Kunstenares die steeds bezig is om zichzelf te vernieuwen
De documentairemakers Deborah Faraone Menella en Jelte
Maarten Boll legden gedurende vier jaar het leven vast van kunstenares Marte
Röling, die met drie andere vrouwen in een boerderij in Groningen woont en
werkt. Tijdens de documentaire is ze bezig met het kunstwerk Het Hanzenbaken, dat een scheepje
voorstelt in de woest kolkende zee (zie foto). We zien de totstandkoming van dit werk
vanaf het begin waarin ze in een wit blok kunststof zaagt, tot het eind waarin
ze in een bak van een hoogwerker haar product beziet dat in de haven van Harderwijk hoog boven
de aarde uitsteekt. Het idee zat al een tijd in haar kop, zegt ze en ze geniet
van de spanning van het scheppen, dat een trance veroorzaakt. Daarvoor is het
nodig dat ze eerst leeg is van gedachten.
De spil van de documentaire en van het leven van Röling wordt
gevormd door psycholoog Henk Jurriaans, die niet meer in leven is, maar nog
altijd een belangrijke kracht uitoefent op de boerderij. In het atelier van
Röling zijn diens portretten in grote mate aanwezig en op de groepsfoto die de
vrouwen jaarlijks laten maken om kennissen een goed nieuw jaar te wensen en de
wereld te laten weten dat ze nog leven, heeft hij een centraal plaatsje. Door
de portretten haalde Marte haar grote liefde weer terug, meer dan door de
aanblik van zijn roodgloeiende botten in de oven van het crematorium.
Ooit trok Röling bij Jurriaans in en zij was niet de enige.
Ook Wanda Werner en de zusjes Alissa en Adriënne Morriën, dochters van
schrijver Adriaan Morriën, bezweken voor zijn charisma. Alissa had Italiaans
gestudeerd en op de universiteit gewerkt toen ze voor Vrij Nederland Jurriaans
interviewde over zijn controversiële werk in het Stedelijk, waarin hij zichzelf
als kunstobject voorstelde. Ze was op slag verliefd en trok in bij hem en
Marte.
Allen vervullen een taak
op de boerderij, dat de vorm van een bedrijfje heeft. Naast hun eigen creatieve
werk helpen ze mee het leven daar te organiseren. In het begin van de
documentaire zien we dat Wanda, die de tuin verzorgt, de kookbeurt heeft. Ze is
ook degene die het werk van Röling fotografeert voor het de deur uitgaat,
terwijl Alissa de administratieve taken verricht en Adriënne het creatieve
proces beschrijft dat Röling doormaakt, waardoor ze inmiddels een schat van vakkennis
hebben. Werner bekijkt werk van Röling zoals de postzegels en de beschilderde
tram uit 1973. Ze zegt dat ze ingetogen kan werken maar ook heel expressief. Ze
is vooral onder de indruk van het portret dat Röling van Beatrix maakte. Het
ontroert, laat een nieuwe balans zien en toont het eigene van de maakster.
Tussendoor vertelt Röling een en ander over haar leven. Haar
ouders die beiden kunstenaar waren, lieten haar vrij om te doen wat ze wilde.
Haar vader bracht haar de beginselen van het tekenen bij. Als jong meisje stond
ze met een ezel naast hem en deed haar best hem zo goed mogelijk na te volgen.
Toen ze een jaar of acht was, realiseerde ze zich dat ze een onafhankelijk
individu was. Dat was toen ze vanuit een parkje tegenover hun huis in Laren
naar de verlichte ramen van de warme woning keek. Dat idee is nooit meer
weggegaan. Op de Rijksacademie van beeldende kunsten in Amsterdam kreeg ze ook
les van haar vader. Aanvankelijk werkte ze met grafiet maar later kwamen daar
de grote objecten bij.Ze zoekt zelf haar onderwerpen uit en maakt dan heel veel
schetsen. Op heteind van de film, waarin we haar voortdurend rokend in beeld zien,
zegt ze dat de werkdruk haar leven is en dat de rest van de tijd daarvan
gestolen is. Het feit dat ze steeds bezig is zichzelf te vernieuwen toont een ware
kunstenares.
Hier
een filmpje van het sprookje Een
pandabeer uit Egypte van Alissa
Morriën.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten