Vlaams schrijver bouwt voort aan zijn oeuve
In het kader van een aflevering van Tijdgenoten, een reeks uitzendingen van omroep Lichtpunt spreekt journalist Piet Piryns met Erwin Mortier, die op
zijn 35-ste debuteerde met de zeer goed ontvangen roman Marcel en aan een oeuvre bouwt, door hemzelf zijn Bijbel voor
België genoemd. Hij heeft een globaal beeld van zijn alternatieve literaire
geschiedenis van zijn land, al sluit hij verrassingen niet uit. België is
volgens hem een intrigerende lap grond tussen grootmachten, waarvan we het
verleden nog onvoldoende kennen. Omdat hij pas na een paar maanden zijn eigen
romans begrijpt, valt Piryns hem niet lastig met de pas uitgekomen roman De spiegelingen.
‘Ik heb graag zinnen die ademen. De spanningsboog binnen
zinnen, binnen passages, het zijn dingen die ik geleerd heb door aan dat
klavier te leren intoneren.’ Met dit citaat begint de uitzending. De
beminnelijke Mortier twijfelde lang over de keuze tussen muziek of schrijven,
maar tenslotte was de drang om te schrijven het hardnekkigst. Hij kent niet een
hiërachische indeling, zoals Jeroen Brouwers die muziek de adelaar onder de
kunsten noemde. Ook schilderkunst kan hem zeer boeien. De verbetenheid waarmee
schilders, zoals in het Prado, iets van zichzelf uitbeelden ervaart hij als een
schouderklop. Piryns noemt taal zowel een voertuig als een verkeersdrempel maar
dat wordt door Mortier zo niet gevoeld. Taal moet net als muziek leven. Hij
schrijft deels met de hand, deels op de machine en laat het dan voorlezen door
zijn echtgenoot, die altijd erg kritisch is.
Piryns stelt dat Mortier een plattelandsschrijver werd
genoemd en vraagt hoe Mortier dit zou waarderen, maar Mortier weet niet of dit
klopt.
Piryns komt hem tegemoet met de opmerking dat alle
literatuur universeel is maar dat Mortier in zijn eerste drie romans wel een sterk
beeld gaf van een België dat verleden tijd is.
Mortier antwoordt dat hij het sociaal realisme te weinig
gezien heeft in de Vlaamse literatuur. Hij refereert aan zijn dorp Hansbeke dat
een kasteel heeft met een graaf en lang onder diens invloedssfeer verkeerde.
Vervolgens schreef hij Godenslaap
over de Eerste Wereldoorlog waarmee hij in 2009 de Ako literatuurprijs won.
Hij weet niet waarom schrijvers in België nu pas toekomen aan de verwerking van
die tijd. Waarschijnlijk had men niet eerder de mogelijkheid om dit trauma te
verwerken. Het land was leeggevreten en men is goed in zwijgen.
Tijdens een herdenkingsdienst op 11 november 2010 in de
provincie West Vlaanderen stelde hij dat de geschiedenis geen conclusies kent,
maar altijd inzet blijft van het debat en het gesprek erover.
Oorlog is het beste wat je kan overkomen, zegt een personage
in Godenslaap. Mortier denkt daarbij aan vrouwen die in de oorlog meer
zelfstandigheid kregen. Hij vertaalde uit het Engels drie dagboeken van
oorlogsverpleegsters die moeilijk te publiceren waren omdat ze niet voldeden
aan het beeld dat van hen bestond. Ze waren nogal nuchter bezig met hun zware
werk.
Over zijn openlijke homoseksualiteit merkt hij op dat hij
toen al met één been buiten het dorp stond waar men overigens tolerant was
tegenover homo’s. De slagersjongen was het ook en had altijd leuke conversaties
met de dames in de slagerij. Zelf had hij een gelukkige jeugd. Er was alleen in
zijn familie de schaamte over de collaboratie van een broer van zijn
grootvader. Zelf had hij daar geen last van. Hij vindt het te gemakkelijk om
een oordeel te vellen over de collaborateur. Dat is ook niet de functie van de
literatuur. Die probeert zich in te leven in het verleden en stelt de vraag: wat
zou ik in dit geval gedaan hebben?
Piryns komt te spreken over Gestameld liedboek dat over de ziekte Alzheimer van zijn moeder
handelt, die zwaar aan de gezinsbanden trok. Haar zoeken naar het woord ‘boek’
vormde voor hem een geschikt begin. De schuldgevoelens die haar opname
teweegbrachten beklemmen hem zo te zien nog steeds. Zijn eerdere stelligheid dat
hij er zelf een eind aan zou maken als hij in die omstandigheid verkeerde,
neemt Mortier wat terug. Wel vindt hij dat wij onze mening over de ouderdom moeten
herzien en de oudere generatie niet moeten debiliseren.
Tijdens de herdenkingsdienst van Hugo Claus uitte hij
onomwonden zijn kritiek op kardinaal Danneels die vlak na de dood van Claus had
gezegd dat euthanasie geen heldendaad is. Mortier zei dat hij zich moest
schamen voor deze uitspraak, waarin hij het lijden verheerlijkt. Overigens
vindt hij het niet de taak van de schrijver zich te mengen in het publieke
debat. In zijn werk komt zijn visie beter tot zijn recht. Desalniettemin vindt
hij het soms zijn burgerplicht om zich uit te spreken. Hij gelooft niet in het einde
van België, maakt zich wel zorgen over de democratische ontwikkeling, ook in de
Europese Unie maar is niet pessimistisch over de toekomst.
Hier de
website van Erwin Mortier met veel artikelen waaronder een link naar de lezing die
hij op 11 november 2010 hield met als titel Het
herdenken herdenken, iets waar het Nederlandse Comité 4 en 5 mei zich op
dit moment ook over buigt. Overigens deed de link het bij mij niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten