Raspaarden en beperkte dochters passen goed bij elkaar
De documentaire Het zit in de genen van Job Groenewegen en Ingrid Bosma gaat over het
Friese gezin De Jong dat drie dochters kreeg met een verstandelijke beperking
die echter op het paardenfokbedrijf van hun ouders hun tijd zinvol besteden.
Verstandelijk gehandicapten en paarden passen goed bij
elkaar. Er zijn in Nederland de nodige zorgboerderijen waar mensen met een verstandelijke
handicap een zinvolle dagbesteding vinden in het paardrijden. Het gevoel komt
op de eerste plaats. In het bedrijf van hun ouders, Jaap en Wieke de Jong, kunnen
hun dochters zich uitleven, nadat ze, in het dorp waarin ze woonden, de
aansluiting met hun leeftijdsgenoten verloren.
Aan de kamertafel vertelt Jaap, bijgestaan door Wieke, het
verhaal van hun leven. Hoe ze elkaar ontmoet hebben, hun kinderwens en de trage
ontwikkeling die hun eerste dochter Ali meemaakte, waardoor zij naar een andere
school moest. De dochters die in 1980 en in 1984 geboren werden, vertoonden vergelijkbare
problemen. Wieke zegt dat hun wereldbeeld daarmee veranderde. Ze voelde zich
benauwd in het dorp. Het was zelfs zo, zegt Jaap, dat de kerk ook geen enkele
steun bood. Dat was de druppel om te verkassen naar elders.
We kijken binnen in een gezin waarin de jaren vijftig nog lijken
te bestaan. Jaap is een rustig verteller, bedaard is misschien een beter woord
voor deze pater familias. Hij is heel eerlijk over zijn verdriet toen ze in het
ziekenhuis hoorden dat hij en zijn vrouw genetisch niet bij elkaar pasten. Hij
is er zelfs overspannen van geraakt, maar zijn geloof in God is ongeschokt. Het
zal hun taak in dit leven wel zijn om zijn drie dochters zo goed mogelijk te
begeleiden. Hun ergens in een inrichting plaatsen is hem zijn eer te na. Ook
adviezen van psychiaters of psychologen heeft hij niet nodig. In zijn bedrijf kunnen zijn kinderen hun hart ophalen.
In de huiskamer staat een webcam opgesteld met een beeld van
de stal waar een merrie op het punt staat van bevallen. Jaap vertelt dat het is
als een emmer water die omvalt als de vliezen breken en dat het daarna snel kan
gaan. We zien dat het hele gezin heel erg meeleeft met de geboorte van het veulen,
een merrie, die al gauw zijn eerste stappen op het gebied van de dressuur zet.
Wellicht biedt de ontwikkeling van de paarden voor het gezin een tegenwicht
tegen de langzame ontwikkeling van de dochters. Jaap zegt dat ze door de
paarden de ontwikkeling van de dochters gestimuleerd hebben tot een bepaald
niveau, meer moet je ook niet willen. Wat dat niveau dan is en hoe hij merkte
dat ze daarmee aan hun top zaten, daar horen we helaas niets over.
Jaap speelt orgel in de kerkelijke gemeente en kaartte toch
een keer aan waarom zijn kinderen niet mee mochten doen. Daarmee was alle kou
uit de lucht. De dominee heet de kinderen vanaf de kansel zelfs hartelijk
welkom en Ali speelt dwarsfluit. Treurnis is er vooral bij de kinderen als overbodig
geworden paarden verkocht worden, zeker aan een slachter. Daarbij speelt
ongetwijfeld hun eigen dorpsverleden mee. Dan is er nog een zoon Tjerk die
verder geen commentaar geeft, maar een grote steun voor zijn vader is. Wieke
zegt dat hij wel meteen snel was en handig. Het tegendeel van zijn zusjes. Het
is jammer dat de documentairemakers hem niet gesproken hebben, althans hem niet
voor de camera hebben gehaald. Daarmee is alles wel gezegd. En gezwegen. Maar dat past weer wel in de sfeer die de documentaire uitademt.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten