Portretten van oorlogsvluchtelingen op zoek naar veiligheid en leefbaarheid
De burgeroorlog in Syrië is inmiddels vijf jaar oud en een
einde lijkt nog niet in zicht. In de eerdere Tegenlicht uitzending Wijze lessen uit het Midden-Oosten van
begin dit jaar vertelde politiek adviseur van de VN Ghassan Salamé dat het nog
lang kan duren tot de vijandschap geluwd is en men besluit om samen te gaan
praten. Vele inwoners ontvluchten nog steeds het land en gaan naar buurlanden,
zoals Jordanië en Libanon, die opvang in de regio bieden. Anderen trekken
verder en verblijven op een plaats vanwaar ze een veilige plek in Europa hopen
te vinden. Istanbul is, net als Lampedusa en Calais, een van die haltes, maar
voor velen ook een eindstation, zoals de reportage van Shoresh Kalantari laat
zien.
De documentaire begint heel aangrijpend met een beeld van
een half verdronken jong kind dat door een reddingsboot op zee wordt gevonden.
Men vist het kind uit het water en houdt het ondersteboven om het weer tot
leven te wekken. Het toont de wanhoop van mensen die elk risico nemen om maar
een veilige plaats te bereiken.
In de miljoenenstad Istabul wonen inmiddels meer dan een
half miljoen vluchtelingen waaronder veel Syriërs, die niet bepaald als
vrienden door de Turken bejegend worden en vooral hun eigen boontjes moeten
doppen. Kalantari volgt een aantal van hen in de arme wijk Basaksehir, waar het
ook nog sneeuwt. Hij spreekt over hun plannen. Velen hebben geen geld om de
overtocht te betalen en zitten daar gevangen. Anderen zien daar wel een
toekomst.
Selma helpt haar landgenoten met voedsel en kleding en noemt
hun situatie schrijnend. Ze vindt dat de Russen moeten stoppen met bombarderen
om tot een verbetering van de toestand te komen. Silva geeft Turkse les aan
Syrische kinderen die met een busje naar een van de vier scholen voor Syriërs
komen.
Fatima woont met haar kinderen in een krappe kamer en is
wanhopig. Haar man zit al drie jaar in Duitsland maar kan weinig voor zijn
gezin doen, zo horen we op Skype. Het bevalt hem slecht in de opvang en daarbij
heeft hij ook nog een hernia. Haar dertienjarige zoon, die zijn Syrische
vrienden in de oorlog kwijtraakte, werkt in een telefoonwinkel om het gezin van
levensonderhoud te voorzien. Veel krijgt hij niet betaald. Later wil hij in
Duitsland een telefoonwinkel beginnen.
Rostam heeft een naaiatelier en zingt op bruiloften. De
noodzaak om verder te trekken heeft hij niet. Hij spreekt van wederzijds
respect tussen Turken en Syriërs dat een vreedzaam samenleven moet garanderen.
Samer vluchtte vanuit Abu Dhabi naar Istanbul vanwege een
inval van de politie. Hij heeft een cultureel centrum opgericht waar zijn
landgenoten zich kunnen laten informeren en in contact kunnen treden met
elkaar. Hij is niet tegen het verdrag dat Turkije en Europa gesloten hebben
over de opvang van de vluchtelingen want binnen de Europese Unie verveelt men
zich toch maar. Na de oorlog gaat hij het liefst naar Syrië terug.
Mahmud is gedeserteerd uit het leger en woont al twee jaar
samen met zijn broer Ahmad in Basaksehir. Ze werken in een naaiatelier, sturen
geld naar hun berooide familie in Syrië en sparen voor de overtocht naar
Europa. Ahmad heeft inmiddels duizend euro bij elkaar gespaard en probeert af
te dingen op de prijs van de overtocht. De mensensmokkelaar, die zichzelf niet
als malafide ziet, vertelt dat mensen die weinig geld hebben met kleine bootjes
worden vervoerd. In de aftiteling lezen we dat de oversteek gelukt is maar dat Ahmad
Macedonië niet inkomt en terug wil naar Istanbul.
Hier
meer informatie op de site van Tegenlicht, met daarop ook inspirerende
initiatieven om te helpen. Vanavond napraten in Pakhuis de Zwijger. Daar zal
ook een selectie van de fototentoonstelling A
bridge too far van Ahmet Polak te zien zijn. De fotograaf geeft zelf een
toelichting bij de beelden. Hier
mijn verslag van Wijze lessen uit het
Midden-Oosten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten