Spel rond leugen en waarheid in joods gezin
Afgelopen zomer overleed kunstenares en schrijfster Pam
Emmerik. Haar roman Het bottenpaleis beviel
me goed en smaakte naar meer. Wie het
paradijs verdragen kan is een uitvoeriger roman, waarin Emmerik de tijd
neemt om te vertellen en het verhaal zich te laten ontwikkelen. Terwijl dat aan
de ene kant een heerlijke leeservaring oplevert, is ze aan het eind te
uitvoerig, te weinig to the point, maar dat zal te maken hebben met de hersenbloeding die haar parten speelde. Alles bij elkaar is Wie het paradijs verdragen kan een roman die
zeker de moeite waard is, zeker ook wat de thematiek betreft.
In een vierluik waarin dochter Lara Daniëls en haar
Amsterdamse vader Max elkaar als verteller afwisselen staat de oorlogsgeschiedenis
van een joods gezin centraal. Max heeft daar een hele eigen versie van gemaakt
en dat heeft een reden. Het is de vraag hoe zijn dochter daardoor gevormd is,
hoe het verzwijgen van de gebeurtenissen tijdens een onderduik op een boerderij
in de Beemster en het fabuleren over een gelukkige tijd op Mallorca op een kind
van na de oorlog doorwerken.
Lara is fotografe geworden en trekt als gehypt fenomeen de
wereld door. Ze had een lange relatie met de jaloerse Marco in Barcelona, die
ze beëindigde omdat hij losse handen had, woonde daarna een tijd bij haar vader
en zit in het begin van het boek als 35 jarige in een vliegtuig dat van Madrid
naar Mallorca koerst. Ze raakt daarin aan de praat met een man, met wie ze in
Palma een seksueel avontuur beleeft en later in de nacht wordt ze zwaar
mishandeld. In het tweede deel komt haar 73-jarige vader ijlings naar het
ziekenhuis toe en vertelt voor de rust in zijn kop, aan het bed van zijn
comateuze dochter verhalen over het verleden van de familie. In het derde deel
reflecteert Lara daarop. Ze vertelt over de zomer die het gezin bij oom Leo op
Mallorca doorbracht en de documentaire die ze over de familiegeschiedenis
maakte, waarvan we in het laatste deel horen dat die werd afgemaakt in de
negatieve zin van het woord tijdens een festival in Italië. De vader blijkt niet
voor niets twee versies van de oorlogsgeschiedenis te hebben. In het laatste,
al te wollige deel licht hij de lezer daarover in. Hij wil tot alle prijs dat
de waarheid, de stinkende waarheid voor zijn dochter verborgen blijft.
Het is boeiend dat Emmerik de twee perspectieven van dochter
en vader met elkaar afwisselt. Op die manier leren we de twee personen van
binnenuit kennen. Lara zit met haar handen in het haar en is niet gelukkig
geworden met haar status als beroemde en shockerende fotografe. In een vroegere
scène bevrijdde ze een hond die door twee dierenbeulen aan een boom was
opgehangen. Haar rechtvaardigheidsgevoel is zo sterk dat ze de mannen bijna zou
neerknallen met hun eigen geweer. Daarom trok ze ook bij iemand in die niet
goed voor haar was. Lara is iemand die probeert te redden wat er te redden
valt.
De vader Max is een agressief
heerschap dat in antiek handelde en zich volpropt met eten. Zwijg en wees sterk
was het patroon in het gezin. Zijn vrouw Else is overleden. Zijn dochter noemt
hij accidental prone. Vooral op het eind van het boek is zijn preoccupatie met
de dood groot. De Tweede Wereldoorlog laat hem niet los getuige de
bedrandnazi’s die hem regelmatig bezoeken.
De taal mag er zijn. Het is een genot dat Emmerik het
gedicht Burnt Norton van Eliot heeft
opgenomen. De moeder van Lara was erdoor gegrepen. Als Lara in het ziekenhuis
ligt heeft ze een spannend contact met verpleegster Anna. Ze praat met haar
over haar persoonlijke preoccupaties. Hoewel ze zelf zegt dat ze een leep
woordensetje gebruikt om de aandacht van Anna te vangen, een stijl die ze ook tijdens
interviews gebruikt, zegt ze daarin toch zinnige dingen die ver verder dan haar
werkzaamheden als fotografe gaan.
‘Door het spel met
licht en schaduw laat ik in mijn werk dingen die er zijn, ook weer terugvallen.
Dat staat voor het feit dat je nooit helemaal begrijpt wat er werkelijk
plaatsvindt in het leven. Het staat voor alles wat onduidelijk is aan het bestaan.
Je zou het inderdaad een illusie kunnen noemen, zoals jij dat doet. Het is iets
waarvan je denkt dat het er is, maar dat er ook weer niet is. Iets wat even
bestaat en dan opeens weer wegvalt. En het zit overal, het zit echt in ieders
leven verweven.’
Het citaat zegt veel over de houding van haar vader
tegenover haar, de leugens die de wereld voor haar zo onduidelijk maken, al had
de invloed van het fabuleren sterker tot uiting mogen komen.
De fraaie titel komt van de Amerikaanse schrijfster Gertrude
Stein die de zin vervolgt en eindigt met: … reist naar Mallorca. Dat zullen we
weten ook.
Hier
mijn bespreking van Het bottenpaleis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten