Herbeleving van spannende tocht joods echtpaar te
particulier.
In de Tweede Wereldoorlog maakten de joodse ouders van grafisch
ontwerper Bau Winkel een reis naar Zwitserland. Die reis was niet vrijwillig.
Ze vluchtten in april 1942 voor de Duitsers, die hen steeds meer beperkten. De
vader van Bau hield in een dagboek minutieus het verloop van de reis bij en maakte
daarbij ook tekeningen. Bau maakt de reis nog eens aan de hand van het dagboek (zie foto).
Om beter te begrijpen hoe het in elkaar zat, zegt hij erbij.
Tijdens de documentaire volgt Ger Poppelaars de zoon die in
zijn auto op weg gaat. Af en toe komen ook zijn ouders André en Tineke in beeld,
die elkaar vlak voor de oorlog leerden kennen en inmiddels zeventig jaar
getrouwd zijn. Vanaf de bank geven ze commentaar. Vooral André is aan het
woord. Tineke maant hem dat hij zijn glas moet leegdrinken.
Vanuit Haarlem ging het naar een seminarie in Goirle. Het
adres met het huisnummer 22 was hun geluksnummer. Ze werden over de grens
geholpen en overnachtten op de hooizolder van een boer in Poppel. De zoon
vertelt dat hij hun, met gevaar voor eigen leven, de volgende dag een stukje
verder bracht.
Een Hollandse bierrijder had een café net over de Franse
grens. Vandaar gingen ze met de trein naar Nancy. Vanwege een politiecontrole
namen ze een dieseltreintje naar een voorstad en met een tram gingen ze weer
terug naar het centrum.
In Besançon zouden ze geholpen worden door de eigenaar van
Hotel de Lion, maar die was opgepakt omdat hij al aan vele andere vluchtelingen
onderdak had verleend. De ouders kwamen abusievelijk niet in het hotel aan,
maar in de bar, waar men niets van hen wist. Ze werden naar Arbois gestuurd,
waar de demarcatielijn tussen bezet en vrij gebied liep. In een groep bereikten
ze na een zware en spannende tocht Chanol aan de vrije kant. Daar werden ze
gastvrij door een mevrouw ontvangen. Ze bracht hen naar Hotel de Paris in Poligny.
De kleinzoon vertelt dat een Duitse vluchteling daar jaarlijks nog zonder vrouw
en kinderen terugkomt. Ook Bau neemt zich voor nog eens langs te gaan.
In een internationaal gezelschap vluchtelingen onder leiding
van Cohen vertrokken de ouders naar Perpignan. Zelf heetten ze ook Cohen. In
1951 veranderden ze hun achternaam ter wille van de veiligheid van hun
kinderen. Het consulaat raadde hen af verder te gaan naar Spanje. De grens zat
potdicht. Ze reisden naar Lacaune waar een grootmoeder woonde en namen Eva, een
kennis, mee naar het gevaarlijke Lyon, waar Klaus Barbie de transporten voor de
joden naar de concentratiekamp regelde. Tien dagen zaten ze clandestien op een
zolder. Omdat hun helper niet kwam opdagen, ondernamen ze zelf de tocht door de
bloeiende Savoie tot het meer van Genève. Een manke visser bracht hen bij Pension
du Lac, dat van een vrouw was wiens man in krijgsgevangenschap zat in
Duitsland. Vandaar ging het verder naar de grens.
Op het moment dat André een kerkklok vier keer hoorde slaan,
terwijl het in Frankrijk vijf uur was, wist hij dat ze in Zwitserland waren.
Het werd hen aangeraden naar Bern te gaan. De Nederlandse generaal Van Tricht vertelde
hen daar dat ze opgepakt en teruggestuurd konden worden. Inderdaad werden zij door
de politie naar de gevangenis gestuurd, maar de volgende dag weer vrijgelaten. Omdat
Eva niet was opgepakt, hadden ze geen contact meer met haar. Vanaf 2 mei
verbleven ze in pension Clairmont, daarna ging het naar Versoix. Ze wilden
graag naar Engeland, maar konden daar niet naar toe vanwege de verscherpte regels.
Tot oktober 1944 deden ze arbeidsdienst, André op een
boerderij, Tineke als hulp in de huishouding. Tenslotte kwamen ze op een tank van
de Prinses Irene brigade het bevrijde Nederland binnen.
Bau vertelt dat zijn vader na een heupbreuk is overleden. Al
eerder kreeg hij bericht van de verpleeghuisarts dat het niet goed met hem ging.
Zijn moeder vegeteert nog slechts. Ze is in een rolstoel bij de uitvaart, maar
haar tranen zijn opgedroogd. De aftiteling geeft aan dat zij in 2012 overleed.
Tijdens het kijken bekroop me het onaangename gevoel, net
als tijdens de documentaire over Ger Lataster, dat het allemaal wel erg
particulier werd. Bau Winkel is net zo’n perfectionist als zijn vader: alles
verzamelen, alles vasthouden. Hij mag dan meer inzicht gekregen hebben in de
spannende reis van zijn ouders, voor een kijker met meer distantie levert zo’n
terugblik weinig op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten