Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zondag 11 mei 2014

Eva Rovers over haar biografie van Boudewijn Büch, Boeken op bezoek, 7 april 2014



Een schrijver die niet weet waar hij zichzelf gelaten heeft

Wim Brands stapt naar het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam, waar Eva Rovers al twee jaar aan een biografie over Boudewijn Büch (1948-2002) werkt, die in 2016 moet verschijnen. Ze heeft daar de beschikking over diens persoonlijk archief.

In de werkkamer waarin ze Brands ontvangt staat een kwart van dit persoonlijk archief in dozen. De correspondentie aan Büch heeft ze al doorgenomen, de correspondentie van Büch voor een groot deel. Daarvoor gaat ze de deur uit om de briefschrijvers te interviewen. Ze vindt de brieven aan Büch interessanter dan de brieven van hem omdat in die eerste een beeld verschijnt hoe men hem ervaarde. Jeroen Brouwers vreesde dat hij de kant opging van Goethe die ook niet meer het verschil wist tussen waarheid en leugen. Zijn eigen dagboeken zijn niet letterlijk te nemen, maar soms zeer persoonlijk en ontwapenend en dat intrigeert haar.

Brands wijst op het autobiografische boek Weerzien dat in de kast achter Rovers staat en waarin een ander beeld van hem oprijst dan uit zijn archief blijkt.
Rovers zegt dat Büch een spel speelde met feit en fictie, dat hij overal een verhaal van maakte. Zijn leven was niet tragisch vanwege zijn zogenaamde opname in een jeugdpsychiatrische inrichting of de dood van zijn vermeende zoontje, maar omdat hij het zichzelf erg moeilijk maakte en daardoor vereenzaamde. Büch kon moeilijk duidelijk maken hoe hij het leven ervaarde en vergrootte daarom zijn ellende, zoals door een akelig verblijf in een vakantiekolonie te veranderen in een langdurige opname in een jeugdkliniek. 

De correspondentie met zijn onvoorwaardelijke vriend Harry Prick neemt een grote plaats in het archief in. Prick schreef Een andere Boudewijn Büch (2005, zie foto), waarin hij schrijft dat hij de verzinsels van Büch doorzag. De dood van de zoon van Büch schokte hem evenwel. In zijn brieven uitte hij zijn plaatsvervangend verdriet. Het werd nogal pijnlijk toen bleek dat het verhaal niet klopte. Büch nam meer afstand, zegt Rovers.

Brands werpt op dat Büch een goed geheugen gehad moet hebben om feit en fictie uit elkaar te houden.
Volgens Rovers had Büch een fotografisch geheugen, maar werd hij soms ook door anderen gecorrigeerd. Ze vindt het psychologische label pseudologische fantastica niet op zijn plaats. Ze heeft met een schrijver te maken had die zijn verbeelding gebruikte.  

Brands brengt de vele kritiek op Büch ter sprake, die de schrijver opriep.
Rovers vindt dat veel gemaakte documentaires en boeken over Büch te weinig recht aan hem doen. Ze zijn humorloos en kinderachtig in hun oordeel. Met zijn vermenging van waarheid en leugen wist Büch veel mensen aan zich te binden. Men hing aan de lippen van deze verhalenverteller.

Brands merkt op dat Büch in Een boekenkast op reis (1999), een uitgave van Privé-domein, zijn eigen werk flauwekul vindt.
Rovers vindt het moeilijk te zeggen of dit clownerie is. Büch weet soms niet meer waar hij zichzelf gelaten heeft. Hij vond een uitweg in zijn reizen. De kinderlijke verbazing verliet hem nooit. Hij fantaseerde graag om ergens te zijn waar hij niet kon zijn.  

Rovers is haar werk niet beu. Iedere dag is een ontdekking. Het is bijzonder om zo intiem met iemand te zijn. Een vraag aan hem heeft ze niet, liever zou ze een avondje met hem op café gaan. Ze heeft nog geen titel voor haar biografie. Ze zou met alle informatie die ze heeft een schaduwboek willen schrijven dat In de schaduw van blauw zou heten.

Een deel van de boeken van Büch staat in het Teylers Museum in Haarlem. Eva Rovers vertelt vanmiddag over de bloemlezing Rond de wereld in 160 eilanden, die ze samenstelde op grond van de eilandverhalen van de schrijver. Vanmiddag is in Teylers ook het Büchkastje geopend.

Hier het kritische artikel Een manisch depressieve fantast van Rudie Kagie uit 2003 in Vrij Nederland over Büch, gevolgd door diens interview met Harry Prick uit 2005 waarin Prick Büch diens leugen over de dood van diens zoon niet vergeeft en een interview met deze zogenaamde zoon van Büch uit 2004, die eerder doodverklaard werd.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten