Lieve Joris veroverde de wereld en straks misschien ook nog Neerpelt
Bob den Uyl (1930-1992) was een schrijver van reisverhalen met
een bijzondere sfeer. Helaas is deze eigenzinnige melancholicus te vroeg overleden.
Hij wordt jaarlijks herdacht met een prijs die naar hem vernoemd is. Dit jaar
waren de genomineerden voor het beste Nederlandstalige reisboek uit het
afgelopen kalenderjaar in alfabetische volgorde:
Joris van Casteren – Het been in de IJssel
Marcel van Engelen – Het kasteel van Elmina
Raoul de Jong – De grootsheid van het al
Lieve Joris – Op de vleugels van de draak
Rudi Rotthier – De naakte perenboom.
Laura Starink – Duitse wortels
Wim Brands heeft ook andere bundels van Lieve Joris op tafel
liggen. Hij zegt tegen de winnares, die hij eerder dit seizoen al sprak over Op de vleugels van de draak, dat er sprake
is van een soort oeuvreprijs en of zij zich haar eerste buitenlandse reis nog
kan herinneren.
Lieve (1953) vertelt over de reis naar een Zwitsers kamp in
haar jeugd. Haar vader zette de kinderen op de trein in Leuven, omdat hij
Brussel met de auto niet in durfde. Als journaliste van de Haagse Post diende
ze verzoeken in om andere landen te bezoeken. Haar moeder was bezorgd maar dat
was een kwestie van wennen.
Brands vraagt wanneer het verlangen om te reizen ontstond.
Lieve vertelt dat ze werd geboren in een tijd waarin er
naast de vrije liefde een collectief verlangen om te reizen bestond. Dat was beter
dan in Neerpelt achter de kinderwagen te lopen. Haar zus Ria was drieëntwintig
toen haar moeder vreesde dat ze zou overschieten. Lieve was de eerste in het
gezin die met de traditie brak.
Brands wil weten hoe die reizen ontstonden, want ze deed dat
niet altijd in opdracht van de HP.
Lieve vertelt dat ze halftime voor de HP werkte, maar eerder,
rond haar twintigste, een paar jaar in de Verenigde Staten woonde waar ze
verliefd werd op een Palestijn die haar Libonan en Syrië liet zien. Tijdens een
later bezoek aan de Golfstaten wilde ze Midden Oosten specialist worden, zich
in de Arabische wereld verdiepen waar ze zich veel vrijer voelde en vergeten
waar ze vandaan kwam. Later kwam ze daarop terug. Ze ging terug naar Neerpelt
en werd geboeid door haar heeroom die in Congo werkte. Samen wandelden ze langs
het kanaal, haar heeroom brevierde en vertelde haar over de Congoboot die hem
naar Afrika vervoerde en over de zwartjes op hun blote voeten. Hij kon mooi
vertellen, verzon ook verhalen, net als zij zelf doet omdat mensen toch geen
beeld hebben van wat zich elders afspeelt.
Brands wil weten hoe zij zich in Congo een weg baant. Hij
brengt V.S Naipaul ter sprake die uit India wegging om elders een plek te
vinden waar hij zich thuis voelde.
Lieve zegt dat ze een tijdje met hem optrok in Trinidad en
in Amsterdam, dat Naipaul een moeilijke man was, maar ook lankmoedig. Tijdens
zijn reizen verkende hij alles wat in hem omging. Hij was hard voor zichzelf en
voor zijn omgeving en bracht haar af van haar naïeve opstelling over haar
functie in de wereld. Hij wilde dat men zich niet als slachtoffer zag maar als
een persoon die iets maakt van de omstandigheden waarin men geboren is. Ook de
Pool Kapuscinski leerde ze kennen. Dat was in de moeilijke jaren tachtig. Hij
was minder gekwetst dan Naipaul, groeide op in een gekoloniseerde plek en
voelde zich in Afrika gelukkig.
Brands vraagt of zij niemand kan zijn.
Niet meer in de hoofdstad van Congo maar nog wel op het
platteland, waar ze weer argwaan zal moeten overwinnen om samen te zijn met de
bevolking. Afrikanen die handelen met Azië hebben geen last van hun
slachtofferschap, zo schrijft ze in Op de
vleugels van de draak. Ze hebben afstand genomen van het westerse
paternalisme. Lieve beziet hun ambities door de globalisering tegenwoordig met
andere ogen. Tegenwoordig wendt Afrika zich zelfs weer tot het Westen voor
expertise die de Chinezen niet bezitten.
Brands vraagt zich af of Lieve met haar verhalen in Neerpelt
zal eindigen.
Lieve geeft toe dat ze haar hele leven ergens omheen
gedraaid heeft en dat ze haar schaamte daarover wil overwinnen met stijl,
namelijk door er met afstand over te schrijven. Wellicht gaat ze straks
stilzitten en nadenken over de verhouding schaamte en stijl in verband met haar
eigen innerlijk landschap. Ze komt nog wel in Neerpelt omdat ze met een zus die
het syndroom van Down heeft een huisje in de buurt huurt. Met de auto gaat ze
er niet heen. Haar vader heeft het wat dat betreft verder gebracht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten