Ontwapende en creatieve voorstelling over een Duitse
sprookjeskoning
De eenmansoperette Ludwig
vertelt het verhaal van Lodewijk II ofwel Ludwig, koning van Beieren, ook wel
de sprookjeskoning genoemd. Maar dan wel op een hele bijzondere manier. Steef
de Jong haalt alles uit de kast om de negentiende eeuwse Ludwig en zijn hang
naar schoonheid over het voetlicht te brengen. Naast de fraaie kartonnen
decorstukken is er klinkende zang, bijzondere animatie en veel humor. Behalve dat
we een beeld van Lodewijk II krijgen, wordt het massaal toegestroomde publiek anderhalf
uur in multimediaal opzicht zeer verrast.
Het begint meteen al ingenieus in een simpel decor van een
troonzaal. De Jong komt op met een doos voor zijn borst, voorstellende een jacquet
met een strikje ter hoogte van zijn hals. Voorzichtig trekt hij het strikje los
waarop een theaterzaal openvalt waarin een kartonnen ridder te zien is. Het is
Lohengrin, de zoon van Parcival, die een lied uit de gelijknamige opera van
Wagner van ten gehore brengt. Dat is niet voor niets. Ludwig houdt van theater,
het kan hem nooit genoeg zijn. Applaus vindt hij het ergste wat er is, want dat
houdt het op en dat mag niet.
Na de Lohengrin van Wagner is Ludwig verkocht. Drie
jaar later is hij koning en dan krijgt hij de gelegenheid de opera’s helemaal
voor zichzelf te hebben, dus zonder applaus. In zijn leven onthield Ludwig zich
van politieke activiteiten in München. Met zijn vriend Joseph ging hij liever naar
locaties in de Alpen waar opera’s hun oorsprong vonden en speelde die daar na. Hij
werd niet oud, 41 jaar. Hij verdronk onder mysterieuze gronden samen met zijn
psychiater in een meer, de Starnberger See. Leidt
de weg van hier, zingt De Jong duister toepasselijk.
Fraai is de kaart van Midden Europa, waarop De Jong de
politieke context aanduidt met Beieren te midden van het Pruisen van Otto von Bismarck
en de Oostenrijks Hongaarse dubbelmonarchie, waar Sissi, de nicht van Ludwig, de
scepter zwaait. De laatste twee kunnen het goed met elkaar vinden, zo verbeeldt
De Jong in een fantastische scène waarin hij binnenkomt met een levensgrote Sissi
op de rug, met haar picknickt en later tijdens een lied het hoofd van Ludwig in
haar masker toont. Minder te spreken is Ludwig over Bismarck die moderne achterladers
tot zijn beschikking heeft en daarmee aan zijn tegenstanders een gevoelige klap
kan uitdelen, zoals hij ook op het toneel laat zien. Ludwig is zijn tegenpool
en zet muziekinstrumenten in in plaats van geweren, hetgeen met recht
ontwapenend genoeg mag worden.
Humoristische scènes zijn te zien op het filmdoek dat in de
wand van de troonzaal is ingebouwd, zie foto (Tim Stet) van de kroning van Ludwig. De grappige Phi en Pho, die daarop ook te zien zijn, vormen de regering van
Beieren en moeten voor Ludwig op zoek naar Wagner, maar overhandigen hem op het
eind van het liedje een krankzinnigheidsverklaring, die Ludwig van de troon
ontheft. Zijn voorgenomen huwelijk met Sophie, een zus van Sissi, is al eerder door
hem afgeblazen. De reden is duidelijk en wordt bezongen in een lied dat begint
met de regel Als ik mijn ogen sluit
en uit volle borst wordt meegezongen door het koor op het scherm. Een mogelijke
andere huwelijkskandidaat, Theresa, is door De Jong zelf bedacht. Haar pizza
Bismarck bestaat uit tomatensaus en ei, omdat de kok die ten tijde van de rede
van Bismarck diens woorden Blut und Eisen
verkeerd verstond.
Het is vooral zeer creatief wat De Jong laat zien, bijvoorbeeld
met het bordkartonnen kasteel Neuschwanstein, waarin Ludwig woonde. Hij betrekt
regelmatig het publiek bij zijn optreden en vraagt dit keer waar men het van
kent. Zijn pantomime rond het kasteel brengt niemand op een idee waarop hij
zelf het antwoord geeft. De contouren zijn, behalve voor legpuzzels, gebruikt
door Walt Disney. Tijdens een lied van Sophie wordt een portret van haar op het
scherm getoond, waarbij opeens heel kunstig haar lippen bewegen!
Soms deed de voorstelling me aan good old Farce Majeure
denken, een enkele keer hoorde ik Micha Wertheim in de stem van De Jong. Ludwig heeft net als zijn voorgangers weinig
pretenties, is eerlijk, vol kwaliteit en zeer levendig. Spasiba!
Het operette offensief Groots
en meeslepend dat onder regie van Ina Veen deze eenmansoperette voorbracht gaat door op de
ingeslagen weg. Na alle succes met Ludwig
kan dat ook niet anders. Vanaf mei a.s. volgt Straussvogel, waarin De Jong op zoek gaat naar de Armin van Buuren
van de negentiende eeuw, zoals dat op de ansichtkaart heet, die het publiek na
afloop kreeg uitgedeeld. Ik ben benieuwd of de nieuwe voorstelling de niveau
van Ludwig kan halen. Een aardige opgave, lijkt me.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten