Verhaal en schrijfcursus ineen
Annet Huizing komt met een origineel idee om kinderen iets
te vertellen over het schrijven van boeken en werd daarmee bekroond met een
griffel. In een verhaal over een dertienjarige brugpieper, die zonder moeder
door het leven gaat, verwerkt ze allerlei onderwerpen die een rol spelen bij
het schrijven van een boek. In een blauwe kleur wordt dat laatste aan het eind
van de hoofdstukjes geplaatst.
Hoofdpersoon Katinka Kapteijn reflecteert in haar
schrijfsels over haar ervaring om een dode moeder te hebben. Haar moeder
overleed toen ze drie jaar oud was. In die tijd was haar moeder zwanger van
haar broertje Kalle. Ze vindt het belangrijk de reacties van anderen daarover
op papier te zetten, maar weet niet zo goed hoe dat moet. Het eerste stukje
heeft ze al twaalf keer herschreven. Gelukkig heeft ze een lieve buurvrouw,
Lidwien, die heel wat boeken geschreven heeft en haar buurmeisje graag de
nodige tips geeft:
‘Begin maar eens met
beschrijven wat je zoals meemaakt. Een soort dagboek dus.’
‘Een dagboek? Maar dat
doe ik al heel lang!’
‘Ik bedoel stukjes
over je leven die anderen mogen lezen. Het gaat erom dat je lezers meemaken wat
jij meemaakt, dat ze zien wat jij ziet. En dan mag je er af en toe best wat bij
fantaseren.’
Van het een komt het ander. Lidwien licht Katinka in over het
laten zien van een gebeurtenis in plaats van erover te vertellen of om
spannende dialogen te maken, door bekend veronderstelde feiten weg te laten. De
leergierige Katinka typt de aanwijzingen van Lidwien meteen in op haar iPhone.
Het helpt het verhaal dat de vader van Katinka verkering
krijgt met Dirkje, een frisse jonge vrouw die de verhoudingen in het gezin wat
opschudt. De vader is verliefd tot over zijn oren en probeert dat eerst nog te
verbergen waarmee het begrip cliffhanger geïntroduceerd is. Katinka wordt door
Lidwien gewezen op variatie in de zinsvolgorde, op bijfiguren die het beste
onopgemerkt kunnen worden aangekleed en gevoelig gemaakt voor de worsteling die
achter gedrag van mensen zit. Bijfiguren dienen functioneel te zijn, tijd kan
versneld of vertraagd worden en het perspectief kan wisselen.
Ondanks de vele rode strepen die Lidwien in de teksten van
Katinka zet, is ze geen betweter. Ze schrijft op dat moment zelf niet, omdat ze
eerst een grote schoonmaak in haar hoofd moet houden. In dat kader verricht ze
tuinwerkzaamheden, waarbij Katinka helpt. Ze maken ook haar huis schoon en
verbranden het verleden in kachel. Dat Lidwien in de steek gelaten is, brengt Katinka
tot de conclusie dat er twee soorten erg zijn.
Ondanks fraaie scènes waaronder een heftige aanvaring met
Dirkje in een kledingwinkel en een ontroerend slot waarin Katinka haar moeder
een bandopname van een toespraak ziet,
hinkt Hoe ik per
ongeluk een boek schreef op twee gedachten. De lezer wordt door de ingrepen
in het verhaal teveel uit het verhaal gehaald en de vakinhoud komt zelf uit
niet helemaal tot zijn recht. Wellicht daarom doet Lidwien daarom Het geheim
van de schrijver van Renate Dorrestein, aan Katinka cadeau, een keuze die ik
niet zo gelukkig vind omdat ik daar zelf meer van in de war raakte. Wellicht
daardoor voegt ze daar Schrijfles van Nicolien Mizee aan toe die met veel
minder omhaal stelt dat het in een fictieboek gaat om een nieuw inzicht bij de
hoofdpersoon.
Hoewel Huizing af en toe wat doolt met de leeftijd van
Katinka die als dertien jarige een woord als midlifecrisis niet zou kennen, is Hoe ik per ongeluk een boek schreef voor
die leeftijdscategorie wellicht een eyeopener en een stimulans om zelf aan de
slag te gaan. Als dat het gevolg is, is er met deze mengeling van verhaal en
cursus niets mis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten