Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



donderdag 31 maart 2016

Eerste kwartaalbericht Allerhande maar vooral literatuur, 31 maart 2016


Positieve tegengeluiden op de weg naar vrede

In gesprekken met mensen over de toestand van de maatschappij hoor ik vaak een defaitisme, waarin alles in de wereld alleen maar slechter wordt. Ik kan dat begrijpen, want de teneur van de berichtgeving, die zelf ook een factor vormt in het maatschappelijk krachtenspel, is veelal negatief. Het vereist al veel geestkracht om daaraan tegenstand te bieden. De wereld verandert niet van vandaag op morgen, maar anderzijds gaan de veranderingen ook heel snel. Ongetwijfeld leven we op een breukvlak der tijden, al valt dat met onze neus zo dicht op de feiten niet zo gemakkelijk vast te stellen. In de kolkstroom van gebeurtenissen zien we allerlei tendensen ook tegenstrijdig is, zoals het referendum op 6 april a.s. bijvoorbeeld.

Het baat wellicht om de uitspraak van Antony Hegarty erbij te nemen dat we ons in een beslissende fase van ontwikkeling van de mensheid bevinden. Daar valt natuurlijk veel op af te dingen, maar anderzijds is aan tal van verschijnselen te merken dat we aan het eind van het industriële tijdperk gekomen zijn en dat de maatschappij vraagt om een krachtige verandering. De tijd dringt om die in geweldloze zin te verwezenlijken want anders maken straks de grootste schreeuwers, die nu al een behoorlijke invloed hebben, helemaal de dienst uit. Helaas is de politiek nog steeds vooral met zichzelf bezig om een motor te kunnen zijn. Gelukkig zijn er andere maatschappelijke krachten actief, al zal de politiek, anders dan theatermaker Lucas de Man – in de zendtijd die Tegenlicht hem op 6 maart j.l. beschikbaar stelde - beweerde, ook weer nodig zijn om allerlei processen te bestendigen. Het komende referendum over Oekraïne is echter een voorbeeld hoe moeilijk te controleren de ontwikkelingen zijn. De roep van burgers om meer invloed op de politiek wordt meteen misbruikt door lieden die met de volkswil aan de haal gaan. Ik vind het onwaardig om aan zo’n circus mee te doen, maar zou het verschrikkelijk vinden als een stel malloten ook nog eens de positie van massamoordenaar Poetin verstevigt.

Op zoek naar positieve ontwikkelingen loop ik door de artikelen die ik de laatste drie maanden gepubliceerd heb en doe daaruit een greep zoals een kind uit een grabbelton:

Regisseur Martijn Kieft is in de Tegenlicht uitzending van 13 maart j.l. hoopvol over het halen van de milieudoelen in 2050. Door de toepassing van zonne-energie komt een revolutie op gang, die in Afrika en over de rest van de wereld voor gratis communicatie zorgt, wat de mensen dichter bij elkaar brengt en oplossingen voor problemen vergemakkelijkt. Hubert Sauper nam met We come as friends al een voorschot daarop. Deze nogal losjes opgezette documentaire krijgt een existentialistisch kader door de beelden die Sauper van de aarde laat zien en verwijzingen naar het feit dat we allen aardbewoners zijn en het met elkaar moeten zien uit te houden.  

Kunst is het middel bij uitstek om ons uitzicht te verbreden. De theatervoorstelling Raarrr van Joep van der Geest bood een andere manier van kijken. Ik zei er in mijn blog het volgende over:
Kunst is geen raadsel met een oplossing, maar een oplossing met een raadsel. Van der Geest verwijst daarbij naar het toneelstuk De drie zusters van Anton Tsjechov, waarin de zussen naar Moskou willen maar daar nooit terechtkomen, net als de draad die daar gespannen blijkt te zijn, nergens uitkomt, maar meer in het hoofd van de toeschouwer gaat zitten en waar hij of zij na de voorstelling verder mee kan borduren.’

Schrijvers kunnen gevoelig maken voor een andere manier van denken, zoals de Pool Mysliwski laat zien. Hij verwoordde in De laatste hand zijn visie op de mens die, zoals ik dat weergaf, helemaal niet zo autonoom is als hij denkt:
De filosofische aard van de roman doet zich meteen gelden als de hoofdpersoon zegt dat de mens moeite heeft zich in zichzelf te herkennen. Het idee over zichzelf is onkenbaar. Wij hebben daar slechts voorstellingen over.’

In De navel van Daphne gaat Maarten Doorman in op de relatie tussen kunst en engagement. Helaas blijft hij daarbij te veel binnen het terrein van de kunsten. Ik concludeerde daarover:
De richting van verandering moet gaan in vergroting van de mate van vrijheid die de mens toekomt en die door het recht op een basisinkomen moet worden gegarandeerd. De door Doorman voorgestane autonomie van de kunst, die sinds de romantiek in zwang kwam, zou daardoor ook autonomie voor kunstenaars en vele anderen kunnen betekenen. Joseph Beuys, die hierover sprak terwijl hij zijn aardappelen schilde, is in dit opzicht een lichtend voorbeeld. Gelukkig moet ook Doorman weinig hebben van sociaal realisme of kunst bedoeld in buurtprojecten, al kan dat laatste denk ik in sociaal opzicht een belangrijke rol spelen. Alleen maatschappelijke actie kan de gewenste verandering tot stand te brengen, maar de kunstensector, die de verbeelding leidt en vormgeeft, speelt daar wel een belangrijke rol in.’

Wat kunst in persoonlijke zin vermag vertelde Martha Nussbaum in een gesprek met Anna Luyten, dat ik weergaf in mijn blog van 21 januari j.l. Ze ervaart vreugde in het zingen in de liberale joodse gemeente waar ze bij hoort na haar overgang tot het jodendom.

Afgelopen dinsdagochtend zag ik nog een videofilmpje van Hester Macrander op Facebook die een fragment uit een toespraak van Martin Luther King laat zien waarin hij de mensheid geestelijke armoede verwijt in verhouding tot de technologische vooruitgang. Het wordt tijd dat we een inhaalslag op moreel gebied maken. De jongerenvoorstelling over Woyzeck van George Büchner nam daarop een voorschot door het hyperindividualisme aan de kaak te stellen.

We are together is een mooie documentaire van Paul Taylor over kinderen uit een weeshuis in Zuid Afrika die naar New York gaan om hun levensgevoel zingend te vertolken. We zijn één of we zijn niet. Dat houdt in dat we veel kunnen leren van Syriërs die onze cultuur komen verrijken. Het is te hopen dat we de uitdaging aangaan. Een cultuur die niet verandert is ten dode opgeschreven. Marli Huijer (zie foto van Valerie Granberg) betoogde gister in haar manifest We zijn allemaal migranten, dat door 182 vooraanstaande Nederlanders ondertekend is, dat openheid de beste garantie voor een vreedzame toekomst vormt. Hier haar tekst.












Geen opmerkingen:

Een reactie posten