Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zondag 13 maart 2016

Carte Blanche met Bernt Schneiders, Toneelschuur, 12 maart 2016


Kamermuziek met een persoonlijk randje

Esther Apituley’s Locomotive is volgens de site op internet een eendaags, reizend muziekfestival dat klassieke muziek in het theater brengt. Na een bezoek aan IJmuiden en Amersfoort doet ze Haarlem aan waar ze een keur van muziekprogramma’s loslaat in de Toneelschuur. Naast het hoofdprogramma Bach & Bleekwater staat er zelfs een muzikaal etentje gepland. De ouverture is een optreden van het strijkkwartet, van persoonlijk commentaar voorzien, vrijdagavond al in de persoon van Jan Mulder, dit keer door scheidend burgemeester van Haarlem Bernt Schneiders.

Alvorens Schneiders binnen te roepen vertelt Apituley (zie foto van Chris van Houts) over de bedoeling van het festival, namelijk om theatergangers van het Bleekwater type met klassieke muziek bekend te maken en hun visie te vernemen op hetgeen ze horen, zien en voelen. Schneiders komt zelf uit een muzikaal milieu maar verzette zich als puber sterk tegen de klassieke muziek. Hij vond het onrechtvaardig dat zijn zussen een piano en een dwarsfluit kregen maar dat hij zelf een basgitaar moest kopen. Als bestuurslid van de vereniging Jeugd en Muziek kreeg hij meer oog voor het bijzondere om in een orkest te spelen. Als toekomstig directeur van het Cultuurfonds komt die waardering hem goed van pas.

Inmiddels heeft violiste Lisa Jacobs dan al de opening verricht met een stuk van Locatelli, dat een flink tempo heeft en op mij dartel als een pas geboren lammetje overkwam. Het daarop volgende stuk is van Purcell, waarvoor, naast Apituley op altviool, Elidh Martin op cello en Tijmen Huisingha op viool aanschuiven om het kwartet compleet te maken. Het stuk deed me denken aan een Engels kostuumdrama met prachtige natuur, waarin paarden met koetsen door bossen voortjagen. Het ten gehore gebrachte werk brengt Schneiders op de vraag wie er eigenlijk de baas is tijdens het spel. Jacobs vertelt dat het een kwestie van samenwerken is waarbij degene die de leidende rol speelt de meeste zeggenschap heeft. Het onderwerp voert naar de functie van de altviool die volgens Lisa niet zozeer de techniek maar meer de ziel van het werk belichaamt. Martin voegt daar aan toe dat de cello de grondtoon uitmaakt.

Sjostakovitsj is de derde componist die aan de beurt komt. Schneiders vertelt dat hij de opera Macbeth van Verdi uitvoerde in aanwezigheid van Stalin en vanwege zijn eigenzinnigheid door het Pravda werd uitgemaakt voor een perverse formalist en vervolgens bedreigd werd met verbanning. In de grappige, uitdagende polka hoorde ik dat niet terug, maar wellicht is die ook van later datum.

Schneiders gaat verder met een het fragment Cavatina uit strijkwartet nr. 13 van Beethoven, dat hij schreef op het eind van zijn leven toen hij al doof was en dat hij volgens Huisingha niet zonder tranen kon beluisteren. Het is dan ook een uiterst gevoelig stukje muziek dat droevig stemt, de menselijke breekbaarheid verbeeldt en, volgens een kenner in de zaal, de angst voor wat komen gaat weergeeft. Apituley zegt erbij dat muziek zonder dat we daar controle over hebben direct doorwerkt op de ziel.   

Om niet in mineur te blijven stapt Schneiders over op een wals van Britten. Het is wat hem betreft een ode aan de cultuurstad waaruit de saaie provinciestad Haarlem zich ontworsteld heeft. Door alle initiatieven op cultureel gebied is de stad meer gaan leven, hetgeen zegt hoe belangrijk cultuur voor een stad en voor de bewoners is. Zelfs Amsterdamse gezinnen schijnen daarom op de bakfiets naar onze stad met zijn menselijke maat toe te komen.

Na een gesprekje over de veranderde positie van een musicus die tegenwoordig ook zelf ondernemer moet zijn, sluit het kwartet af met een snel fragment van Dvorak, dat wervelt en danst. Zoals Apituley bedoelde brengt zo’n uurtje klassieke muziek de schoonheid ervan naderbij, niet in de laatste plaats door het persoonlijke commentaar daarbij. Ik vond het heel leuk om beelden op te roepen bij hetgeen ik hoorde. Eigenlijk iets om elke zondag bij het haardvuur te doen, zoals men in het gezin van Schneiders gewoon was.

Hier meer informatie over het tournee van Esther Apituley’s Locomotive, hier meer informatie over Apituley zelf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten