichter Jan Arends, die bij haar ouders - haar moeder was schrijfster en haar vader werkte aan het gerechtshof aan de Prinsengracht - over de vloer kwam als hij in hoge nood moest bevallen van een gedicht. Van Dullemen luisterde aan de deur naar het langzame getik van Arends op de familiemachine: ’Het geluid van het typen was verbazingwekkend en bestond uit enkele luide aanslagen, door lange tijdspaties onderbroken. Je hoorde hoe een letter met samengebalde kracht op het papier werd gehamerd en daarna nog een en vervolgens werd het papier weggescheurd en begon alles van voren af aan.’ Ze zag later uilenballen op de vloer liggen, zoals ze eerder ook tegen Brands zei. Vandaar ook dat het toneel, waarvan haar man zijn levenswerk maakte, haar zeer boeide. ‘Omdat toneel vaak over abnormale en gestoorde mensen gaat, vond ik daar altijd inspiratie.’

Vogels hebben haar voorliefde zoals de fraaie omslag laat zien. Met een roodborst, die haar met zijn priemende oogje nieuwsgierig aankijkt voelt ze een bandt, maar dat geldt ook voor de eenden die om voedsel komen vragen en de kauwen die dat brutaal voor de hun poten weggrissen. Er kwam zelfs een keer een heggemus bij haar in huis die ze liefdevol weer buiten zet. Ze refereert zelfs aan Leonardo de Vinci die vliegmodellen ontwikkelde en misschien was paragliden ook wel wat voor haar geweest.  

De betekenis van schrijven lag in de vervulling, zegt ze, want als ze niet schreef voelde ze zich leeg en bloedeloos: ‘Er is iets dat bevrijd wil worden en dat proces is een van de aandrijfkrachten die ons ertoe beweegt stem te geven aan datgene wat in ons onderbewustzijn leeft. Of is het nog anders, is de bevrijding een nevenverschijnsel, een uitvloeisel van alle inspanningen en komt het ook voor dat pijn geen uitvloeisel is maar juist aanleiding tot het maken van kunst.’ Hoe het zij, de herinneringen die Van Dullemen aan de openbaarheid prijsgeeft tekenen een mens die waarlijk leefde en daarmee een voorbeeld is voor ons allen. 

Hier mijn verslag van het gesprek dat Brands in januari 2016 met haar had over De twee rivieren. Achteraf is daarin duidelijk te horen hoe dicht de dood hem op de hielen zat.   

A haunting history (2016), documentaire van Ilse en Femke van Velzen


Stammenstrijd in Zuid Soedan maakt het leven tot een hel

De tweelingzussen Ilse en Femke van Velzen maken documentaires over onrecht in ontwikkelingslanden. Na hun portret van mensenrechtenactiviste Claudine Tsongo uit Congo die zich buigt over de veroordeling van een traditioneel genezer in Justice for sale (2011), volgt in A haunting history een portret van Anuol die na lange tijd als advocaat terugkeert naar Zuid Soedan om oorlogsmisdaden aan te klagen. In eerdere documentaires, zoals in Good morning South Sudan, hoorden we al van de ontwikkelingen in het land dat een lange burgeroorlog kende tegen Soedan en in 2011 onafhankelijk werd. Dat betekende echter nog geen vrede want op de achtergrond was de stammenstrijd nog altijd volop aanwezig.

De zussen Van Velzen beginnen met de koffer die Anuol in Engeland pakt. Hij gaat terug naar Zuid Soedan dat hij sinds zijn kindertijd niet meer gezien heeft. Hij heeft inmiddels zijn diploma als advocaat op zak en is van plan de misdaden door vicepresident Machar gepleegd, aan de kaak te stellen. Zijn neef Peter haalt hem van de luchthaven op een brengt hem naar zijn familie in Juba. Vooral het weerzien met zijn moeder is ontroerend.
Anuol toont foto’s van Engeland. Hij wist voordien niet dat er internationaal recht bestond op grond waarvan schenders van mensenrechten kunnen worden aangepakt. Zijn stam kreeg in 1991 te maken met een aanslag van de Nuer, geleid door Machar, die hun dorp platbrandde en de bevolking vermoordde. Samen met zijn moeder vluchtte Anuol naar Kenia.

Samen met Peter neemt hij een kijkje bij een plaats onder een boom waar gewoonterecht gesproken wordt. Hij stelt voor dat er een gebouw moet komen waarin ook in tijd van regen recht wordt gesproken, maar die suggestie wordt door aanwezigen weggewoven omdat er teveel corruptie in het land is. Anuol is ook niet te spreken over de politie op straat met grote geweren. Samen met Peter luistert hij naar een toespraak van president Kiir op de tweede onafhankelijkheidsdag in 2012. Peter is enthousiast over de militaire parade maar Anuol moet terugdenken aan de vreselijke gebeurtenissen in 1991, die een feestmaal voor de aasgieren waren. Anuol vraagt zich, net als overlevenden van concentratiekampen, af waarom hij het, anders dan veel van zijn leeftijdsgenoten, overleefd heeft. Hij gaat naar de gouverneur om te pleiten voor een gedenksteen voor de gebeurtenissen in 1991 maar de gouverneur wil daar niets van weten om anderen niet voor het hoofd te stoten. Hij wil het verleden laten rusten.
Anuol basketballt om de teleurstelling van zich af te zetten. Het zegt dat zijn volk niet gemakkelijk is en snel uit hun dak kan gaan over onbeduidende zaken.  

Een regeringswissel door Kiir voorspelt weinig goeds. Aan het eind van 2013 volgt een nieuwe burgeroorlog. De familie van Anuol vlucht naar een opvangkamp in Oeganda. Zijn moeder heeft van de stress hoge bloeddruk gekregen. Na drie maanden nemen Anuol en Peter een kijkje in hun streek en zien wat er allemaal platgebrand is door de Nuer. Een burgemeester toont een massagraf waar 870 burgers begraven liggen. Ondanks een wapenstilstand tussen Kiir en Machar vreest Anuol nieuwe vijandigheden. Tijdens een vergadering van het maatschappelijk middenveld bepleit Anuol verantwoording boven verzoening maar dat wordt door de aanwezigen anders gezien. Tijdens een toespraak zegt Kiir dat Machar nog steeds door vecht. Hij herhaalt zijn aanbod voor amnestie terwijl hij volgens Anuol de bevolking moet beschermen. Een tocht over de Nijl maakt hem ervan bewust dat hij zijn land niet opnieuw kan verlaten. Hij hoopt dat ze door vergeving verder komen, maar dat is volgens de laatste ontwikkelingen helaas niet het geval.

Behalve Anuol is er nog een portret van een andere advocaat die in Soedan werkzaam is nadat hij in Nederland gestudeerd heeft. Zijn naam in Kon Kelei en hij was eerder kindsoldaat in de burgeroorlog. Documentairemaker Albert Elings gaf hem een camera waarop hij zijn indrukken van Nederland kon vastleggen. 

Hier de trailer, hier mijn bespreking van Justice for sale, hier die van Good morning South Sudan, hier die van Achterland: de weg terug naar Cuey Machar over Kon Kelei.

donderdag 28 september 2017

Recensie: Twee zusters (2012), Inez van Dullemen


Aangrijpend relaas over de dood van een zesentwintigjarige Engelse.

De manier waarop het onderwerp incest behandeld wordt heel spectaculair zijn, zoals in de film Festen (1997) van Tomas Vinterberg, waarin Christian, de zoon van de pater familias tijdens een familie etentje ter gelegenheid van diens zestigste verjaardag, een toespraak houdt waarin hij onomwonden melding maakt van seksueel misbruik van hemzelf en zijn overleden zus Linda. Inez van Dullemen kiest voor een bescheidener opzet in de vorm van een novelle, die net zo beeldend en niet minder aangrijpend is.

Naar aanleiding van een verblijf is een huis waar kort daarvoor een meisje zelfmoord had gepleegd, vertelt Van Dullemen over de zusjes Holly en Heather (1952-1978) die in een welgesteld gezin opgroeiden, waarin ook broertjes waren, die echter verder niet in het verhaal voorkomen. De aandacht is gericht op de twee jaar oudere Heather die door haar vader misbruikt wordt. Vanwege psychische problemen wordt ze in een kliniek opgenomen waar ze achtereenvolgens de diagnoses schizofreen, multiple persoonlijkheidsstoornis en borderliner opgespeld krijgt. Het is schrijnend dat Holly haar zus wegbrengt en verzwijgt waar ze naar toe gaan. Dat komt haar op een groot schuldcomplex te staan, want de meisjes noemden zich bloedzusters nadat ze elkaars bloed vermengd hadden.

De vorm waarin het verhaal wordt opgediend is heel divers en dat heeft te maken met informatie die Van Dullemen in het huis vond. Er is om te beginnen sprake van een verteller die de meisjes aan de lezer voorstelt tijdens de gang van Holly door het leegstaande ouderlijk huis, vlak voor de verkoop. De sfeer is Engels zoals al aan de namen van de meisjes te zien is en zal te maken hebben met het werk van Van Dullemen als au pair in Essex. Daarna komt Holly aan het woord. Ze herinnert zich uitstapjes met de Rolls Royce, die haar vader verzamelde en een verblijf samen met Heather in een oude wagen van dit merk, genaamd Oude Katrien, in de tijd dat Heather al schizofreen was. Veel indruk maakte het feit dat Heather de dood van haar grootvader voorspelde, waarover zij zich later ook schuldig voelde, zoals ze in een brief aan Holly vertelt, maar Holly wil haar vooral beschermen. Uit rechtstreekse dagboekfragmenten van Heather spreekt vooral angst voor de ervaren kloof met de wereld. Ze begint een brief met: ‘Ik vind het moeilijk om hier op aarde te leven. Overal zijn regels hoe je je moet gedragen, die staan als hekken om je heen.’ Ze eindigt de brief met de zin: ‘Ik weet niet of ik wel in hun wereld thuishoor.  

Het tweede gedeelte begint met de wandeltocht van Holly en Heather naar de inrichting. De aandacht is opnieuw vooral op Heather die met haar psychiaters over de verkrachting door de vader spreekt. Ook moeder Todi komt aan het woord. Ze is er stellig over is dat er geen sprake van incest kan zijn geweest. Heather zelf ziet zich als een intens gepassioneerd wezen. In brieven aan Holly schrijft ze dat hun vader niet van hun moeder hield, op zoek ging naar een ander liefdesobject en dat zij een plooibaar onervaren kind was. Ze zou willen dat hij werd opgesloten.

Net zo aangrijpend als de wandeltocht van de meisjes naar de inrichting, is de brief van Holly aan Heather over de nacht dat ze ontdekte dat Heather niet in bed lag. Ze ging naar buiten om een blik door het gordijn te werpen op haar vader die Heather in bed streelde. In de inrichting ruilt ze haar rode trui voor de zwarte van Heather als ze een kwartiertje in haar kamertje mag. De moeder komt op gesprek en vertelt de behandelaar over de grillen van Heather die ze opvat als behorend bij een kunstenaar, hetgeen een ironische glimlach bij de psychiater opwekt, die denkt dat men zulke vrouwen maar in de waan moet laten. Rond de dood verblijft Holly in de Verenigde Staten. Ze komt over voor de begrafenis, die door Van Dullemen op mooie wijze beschreven wordt, waarna het verrassende slotwoord aan de moeder is.  

Hier mijn bespreking van Festen.

woensdag 27 september 2017

De film die nooit afkwam (2017), documentaire van Frans Bromet


Boeiend onderzoek naar een documentaire die toch nog afgemaakt kan worden

Documentairemaker Frans Bromet, onze waakhond als het gaat om de bedilzucht van de overheid en andere voorbeelden van menselijk falen, ontpopt zich niet als een tweede Coen Verbraak zoals ik na de documentaire De dokter onder vuur (2016) dacht. In de documentaire De film die nooit afkwam onderzoekt hij waarom een eerdere documentaire die hij eind jaren zeventig maakte over Holocaust overlevende en kunstschilder Sieg Maandag (1937- 2013) nooit voltooid werd.

Het onderwerp sprak tot de verbeelding. Het begon met een foto in Life van een jongetje dat in zijn eentje het kamp Bergen Belsen uitloopt na de bevrijding ervan (zie afbeelding). Een oom van Maandag in de Verenigde Staten herkende zijn neefje en stuurde het blad naar de diamantbeurs in Amsterdam. Daar werd het door de moeder van Maandag gevonden, die daarop aan de weet kwam dat haar zoon in het Weesperplein ziekenhuis lag. Het was de bedoeling van Bromet om het jongetje en de Engelse fotograaf George Rodger, die de aangrijpende foto maakte, met elkaar te verenigen, maar daar kwam het nooit van omdat producer George Becht niet te spreken was over nagespeelde scènes die Bromet had ingelast. Omdat Bromet beelden uit Bergen Belsen, die onder andere te zien zijn in de documentaire Night will fall (2014), te afschuwelijk vond, leukte hij zijn documentaire op met nagespeelde scènes uit de kindertijd van Maandag, zoals met zijn moeder die hem liefdevol onderstopte. Becht trok daarop de stekker uit het project.

Om te beginnen toont Bromet de filmrollen die opgeslagen liggen bij de familie van Maandag. Dochter Sarah vroeg, zonder dat Frans het wist, filmmaker Lex Bolle om de beelden toonbaar te maken. Dat deed hij, maar tot een vervolg kwam het niet omdat hij twijfelde aan de kwaliteit van de nagespeelde scènes. Tijdens de huidige documentaire kijkt de familie in aanwezigheid van Bromet opnieuw naar de beelden en geeft daarop commentaar. Aangrijpend zijn de verhalen die Maandag vertelt over zijn kampervaringen en de reacties van zijn vrouw Karen en zijn kinderen Sarah en Simon daarop. Karen zegt dat haar verhouding met de getraumatiseerde Maandag niet gemakkelijk was maar dat zijn liefde voor haar veertig jaar stand hield. Sarah wil helemaal geen beelden meer zien van concentratiekampen, van nu niet en toen niet, en heeft moeite om de oude beelden terug te zien. Simon moet er niet aan denken dat hij net als zijn vader van zijn moeder gescheiden was geworden. Karen was niet erg te spreken over beelden van de bevalling van Sarah, die inmiddels zelf ook weer kinderen heeft en zelfs een zoontje mee laat kijken. Bromet hoort van Sarah dat haar moeder wellicht door Becht beïnvloed werd en dat de film wellicht alsnog had kunnen worden uitgebracht als Bromet zijn kont nier tegen de krib gegooid had, hetgeen, zoals hij zelf zegt, een zwarte bladzijde in zijn loopbaan werd.

In ieder geval zijn er toch nog foto’s van de ontmoeting tussen fotograaf Rodger en Maandag, wellicht gemaakt door de vrouw van Rodger die inmiddels ook al weduwe is, al weet ze dat niet meer zeker. Bromet gaat ook bij haar op bezoek en hoort van haar dat het bezwaar tegen de documentaire, dat wellicht, zoals Sarah ook al dacht, toch bij Karen vandaan kwam, vandaag de dag niet meer speelt. Waarop Bromet opgelucht zucht dat de film toch nog kan worden afgemaakt

Hier de promo van De film die nooit afkwam, hier mijn bespreking van De dokter onder vuur, hier die van Night will fall.

De dokter onder vuur (2016), documemtaire van Frans Bromet


Openhartige medici doen een boekje open

De zeer actieve filmmaker Frans Bromet lijkt een nieuwe stijl gevonden. Net als in Klokkenluiders filmt hij ook De dokter onder vuur zonder veel entourage. In de laatste documentaire, die gaat over medisch specialisten die (vermeende) fouten in hun werk begaan, krijgen we alleen een inkijkje in hun hobby die meestal iets van sport of muziek betreft. Hoewel het een onderwerp dat graag verzwegen wordt, heeft Bromet toch een stel medici bereid gevonden om hun zegje daarover te doen. Hij laat om te beginnen zien dat fouten in zijn eigen werk veel voorkomen maar dat die veel minder ernstige gevolgen hebben dan de fouten of vermeende fouten die medici maken.

Bart Schrier is uroloog en voetbalscheidsrechter, die liever over complicaties dan over fouten praat. Hij heeft wel ooit een naald in de patiënt achtergelaten en vond het lastig dat tegen de patiënt te vertellen. Hij nam dat met zich mee, al kon zoiets weinig kwaad. Als iemand dat toch lijkt te voelen wordt zo’n lichaamsvreemd instrument er toch uit gehaald.

Chirurg Johan Lange vertelt over een zaak waarbij hij een verkeerde zenuw raakte. Ook vergat hij een keer een darm dicht te maken. In het laatste geval was er een assistente die hem beleefd vroeg naar de reden daarvan zodat hij zijn vergissing kon goedmaken. Hij zou een fout het liefst ontkennen maar daarmee ontneemt hij de patiënt begrip en de mogelijkheid om het gevolg te verwerken en de organisatie de kans om de zorg te verbeteren. Openheid in het team is een groot goed.

Marjo Jager is kinderarts ging niet op tijd kijken naar een ernstig zieke en probeerde haar gedrag te rationaliseren, maar had er wel slapeloze nachten van. Ze zegt dat men ondanks de meldingsplicht zaken onder de pet houdt en dat fouten vaak meer met processen en procedures te maken hebben dan met mensen. Werken in een teamverband voorkomt fouten, ook al is er een eindverantwoordelijke.

Joost Hoekstra is internist en zag ooit een kankergezwel over het hoofd. Pas enkele jaren later vertelde hij dat aan de patiënt die toen aan de betere hand was. Een patiënt geeft zich over aan een medicus als een luchtreiziger aan een piloo, zegt hij. Hij heeft over het algemeen geen last van kritische patiënten maar er zijn grenzen.

Anneke Westerman is oncoloog en vertelt over een verkeerde diagnose van een jongeman met een fysiek beroep. Eerst werd een deel van zijn bekken verwijderd waardoor hij motorisch instabiel werd en later bleek dat hij leukemie had. De jongen en diens vader namen de medici niets kwalijk.

Internist Hans Abij was niet voorbereid op een tuchtzaak die door een boze patiënte werd aangespannen omdat ze geen tweede dikke darm scopie kreeg maar wel kanker. Door de zaak functioneerde hij minder en het had ook een impact op zijn gezinsleven. Hij kwam er af met een waarschuwing, zou het onprofessioneel vinden om niet open te zijn over fouten en gaf de vrouw zelfs de suggestie om een klacht in te dienen. Hij werd door de open cultuur in zijn ziekenhuis door collega’s niet op zijn fout aangekeken, maar heeft ervan geleerd om de zorgen van een patiënt serieuzer te nemen. Hij gaat graag naar zijn werk, maar in zijn achterhoofd zit nog steeds de angst dat het zomaar mis kan gaan.

Chirurg Liesbeth Jansen (zie foto) moest twee keer voor de tuchtraad komen, beide keren vanwege zaken waar ze niets aan kon doen, maar die haar wel erg bezig hielden, de eerste keer omdat het zich afspeelde rond de geboorte van haar zoon. Ze was toen nog in opleiding, schrok van een brief die ze vond op het secretariaat en barstte in huilen uit. Onzekerheid is een deel van het werk en ze wil niet als een jurist gaan denken.

Simon Boerboom was psychiater en werd aangeklaagd vanwege schuld aan het overlijden van een cliënt door een verkeerde medicatie. Hij werd uit zijn ambt gezet en twijfelde aan zichzelf. Hij moest zijn huis verkopen, woont op een volkstuincomplex en is bezig met verzamelen van informatie om gerehabiliteerd te worden.

Hier de preview, hier mijn bespreking van Klokkenluiders.

dinsdag 26 september 2017

Filmrecensie: Superclasico (2011) Ole Christian Madsen


Deense nuchterheid mengt met Zuid Amerikaans temperament

De Deense filmregisseur Ole Christian Madsen (Roskilde, 1966) maakte in 2011 een lichtvoetige, maar smaakvolle film over een Deense wijnverkoper Christian (links op de foto) die samen met zijn bijna zestienjarige zoon Oscar naar Buenos Aires gaat of eens te horen hoe het met zijn vrouw Anna, een blondine van het type Claudia de Breij, staat. In een latere episode van de film begrijpen we dat Anna, ooit een begenadigd voetballer, na een ernstige blessure een opleiding aan de sportacademie ging doen en daarna coach werd van verschillende internationale elftallen en dat Christian daar nooit veel aandacht voor had. Hij was meer geïnteresseerd in wijnen. Aangezien zijn vrouw nu al elf maanden in Buenos Aires zit en daar de manager is van voetbalclub Boca gaat Christian met zijn zoon, die geïnteresseerd is in filosofie en fotografie, poolshoogte nemen.

De commentaarstem van Mikael Bertelsen praat de kijker bij tot vader en zoon in een hete taxi zitten. In de trailer is zo ongeveer het verloop van de film te volgen, in ieder geval tot de ontmoeting met de stervoetballer Juan Diaz (rechts op de foto) in zijn riante onderkomen. Vanaf een terras belt Christian naar zijn vrouw die juist in een belangrijke bespreking zit rond een transfer van Diaz naar San Paolo. Ze is natuurlijk zeer verbaasd dat haar man en zoon in de stad zijn en zegt dat ze zich maar bij huishoudster Fernanda moeten melden. Ze kijken hun ogen uit in de enorme villa en worden meteen om de hals gevallen van de stoere Argentijn die juist een duik ging nemen in het zwembad en daarom slechts een badlaken om zich heen heeft geslagen die tijdens de omarming op de grond valt.

Natuurlijk gaan ze mee naar de wedstrijd die dezelfde middag gespeeld wordt, nog wel tegen de aartsvijand in een duel die de Superclasico genoemd wordt, waarbij het hele veld bezaaid raakt met confetti. In de skybox zit Oscar tussen zijn ouders in. Christian zegt de jongen dat hij zijn oortjes in moet doen omdat hij zijn verhouding met Anna wil bespreken, maar die zegt doodleuk dat ze met Diaz wil gaan trouwen. Ontmoedigd dwaalt Christian door de stad en neemt zijn toevlucht tot een café waar hij aan de bar in gesprek komt met een wijnproducent. De scène is erg mooi omdat de producent eerst weinig moet hebben van een toerist, maar als een blad aan een boom omdraait als die echt wat van wijn schijnt te weten. Het feit dat de mannen niet van voetbal houden en beiden zonder vrouw zijn schept een verdere band.

Na een nacht op straat waarin Christian ook nog beroofd wordt, maar wel op een nette manier, volgt de tekening van de scheidingspapieren. Anna zegt dat het gemakkelijker is om te scheiden als Diaz toegeeft dat hij daarin een belangrijke rol heeft gespeeld, maar de diepchristelijke man weigert zomaar toe te geven dat hij gezondigd zou hebben. Huishoudster Fernanda draagt een steentje bij aan de verdere gang van zaken. Ze stapt bij Christian in bad en maakt met een ferme seksuele actie duidelijk dat hij dient te vechten voor zijn vrouw. Tijdens een sightseeing, waarbij Oscar in de ban raakt van de zeventienjarige gids Veronica, maken Christian en Anna ruzie in een poging dichterbij elkaar te komen. Hierbij verontschuldigt Christian zich voor het feit dat hij in het verleden zo weinig aandacht voor Anna gehad heeft. Hoewel de teneur is dat de twee nog niet uitgekeken zijn op elkaar en ook Diaz ergernis bij Anna opwekt, gaat de ontwikkeling toch een andere kant op dan ik had verwacht.    

Hier de trailer zonder ondertiteling maar wel met de stevige billen van Juan Diaz.

Reneé van Marissing over Parttime astronaut, VPRO Boeken, 24 september 2017


Onderzoek naar het mislukken van een relatie

De derde roman van Reneé van Marissing gaat over het stuklopen van een relatie. Van Marissing onderzocht in Parttime astronaut de omstandigheden waardoor een relatie sterker wordt dan wel opgezegd wordt. Al lijkt de vrouw op de foto veel op de schrijfster,  ze heeft niet uit haar persoonlijk leven geput.

Carolina Lo Galbo vat kort samen dat het om een journaliste gaat die Karlijn heet en samen met Jasper een kind heeft. Ze vraagt of zij de claustrofobie kent die Karlijn meemaakt.
Van Marissing zegt dat ze moeilijk kan ontsnappen aan de situatie waarin ze verkeert. Zij zet haar verbeelding in om te ontsnappen aan de relationele ellende.

Lo Galbo merkt op dat het stel sinds de geboorte van Lucas uit elkaar gegroeid is.
Van Marissing spreekt van pijlers in een relatie die een omslagpunt vormen waarna het beter of juist slechter gaat. Ze vond het interessant om te onderzoeken hoe dat gaat, waar de verwijdering dan begint. Vaak is er geen punt aan te wijzen en moet je ergens de vinger op willen leggen.

Lo Galbo vraagt of er momenten zijn geweest waarop Karlijn en Jasper dichter bij elkaar hadden kunnen komen.
Volgens Van Marissing hadden ze misschien van de misstap van Jasper kunnen leren.
Haar interesse in het onderwerp gewekt werd door een artikel in De Groene over Kierkegaard die stelde dat het kwijtraken van jezelf vaak geruisloos verloopt.

Lo Galbo vraagt of er veel relaties om haar heen uit elkaar vallen.
Van Marissing kent er niet zoveel, maar denkt dat een buitenstaander sneller signaleert dat er iets mis is. Karlijn kan niets veranderen. In de roman begint ze op te merken dat er iets mis is. Met een kind wordt het lastig om de relatie te beëindigen.

Lo Galbo prijst de dialogen en vraagt Van Marissing om een stukje voor te lezen met een dubbele dialoog tussen het stel en het stel en het kind, dat ze niet letterlijk geobserveerd heeft maar wel heeft waargenomen in haar omgeving. Lo Galbo vraagt hoe men de vervreemding voor kan zijn.
Volgens Van Marissing leidt zoiets tot obligate antwoorden als tijd vrijmaken voor elkaar.

Lo Galbo begint over de rollen die men speelt.
 Van Marissing zegt dat Karlijn niet aan de moederrol vast wilde zitten en recalcitrant daar tegen aan schopt. Jasper heeft minder moeite met de vaderrol, minder last van de angst om geframed te worden. Karlijn wil na de bevalling snel weer aan het werk om haar hoofd weer te kunnen gebruiken. Jasper vraagt haar van wie ze dat moet en of ze dat moet willen willen.

Lo Galbo wil weten waarom het voor haar zo moeilijk is om gehoor te geven aan haar hart.
Van Marissing zegt dat Karlijn al na drie weken aan het werk wil, maar dat is stoerheid, vanuit zelfbehoud geroepen.

Lo Galbo vindt Jasper sympathieker en had liever meer over hem gehoord.
Van Marissing vond het belangrijk om de roman vanuit Karlijn te schrijven, waardoor men de anderen automatisch door haar blik ziet.

La Galbo vindt het boek goed gelukt en verplichte kost voor jonge gezinnen.
Van Marissing zegt dat het boek niet ontploft maar implodeert en dat het plot in dienst staat van het onderwerp.  

Hier een leesfragment op de site van Athenaeum Boekhandel,

maandag 25 september 2017

Sonntag met Böhmermann, Tegenlicht, 24 september 2017


Verfrissende ideeën van een Duitse komiek met een hart op de goede plaats

Op de avond van de Duitse parlementsverkiezingen, die vooral winst voor de AfD opleverde, toont regisseur Britta Hosman een onderhoud dat ze had met Jan Böhmermann (zie foto). De sympathieke Duitse komiek kan ons volgens Hosman veel vertellen over het levensgevoel in zijn land. Böhmermann werd bekend door zijn gedicht Hekeldicht over Erdogan dat hij in zijn satirische televisieprogramma voorlas en dat voor veel ophef zorgde. De rechter kwam er tenslotte aan te pas om het gedicht, bedoeld om de vrijheid van meningsuiting te testen, te verbieden. In de uitzending horen we dat het gedicht nog op YouTube te vinden is.

Böhmermann vindt, op een vraag van Hosman daarover, Duitsland geen leidend land. Een Duitser in het buitenland is gemakkelijk te herkennen aan het feit dat hij mild is en geen mening heeft. Het land is gericht op consensus. In zijn televisieprogramma neemt hij het begrip Leitkultur op de hak, dat door De Maizière gebezigd wordt. Identiteit is volgens hem regionaal gebonden. Hij voelt zich een Bremer en een Europeaan, maar geen Duitser.

Böhmermann woont in Keulen dat een grote buitenlandse wijk heeft. In de Keupstrasse staat een bakkerij die centraal staat in een televisieprogramma, waarin een broer en zus kibbelen over de vraag wie verantwoordelijk is over alle ophef over buitenlanders. De zus denkt dat dit door de politici komt, de broer door de media. Böhmermann is tegen etikettering van mensen en vreest daarom de komst van de AfD in de Bondsdag. Hij wil een gesprek hebben met mensen die op deze, aan de nazi’s verwante, partij gestemd hebben. De zus in de bakkerij verwijt deze partij gebrek aan respect voor andersdenkenden. Volgens Böhmermann heeft de opkomst van de AfD ook te maken met de belabberde regeerstijl van de vorige coalitie. Door het hameren op consensus vervreemdde men mensen van de politiek.

Tijdens de G 20 in Hamburg werd niets bereikt en alleen het geweld getoond. Böhmermann zegt dat de rellen eerder in Genua heftiger waren, maar vond het geen goed plan om de omstreden top in de stad van Merkel te houden. Hij bepleit dat het overheidsgeld naar sociale projecten in het Oosten gaat, waardoor de infrastructuur verbeterd wordt. De armoede onder armen is ook een belangrijk onderwerp. Door het verdwijnen van de middenklasse neemt de kloof tussen arm en rijk toe.

Böhmermann stelt dat de Tweede Wereldoorlog en de val van de Muur in het collectieve geheugen van de Duitsers gegrift zit, maar dat ze daar nog steeds liever niet over praten. Hij was verbaasd over de ophef rond zijn Hekeldicht en de reactie van de Duitse regering op het verontwaardiging van Erdogan. Hij wijst erop dat er in Turkije honderdzestig journalisten gevangen zitten. Een vrouw die uit een raam hangt zegt dat de kleine man machteloos is. Böhmermann vindt samenwerking tussen landen van het grootste belang. Virale video’s maken duidelijk dat het niet belangrijk is van wie initiatieven komen.

Böhmermann kan het niet laten met de grap te eindigen dat Duitsland in ieder geval niet aan een volgende oorlog meedoet, tenzij ze kunnen winnen. De vorige keer scheelde het niet veel. Ze zouden gewonnen hebben als Nederland hen niet in de rug had aangevallen. In ieder geval is zijn visie verfrissend. Wellicht kan Merkel zijn ideeën gebruiken als ze een nieuwe regering samenstelt.

Hier meer informatie op de site van Tegenlicht, hier info over de meet-up a.s. woensdag in Pakhuis de Zwijger.

Truska Bast over Uw wil geschiede, VPRO Boeken, 24 september 2017


Inbreuk op zelfbeschikking leidde op kostscholen tot slecht zelfgevoel.

Truska Bast schreef een boek over kinderen op katholieke kostscholen en sprak daartoe met twintig personen die in de jaren vijftig en zestig die kostscholen bevolkten. Daaruit heeft Bast conclusies getrokken over het systeem dat misbruik mogelijk maakte. Ze komt zelf uit een protestants milieu, was nieuwsgierig naar de kloosterwereld en kan er op een boeiende manier over vertellen.

Carolina Lo Galbo vond het een schokkend boek, zelfs al kende ze verhalen van familieleden, die in dat soort kostscholen gezeten hadden.
Bast vond het zelf adembenemend claustrofobisch om te bedenken dat men vierentwintig uur per dag onder toezicht stond.

Lo Galbo vraagt naar de overwegingen om naar zo’n kostschool te gaan.
Bast antwoordt dat het onderwijs goed was en dat de kerk erop aan stuurde dat katholieke ouders met veel kroost een kind naar een kostschool stuurden om het gezin te ontlasten. Hoewel dat duurder was, waren er subsidies, zowel van het rijk als van de kerk, al gingen dat soort kinderen dan naar de goedkopere kostscholen. Oversten drukten hun stempel op de sfeer in zo’n kostschool. Als er leerlingen van buiten naar de school kwamen was de geslotenheid minder. Kinderen gingen in de vakanties naar huis, al was dat in de jaren vijftig nog met mondjesmaat.

Lo Galbo begint over de lijsten van goedgekeurde boeken.
Bast antwoordt dat de lectuur niet aanstootgevend mocht zijn.

Lo Galbo vraagt of de katholieken strenger in de leer waren dan de protestanten, die er geen kostscholen op na hielden maar kinderen naar gezinsvervangende tehuizen stuurden als dat nodig was.
Bast wil de katholieke leer niet vergelijken met de orthodoxe protestantse, maar weet wel dat zo’n kostschool als goed werd gezien voor de ontwikkeling. De strakke schema’s die in de kloosters golden, werden uitgerold in de scholen.

Lo Galbo zegt dat vriendschappen daar ontmoedigd werden.
Bast antwoordt dat men die vaak stiekem onderhield, maar dat de paters altijd op de uitkijk stonden. De ontsnappingen, zoals naar de snackbar, leverden mooie verhalen op.

Lo Galbo begint over het totalitaire systeem waarmee Boer de kostscholen vergelijkt.
Bast zegt dat het sterke totalitaire trekken had vanwege de angst voor intimiteit. Misbruik was niet haar hoofdthema maar de verwrongen moraal leidde daar wel toe, zoals overal waar een afhankelijkheidsrelatie bestaat. Het feit dat er één slecht opgeleide surveillant op een slaapzaal was, gaf gemakkelijk aanleiding tot misbruik. Als kinderen naar de kamer van een pater gevraagd werden, kon men ervan uitgaan dat er misbruik gepleegd werd, zoals Jeroen Brouwers in Het hout beschrijft.

Lo Galbo weet dat dit niet gepleegd werd door pedo- of homoseksuelen en dat het celibaat niet de oorzaak was.
De begeleidende paters en nonnen hadden vaak zelf ook een jeugd in een internaat gehad en kinderen waren gemakkelijk voorhanden. Omdat de clerus in aanzien stond, zouden ze niet snel door de ouders aangeklaagd worden.

Lo Galbo wil weten of de selectie representatief was.
Bast zegt dat het nog erger kan zijn geweest als zij geschetst heeft, ook al waren er ook positieve verhalen van mensen, maar die hadden vaak een warme band met thuis. Het taboe op het lichaam was sterk binnen het katholicisme. Door het verbod op intieme relaties was de eenzaamheid groot. De inbreuk op de zelfbeschikking leidde tot een slecht zelfgevoel, dat men vaak een leven lang met zich mee draagt. Ze is in ieder geval blij dat er geen katholieke kostscholen meer zijn.  

Hier mijn bespreking van Het hout, hier een fragment over een stiekem bezoek aan een snackbar uit mijn autobiografische roman Lege huls.   

zondag 24 september 2017

Angela Merkel – the unexpected (2016), docmentaire van Torsten Körner en Matthias Schmidt


Baken van rust in een wankelende wereld

Het beeld dat Torsten Körner en Matthias Schmidt van Angela Merkel schetsen is van een Duitse Gründlichheit, maar haalt het niet bij het portret dat Britta Hosman van haar maakte voor Tegenlicht. Frau Merkel is aansprekender door personen die Hosman sprak zoals de vroegere lerares Russisch en twee biografen. Het beeld dat daaruit tevoorschijn komt verschilt niet veel met dat uit de Britse productieAngela Merkel – the unexpected. De vrouw die later vandaag zal weten of ze voor een vierde termijn de politieke baas van Duitsland en daarmee ook van het Westen zal worden, is zowel bescheiden, beminnelijk als standvastig. De documentaire is opgehangen aan drie uitspraken van Niccolò Machiavelli, die haar op haar pad lijkt te steunen.


De eerste luidt: Een veelvoorkomende fout van mensen bij goed weer is geen rekening houden met storm. Onder de reeks personen die Torsten Körner en Matthias Schmidt ondervroegen is Heribert Prantl (1953) van de Süddeutschen Zeitung. Hij noemt de uitspraak die Merkel in oktober 2015 tijdens het hoogtepunt van het vluchtelingencrisis deed, namelijk om de grenzen open te stellen, een emotionele. Dat zorgde volgens de commentator, in het Nederlands vertolkt door Chris Kijne, tot instabiliteit bij een vrouw die eerder bekend stond vanwege haar stabiliteit. De vraag daarbij is hoe zij aan haar rol als crisismanager gekomen is. We zien beelden van de jonge Merkel in een praatprogramma met Günter Gaus, maar het antwoord op die vraag wordt ons onthouden. Ze zegt wel zelf in een exclusief interview met de documentairemakers dat haar politieke carrière snel verliep. Van natuurkundig onderzoeker vloog ze na de val van de Muur in sneltreinvaart naar de top van de politieke macht. We zien beelden van het vlijtige meisje van Helmut Kohl zoals ze genoemd werd in de tijd dat ze minister van milieu was in zijn regering en het onderspit dolf met een wet tegen milieuvervuiling. Dat beschouwde ze als een persoonlijke nederlaag maar het heeft haar geleerd om te onderhandelen, in 1999 bleek dit door de manier waarop ze de steekpenningenzaak rond Kohl onderzocht en tot een goed einde bracht, die haarzelf aan de top bracht. Achtergrond van haar beslissingen is haar ervaring in de DDR waar haar vader, die predikant was en in de gaten gehouden werd.

De tweede uitspraak van Machiavelli luidt dat iedereen ziet wat je lijkt te zijn, weinigen weten wie je echt bent. Merkels politieke loopbaan begon al in de DDR. Na de val van de Muur sloot ze zich aan bij de Demokratischer Ausbruch die later opging in het CDU. Ze maakte de eenwording van de twee Duitse staten van dichtbij mee en deed in 2005 een machtsgreep door alle andere kandidaten voor het bondskanselierschap uit te schakelen. De kritiek van de toenmalige bondskanselier Schröder van de SPD die niets in haar zag, wist ze rustig te pareren. Tien jaar later stuitte ze echter op grote tegenstand tegen haar milde vluchtelingenbeleid, maar ze nam daar geen afstand van. Haar politiek bestaat uit het nemen van kleine stappen. Daardoor oogt ze respect op het wereldtoneel. Ze blijft zoveel mogelijk buiten het politieke geharrewar.  

De derde uitspraak van Machiavelli luidt dat een heerser die een sterke stad bezit en geen haat opwekt niet aangevallen kan worden. Merkel is een stille bemiddelaar, maar laat zich ook niet kisten. Ze is een baken van rust in een wankelende wereld. Tijdens de bankencrisis stelde ze de kleine Duitse spaarders gerust. De manier waarop ze haar handen in een rechthoek houdt, straalt bescherming uit. In het zuiden van Europa was ze minder geliefd door haar harde opstelling rond de euro. De Britse historicus Timothy Garton Ash zegt dat ze met meer redenaarstalent minder weerstand had opgewekt. De toenmalige vice president Lothar de Maizière verwijt haar een gebrek aan visie. Ze hakt geen knopen door maar pulkt er alleen aan. Van de crisis in 2015 heeft ze veel geleerd zegt ze zelf. Ze had vroeger al op school moeite om over de bok te komen, maar is vastberaden om problemen rond de euro, de buitenlandse politiek en de de vluchtelingencrisis op te lossen. Haar vroeger schoolleraar is zeer over haar te spreken maar stemt niet op haar. Toch zou het voor de wankelende wereld goed zijn als ze nog een ambtstermijn zou aanblijven.

Hier de trailer op vimeo, hier mijn bespreking van Frau Merkel.

Recensie: Kritiek van de zwarte rede (2016), Achille Mbembe


Aanklacht tegen de vernegering van de wereld.

De Kameroense filosoof Achille Mbembe (1957) deed eerder van zich spreken in de Tegenlicht uitzendingen Zwart geld: de toekomst komt uit Afrika (2013) en Acces to Africa (2015). In The giant is falling (2016) stelde hij de ontwikkeling van het ANC onder Jacob Zuma aan de kaak. In alle drie programma’s komt hij naar voren als een inspirerende denker over een betere toekomst voor Afrika. In zijn boek Kritiek van de zwarte rede analyseert hij de moderne maatschappelijke verhoudingen. De vernegering van de wereld grijpt volgens hem steeds meer om zich heen.

Mbembe wijt de problemen aan het kapitalisme dat zich steeds dieper in de samenleving in graaft. Dat begon al in de tijd van het kolonialisme. De zwarten uit Afrika waren een goed handelswaar om geld mee te verdienen, niet alleen door de slavenhandel maar ook in de plantages waar ze te werk werden gesteld. Mbembe beschrijft deze ontwikkeling op meeslepende, gedetailleerde, maar tegelijk ook abstracte wijze, waarbij hij vooral vanuit de Franse positie op het verleden terugkijkt en daarbij meteen De Tocqueville meeneemt die een belangrijke bijdrage leverde aan de democratische ontwikkeling van de Verenigde Staten. De slavenopstand en de daarop volgende onafhankelijkheid van Haïti, die een tiental jaar betekende een wending in de geschiedenis van de emancipatie van de mens.  

Veel plaats wordt ingeruimd voor het uit de doeken doen van het begrip van de neger –vaak geschreven met een hoofdletter - die net als de blanke een constructie is. Dat heeft te maken met onze omgang met de werkelijkheid. ‘De ontmoeting met de realiteit is nooit anders dan fragmentarisch, verhakkeld, kortstondig, vol tegenstrijdigheden, altijd voorlopig, telkens weer bij te sturen.’ De beeldvorming rond de neger is heel divers, waarbij soms trots op de voorgrond staat, maar vooral de negatieve kwalificaties overheersen. Daardoor wordt de zwarte opgezadeld met minderwaardigheidsgevoelens. heeft hij de kleur van de duisternis en is hij op de eerste plaats een geslachtsdeel. Mbembe gaat diep in op psychoanalytische denkbeelden van Lacan om het moeilijk te doorgronden wezen van de neger te begrijpen. Termen als weerspiegeling en verdubbeling, die hij daarbij gebruikt, zijn complex maar de breuk met het eigen ik en de onteigening en vernedering, die daar het gevolg van zijn, zijn niet moeilijk te begrijpen. Het fetisjen zorgen voor een greep op het bestaan. Afrika vinden is volgens Mbembe het identiteitsverlies ervaren dat bezetenheid mogelijk maakt. De christelijke gebruiken vonden daarin ook een toepassing.

Een grote plaats in zijn theorievorming is ingeruimd voor Frantz Fanon (1925 – 1961) die op de Franse Cariben geboren werd. Hij koos voor het vak van psychiater en stelde zich teweer tegen de koloniale oorlog in Algerije, waarbij hij geweld tegen de overheerser goedkeurde. Volgens Mbembe moeten we dit standpunt in zijn tijd begrijpen. Ook schrijver Frank Westerman was in zijn jeugd niet tegen het gebruik van geweld door guerilla bewegingen in Midden Amerika. Hij haalde er zelfs geld voor op, vertelde hij tegen Jeroen van Kan. Het latere geweldloze protest van Nelson Mandela tegen de apartheid verzette net zoveel bergen, al blijft het institutionele racisme volgens Mbembe een demon. Een uitbraak daarvan zagen we onlangs nog in Charlottesville, Virginia.

Sterk is de toekomstvisie van Mbembe. Hij pleit voor één wereld, ons ecologisch kwetsbaar geheel dat we met ons allen moeten beschermen. Hij is sterk tegen de veiligheidsstaat die muren opricht en grenzen bepaalt. ‘We kunnen dus zoveel grenzen bouwen als we willen, muren en omheiningen optrekken, indelingen, classificaties en hiërarchieën aanbrengen, uit het mensdom de mannen en vrouwen proberen te verwijderen die we hebben vernederd, op wie we neerkijken, die niet op ons lijken of met wie we naar ons oordeel nooit tot een goede verstandhouding zullen komen: er is toch maar één wereld en we hebben er allemaal recht op.’ 

Hij spreekt zich ook uit tegen koloniale standbeelden want die rijten de wonden open. Ook is hij voor ontverwanting omdat we allemaal elkaars verwanten zijn. Een geestverruimende visie.

Hier mijn bespreking van Zwart geld: de toekomst komt uit Afrika, hier die van Acces to Africa, hier die van The giant is falling, hier mijn verslag van het gesprek dat Jeroen van Kan met Frank Westerman had.