Fraai spel en mooi verhaal in de kustplaats
Oostende
De film Copacabana,
die een vrouw verbeeldt in Oostende maar liever op het strand van Rio de
Janeiro zou zijn, wordt geheel gedragen door Isabelle Huppert. Net zoals in Villa Amalia (2009) en in White material (2010) is de wanhoop van
een vrouw die niet krijgt wat ze wil haar op het lijf geschreven. Huppert
speelt haar rol met zoveel glans dat daarmee haar eigen persoon daar weer geheel
in verdwijnt.
Babou Delmotte is een losbol met een 22 jarige dochter die
zich schaamt voor haar moeder, zoals meteen al in het begin van de film blijkt.
Babou gaat zitten op het terras van het restaurant waar Esmeralda bedient en
maakt meteen stennis maar is ook al gauw weer verdwenen. Vervolgens zien we
haar met een stuk stokbrood door de stad Tourcoing dwalen.
We horen Babou tegen een vriend van haar zeggen dat ze veel samen
gereisd hebben en dat haar dochter toen gemakkelijker was. Zelf is ze niet te
beroerd haar handen uit de mouwen te steken maar een sollicitatie in een
confiserie mislukt omdat haar auto niet start en ze daarom te laat komt. Uit
wraak gaat ze met haar hand langs de uitgestalde snoepwaren, die allemaal op de
vloer kletteren.
Ze is blij dat haar dochter, die vaker bij haar vaste vriend
is, bij haar komt eten en maakt daar op haar manier overdreven werk van, maar
het uiteindelijke resultaat is ook hier nihil omdat Esmeralda vertelt dat ze
wil gaan trouwen maar min of meer verbiedt dat haar moeder naar de bruiloft
komt en daar als goedmakertje tegenover stelt dat ze dan ook niet hoeft bij te
dragen in de kosten. Ze zal de schoonfamilie wel zeggen dat haar moeder in
Brazilië zit.
Zeer hilarisch wordt het als Babou in Oostende flats gaat
verkopen voor een kortere periode van het jaar, hetgeen timesharing wordt
genoemd. Babou wordt samen met anderen eerst ingezet als aanbrenger van klanten
en deelt een flat met een oudere vrouw, met wie ze het helemaal niet kan vinden.
Als ze die eerste avond de flat probeert binnen te gaan blijkt ze de verkeerde
sleutel te hebben, waardoor ze maar bij Bart blijft slapen die deel uitmaakte
van een groep waarmee ze eerder die avond zat te eten.
Een ander lid van de groep raadt haar aan te gaan
colporteren in Zeebrugge waar veel toeristen aan land komen. Het zorgt ervoor
dat Babou, anders dan haar collega’s, veel klanten aanbrengt en daardoor
verkozen wordt als verkoopster wanneer een ander haar been breekt. Nota bene
omdat er nog hard gewerkt wordt aan de flats aan de kust en overal in de gangen
liggen waar men gemakkelijk over struikelt.
Zowel in de liefde met Bart als in haar rol als verkoopster
laat Babou, zonder dat dit haar bedoeling is, de nodige steken vallen, waardoor
ze tenslotte weer de laan wordt uitgestuurd. Dat belet haar niet om haar kansen
toch te grijpen, waardoor een heel aardig einde volgt.
Het afwisselende en humoristische scenario van Marc Fitoussi
draagt bij aan de dynamiek van de film die, zoals gezegd, door het
verrukkelijke spel van Isabelle Huppert vleugels krijgt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten