Schrijver in het centrum van het universum
Universitair docent Sander Bax noemt De Mulisch mythe - volgens de aankondiging een werk over het fenomenaal
schrijverschap van de publieke figuur Harry Mulisch (1927-2010) - geen
biografie maar een leeservaring.
Brands begint aan het eind van diens leven, tijdens de
herdenkingsdienst die op de televisie werd uitgezonden waarin een fragment te
zien was van de spectaculaire redding van paarden in Friesland, die omgeven
waren door water en nergens naar toe konden. De scène werd kracht bij gezet met
muziek van Wagner.
Bax zegt dat Mulisch zelf iets had gewild met teckels en dat
dit fragment door zijn vrouw gekozen was maar dat het uit een boek van Mulisch
had kunnen komen, omdat hij zich zeer aangetrokken voelde door gebeurtenissen
met een mythische strekking. Tijdens zijn geboorte barstte de Vesuvius uit en
tijdens zijn begrafenis was er boven Amsterdam een enorme regenboog te zien.
Brands brengt de omgang van Mulisch met de media ter sprake.
Bax zegt dat hij al in de jaren zestig een publieke figuur
was dank zij zijn veelvuldige verschijning op de Nederlandse televisie, die
toen nog op één kanaal uitzond. Bax keek vele fragmenten terug en zag dat hij
in zijn rol groeide.
Brands wil een bekende uitspraak van Mulisch horen en noemt die
zelf al: Ik ben een groot schrijver, daar
helpt geen moedertje lief aan.
Bax zegt dat Mulisch dat al vroeg weet. In zijn ontmoeting
met Hans Gomperts op televisie klinkt dit door. Hij was het centrum van het
universum en creëerde graag een mythe over zijn schrijverschap.
Brands brengt De zaak
40/61 naar voren.
Bax vindt dat een van zijn beste boeken. Daarin raakt
Mulisch de kern. Hij schreef reportages voor Elsevier over het Eichmann proces in
Jerusalem en bundelde die later in dit boek. Als zoon van een vader die gelden
van de Nazi’s beheerde en van een joodse moeder stond hij met twee benen vast in
de Tweede Wereldoorlog. Tijdens het proces krijgt hij het beeld van Eichmann
als een machinemens. Dit beeld is later door anderen bekritiseerd, maar dat
maakt volgens Bax niet uit. De zaak kreeg de motor van het schrijverschap van
Mulisch aan de gang.
Brands zegt dat hij daarna geen romans meer schreef maar
zich bezig hield met maatschappelijke ontwikkelingen als Provo en Cuba.
Bax zegt dat Mulisch het gevaar van het nationaal socialisme
wilde bestrijden, al werd hij steeds schematischer in zijn denken daarover. Zijn
boek over Cuba was nogal naïef, maar Mulisch kwam nooit op zijn standpunt
daarover terug, behalve misschien in De
ontdekking van de hemel. Hoop is voor hem altijd belangrijk geweest. Hij
bleef daar naar zoeken.
Brands noemt Mulisch ook een Haarlemse schrijver net als Lodewijk
van Deyssel en Godfried Bomans.
Ondanks de ernstige ondertoon was er veel lichtheid in zijn
werk en optredens, zegt Bax.
Brands brengt zijn debuutroman Archibald Strohalm ter sprake dat een sterk mytische toon had.
Bax zegt dat Mulisch zichzelf vanaf Twee vrouwen als romanschrijver ontwikkelde nadat hij zijn
politieke ideeën op orde had. Hij kon die integreren in een werk als De ontdekking van de hemel, dat een
doorbraak betekende. Ook De aanslag werd
een groot succes.
Brands merkt op dat Mulisch niet zoals Hermans of Reve het
land uit moest.
Bax zegt dat Mulisch altijd een grote internationale
belangstelling had, maar zich in Amsterdam op zijn plek voelde. Zijn vakanties
bracht hij, net als zijn grote voorbeeld Thomas Mann, altijd door in hetzelfde hotel
in Venetië. In Doktor Faustus werd het
kwaad van de Tweede Wereldoorlog volgens Mulisch het beste uitgebeeld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten