Sterk portret van de oprichtster van een vrouwenbeweging die
zich vastbijt in een moordzaak
De Deens-Indiase filmmaakster Nishtha Jain had al eerder
plannen voor een portret van Gulabi Gang, de beweging van vrouwelijke dalits
onder leiding van Sampat Pal, die opkomt voor vrouwenrechten op het Indiase
platteland, maar werd tegengewerkt door een contract dat India eerder sloot met
een Britse productiemaatschappij die de anderhalf uur durende film Pink Saris (2010) van Kim Longinotto
wilde uitbrengen. Drie jaar later treedt Jain alsnog in haar voetsporen.
Jain filmt in een armoedige streek in centraal India waar intimidatie
en geweld tegen dalits aan de orde van de dag is, vooral tegen de vrouwelijke
soort, die nog minder in aanzien staat. Daarom richtte Sampat Pal in 2006 de
organisatie Gulabi Gang op, die in veel dorpen in elf Indiase districten werkzaam
is en zich sterk maakt voor de rechten van rechteloze vrouwen. We zien Sampat
Pal tijdens bijeenkomsten in de openlucht waar ze de verzamelde dorpsvrouwen in
felle bewoordingen toespreekt. Ze wil hem meer bewustmaken van hun situatie, de
werkomstandigheden verbeteren en de vrouwen verenigen. Iedereen die deel wil
uitmaken van de beweging die zich in roze sari’ s hult, is welkom. Het is een
prachtig gezicht zo’n hele stoet roze vrouwen voorbij te zien trekken of hen op
rituele wijze te zien stokvechten.
Jain heeft speciaal één geval van onrecht uitgewerkt over
een vrouw die verbrand in huis gevonden is. Pal gaat erop af en spreekt met de
familie van de echtgenoot. Ze zegt tegen Jain dat ze niet aan vervolging zullen
ontkomen. Een compromis wil ze niet sluiten, maar ze kan alleen iets doen als
de familie van de vrouw hun hulp inroept. Ze ondervraagt wel de echtgenoot die
eerder getrouwd is geweest en denkt dat zijn vrouw teveel pillen heeft geslikt
en diens zus die ook denkt dat de vrouw zelfmoord heeft gepleegd, maar
waarschijnlijk is dat niet, omdat het lijk naar binnen lijkt te zijn gebracht
in een ruimte met een fornuis, die moet doen denken aan een keuken, maar dat
niet echt is. Een dorpeling geeft als nijdig commentaar dat er op deze manier
weinig andere vrouwen behalve de eigen moeders en dochters overblijven om te
neuken, maar tegelijk is er een sterk verzet onder dorpsmannen tegen ruchtbaarheid
aan de zaak.
Pal gaat naar de plaatselijke politieman die buiten aan een
tafeltje zit en de moord op de vrouw eenvoudigweg ontkent. Vervolgens gaat ze
naar de familie van de vermoorde vrouw. De vader denkt dat zijn dochter niet
aan haar lot ontkwam. Zijn broer gaat ervan uit dat alleen Allah weet wat er is
gebeurt. Pal vindt hun lijdzaamheid kwalijk. Ze stapt naar het klachtenbureau
van het disctrictskantoor om de plaatselijke politieman aan te klagen. Het
recht moet zijn loop hebben.
Ter onderbreking van de zaak zien we Pal in een akker van
haar familie in een dorp waar ook een echtgenote mishandeld werd. Omdat de
dader zich daarover niet druk maakte, schold zij hem uit. Daarna was het in het
dorp gedaan met het geweld tegen vrouwen, zegt Pal tevreden.
De blinde moeder van de verbrande vrouw neemt contact met
haar op. Ze vertelt dat de echtgenoot veel bij de vrouw van zijn broer was, die
hem verwende. De politie doet onderzoek en ondervraagt het dorpshoofd naar de
toedracht. Een jongen die langs de kant van de weg zit, vertelt dat zijn zus
ook in brand gestoken is en dat hij er niets mee opschiet om daar woedend over
te worden. Zijn vader ondertekende een verklaring en haar dochters kregen geld
voor hun latere huwelijk.
Gulabi Gang doet mee aan de verkiezingen en wint in sommige
dorpen waardoor een lid van de beweging dorpshoofd wordt. Elders verliest men
hetgeen veel geld kost.
Tenslotte is er een onthutsend verhaal van Husna die
eerwraak goedkeurt en de rechten van haar door haar broer vermoorde schoonzus
daaraan opoffert. Waarmee gezegd is dat bewustwording niet vanzelf komt maar
nog een hele strijd te winnen en een lange weg te gaan heeft.
Hier de site
van Gulabi Gang.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten