Van natiestaat tot stadsstaat
Politicoloog Benjamin Barber (New York, 1939) werd bekend
met het boek Jihad versus McWorld
waarin hij stelt dat twee tegenovergestelde krachten de democratie ondermijnen:
enerzijds de fundamentalistische godsdienst, anderzijds het kapitalisme. In
zijn nieuwe boek Als burgemeesters zouden
regeren komt hij op voor de stadsstaat.
Tijdens een praatje in de Nacht van de Filosofie op 18 april 2014,
uitgezonden in het progamma Dus ik ben van
Human, gaat hij verder op in op de grotere rol die burgers in de maatschappij
dienen te spelen. Hij begint ermee dat de democratie in een crisis verkeert en
wijst alvast vooruit naar de Europese verkiezingen later deze maand die een
sterke aanhang voor het eurosceptisme zullen tonen.
Het afbrokkelende vertrouwen in de instituties verwondert
hem niet. De natiestaat is niet in staat de problemen aan te pakken, want die
zijn grensoverschrijdend. Hij noemt een aantal van deze problemen, zoals de
klimaatverandering, de immigratie en het terrorisme. Ook de technologie is
mondiaal. De natiestaat is kortom te groot voor de democratie en te klein om
een machtsfactor te kunnen zijn.
Zijn voorstel is om terug te gaan van de natiestaat naar de
stadsstaat, van minister presidenten naar burgemeesters. In het oude
Griekenland was de stadsstaat al een succes. Het zelfbestuur is verloren gegaan
door schaalvergroting. De nationale soevereiniteit werkte gedurende vier eeuwen
goed maar is inmiddels aan zijn einde gekomen. Barber bepleit een terugweg naar
de gemeenschap waarin we opgroeien en leven. Daar worden ook de problemen van
alledag opgelost. Hij noemt Teddy Kollek, de burgemeester van Jeruzalem die in
de jaren tachtig tussen verschillende bevolkingsgroepen schipperde, als
voorbeeld. Het oplossen van problemen was belangrijker dan het spelen van
politieke spelletjes.
Hij noemt het, voor de zaal niet bekende,
samenwerkingsverband tussen burgemeesters, het UCLG, waarin steden met elkaar
samenwerken, zodat ook op wereldniveau problemen kunnen worden opgelost. In
zijn boek If majors ruled the world
schetst hij een raamwerk van de stadsstaat tot de zogenaamde kosmopolis.
In een interview met Florentijn van Rootselaar in Filosofie
Magazine nr. 4, 2014 vertelt Barber dat hij een echte stadsmens is. Steden
dienen als bouwstenen van de democratie, omdat natiestaten de problemen niet
meer kunnen oplossen. Hij noemt als voorbeeld Bogota waar een enorm
verkeersinfarct heerste dat door de burgemeester werd verholpen met speciale
rijstroken, alleen voor bussen.
Annemarie Jorritsma, burgemeester van Almere, heeft gemengde
gevoelens over het praatje van Barber. Ze houdt er niet zo van dat de burgemeester
wordt opgehemeld. De band van de burger met de stad is, gegeven de laatste
verkiezingen voor de gemeenteraad nou ook weer niet zo sterk. Luzette Wagenaar,
burgemeester van Waterland, vindt dat een burgemeester niet alleen praktisch
bezig is maar ook een bepaalde visie en een ideologie heeft. Deze kritiek laat
volgens mij niet onverlet dat de macht dichter naar de burgers moet. Het
kabinet Rutte brengt dit idee ook wel naar voren, maar helaas als
bezuinigingsmaatregel.
Hier
mijn verslag van een uitzending van Het
Filosofisch Kwartet over Identiteit en Europa waarin het verschijnsel
stadsstaat ook besproken wordt. Europa zou volgens literair historicus Joep Leerssen
geen legpuzzel moeten zijn van nationale staten maar een verbond van steden
zoals in de tijd van de Hanze.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten