Boeren de dupe van machtsspel tussen bestuurlijke orde en
natuur
Chris de Stoop is journalist, maar tegenwoordig ook boer in
de Hedwige polder die nog steeds onder water moet komen te staan als
natuurcompensatie voor uitbreiding van de haven van Antwerpen. Hij keerde terug
naar de ouderlijke boerderij na de zelfmoord van zijn broer.
Wim Brands noemt die broer de grote afwezige in Dit is mijn hof.
De Stoop noemt hem ook een aanwezige omdat zijn broer de
rode draad vormt in het verhaal. Samen zijn ze opgegroeid op de boerderij, die
toen nog te midden van vele andere boerderijen stond, terwijl er tegenwoordig
een centrum voor verwaarloosde ezels in een van de boerderijen gevestigd is.
Het toont het verdwijnen aan van de boerencultuur met al zijn schoonheid en problemen.
Brands vraagt naar de eerste reactie van De Stoop op de dood
van zijn broer.
De Stoop was verbijsterd. Hij kwam zijn schuldgevoelens te
boven door dit boek te schrijven over de koude winter, vijf jaar geleden dat
zijn moeder ten val en in het ziekenhuis terecht kwam en zijn broer een eind
aan zijn leven maakte. Hij was op dat moment in Haïti om een reportage over de
aardbeving te maken en ging meteen de volgende dag naar huis terug. Hij nam de
boerderij over als gebaar naar zijn moeder die ook al een zoon moest missen.
Als journalist kon hij het verhaal over de treurnis in de polder vertellen.
Brands vraagt naar zijn kennis over de wanhoop van zijn
broer.
De Stoop vertelt dat hun moeder net twee weken daarvoor in
het ziekenhuis terecht kwam en dat alle aandacht naar haar uitging. Zijn
afscheidsproces was al langer bezig. Het feit dat hij geen gezin had en dat het
bedrijf ook niet veel toekomst had, drukte zwaar op hem. Toen zijn broer vroeger
de boerderij overnam, ging hij in de journalistiek hoewel hij ook nog gedacht
heeft om dierenarts te worden. De natuur en de landbouw bleven hem altijd
nabij. Eerder was hij vogelaar. Zijn broer nam hem evenwel kwalijk dat hij vervreemd
was van de boerderij en wilde dat hij zich diens moeilijke omstandigheden meer
aantrok.
Stadsmens Brands zag een documentaire over de Hedwige polder
maar begreep pas door Dit is mijn hof
wat er werkelijk op het spel staat. Hij noemt de overeenkomst tussen
natuurbeschermers en industrie een vreemd pact.
De Stoop zegt dat men over een win win situatie spreekt
terwijl de boeren gepasseerd worden. De natuurbeweging die vroeger optrok met
de boeren heeft zich toegekeerd naar de havenbaronnen. Dat leidde tot harde
confrontaties met de boeren, die, net als elders in het land, het onderspit
dolven.
Brands wil dat De Stoop uitlegt wat ermee verloren gaat als
de polder verdwijnt.
Het cultuurgoed, zegt De Stoop. De Hedwige polder gaat terug
tot de Middeleeuwen en is de laatste Scheldepolder die we hebben. Het landschap
is een museum te vergelijken met Palmyra voor Syrië en het onder water zetten
is net zo onherroepelijk als de doodstraf. Het valt niet mee dit over te
brengen, maar misschien helpt dit boek.
Brands heeft aan hoogleraar Louise Fresco gevraagd wat die
ervan vond en zij antwoordde dat het onder water zetten en onzinnige
onderneming is, omdat de Antwerpse haven over vijftig jaar is uitgespeeld.
De Stoop vult aan dat de kwetsbare globalisering maakt dat
we de polder straks weer nodig hebben om voedsel te produceren. Er wordt echter
slecht geluisterd naar tegenstanders van de onderwaterzetting omdat het bestuur
van Antwerpen een machtspolitiek voert, terwijl de bevolking te snel rijk
geworden is en zich knollen voor citroenen laat verkopen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten