Sprankelende voorstelling over loslaten en leven in het
heden
Kim van Zeben (foto van Igor Corbeau) haalt na haar eerste solo voorstelling Syndroom van Zeben weer alles uit de
kast. Met haar veelzijdige talent weet ze veel registers te bespelen, op de
eerste plaats door haar stem, daarnaast door haar muzikaliteit, maar ook door
haar uitstraling, waarmee ze moeiteloos het publiek in de bovenzaal van de
Toneelschuur verovert. In een eenvoudig decor met een paar stellingen met
eierdozen die haar enorme volume moeten helpen dempen, speelt ze, geholpen met
tekst - en muzikale bijdragen door anderen, de sterren van de hemel.
De tweede van Zeben
doet denken aan een stuk voor een orkest. Dat komt langs in een scène, waarbij
Kim een gerenommeerd Vlaamse dirigente speelt, die overal in de wereld geweest
is, van Genua tot Bolivia, en het publiek op de plaats van het orkest zit. Voorafgaande
aan de repetitie op een druiligere dinsdagochtend looft de dirigente de voorstelling
van de vorige avond in Wenen, memoreert dat Kim van Zeben de triangel hanteert
en spreekt de leden ernstig toe over intieme verhoudingen die ze heeft
waargenomen. Het leidt tot een wellustige fantasie over hoever dat allemaal kan
gaan en dat prima is, zo lang zij maar elders aan een wijntje zit te nippen.
Het thema loslaten komt ook op andere manier voor, namelijk
in een scène op de wc in het ouderlijk huis in de stijl van de jaren zeventig
met aan de muur de wijsheidstegel om nu te genieten omdat het later is dan je
denkt. De oudere Kim krijgt weerwoord van het kleine meisje dat ze ooit was en
die het allemaal beter weet, tot de volwassen Kim haar zo zat is dat ze de stem
het meisje smoort. Dat praat echter in haar mond heel kunstig door waardoor Kim
zich genoodzaakt voelt om haar door te slikken.
Iemand die ook moet loslaten is Ireen Wust, die na haar
schaatscarrière nog grote ambities heeft. Het is grappig te zien dat Kim in
haar oranjeblauwe schaatspak erg op Wust lijkt. Haar communicatieve
schaatsbewegingen mogen er zijn en haar rek en strekoefeningen die ze
onophoudelijk uitvoert terwijl ze over haar plannen praat, zijn hilarisch.
Teveel loslaten is aan de andere kant niet goed zoals een bezoek van
de pop Lucky in zijn racewagentje aantoont. Later in de voorstelling vertelt ze nog dat ze van het idee af moest om een vrouw te zijn, zoals haar vader dat
zag of zoals de potten in het vrouwencafé waar haar moeder haar mee naar toe
nam. Een liedje op gitaar over stemmen die haar zeggen hoe het hoort, past daar
mooi bij.
Een ander grappig liedje gaat over de Spanjaard Juan die ooit het
bed deelde met Kim, haar ook nooit kon loslaten, maar bedrogen uitkomt als hij haar later weer probeert terug
te vinden. Met een houtvuurtje weet Kim een romantische sfeer op te roepen. Daarnaast
speelt deze stemactrice een knap spel met stemmen van twee Afrikanen die haar
zien optreden die haar bedreigen. Het is teveel om op te noemen wat Kim
allemaal in haar mars heeft. Het leuke is dat de triangel later in de
voorstelling ook weer voorkomt in een liedje, waarmee ze de zaal meeneemt. De vlieg,
naar een toneelschooloefening uit 1998, waarmee ze begon, sluit
de voorstelling af, die hiermee mooi rond loopt en een hartverwarmend
gevoel achterlaat. Kim van Zeben verraadt veel potentieel om nog verder de
diepte in te gaan. Dat er nog veel van dit soort shows mogen volgen.
De tweede van Zeben
werd geregisseerd door Servaes Nelissen die bijna een jaar geleden in dezelfde
bovenzaal de mooie voorstelling Mijn
vader was poppenspeler maakte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten