Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



maandag 26 mei 2014

Lieve Joris wint de Bob den Uyl Prijs, VPRO-Boeken, 25 mei 2014



Lieve Joris veroverde de wereld en straks misschien ook nog Neerpelt

Bob den Uyl (1930-1992) was een schrijver van reisverhalen met een bijzondere sfeer. Helaas is deze eigenzinnige melancholicus te vroeg overleden. Hij wordt jaarlijks herdacht met een prijs die naar hem vernoemd is. Dit jaar waren de genomineerden voor het beste Nederlandstalige reisboek uit het afgelopen kalenderjaar in alfabetische volgorde:

Joris van Casteren – Het been in de IJssel
Marcel van Engelen – Het kasteel van Elmina
Raoul de Jong – De grootsheid van het al
Lieve Joris – Op de vleugels van de draak
Rudi Rotthier – De naakte perenboom.
Laura Starink – Duitse wortels

Wim Brands heeft ook andere bundels van Lieve Joris op tafel liggen. Hij zegt tegen de winnares, die hij eerder dit seizoen al sprak over Op de vleugels van de draak, dat er sprake is van een soort oeuvreprijs en of zij zich haar eerste buitenlandse reis nog kan herinneren.
Lieve (1953) vertelt over de reis naar een Zwitsers kamp in haar jeugd. Haar vader zette de kinderen op de trein in Leuven, omdat hij Brussel met de auto niet in durfde. Als journaliste van de Haagse Post diende ze verzoeken in om andere landen te bezoeken. Haar moeder was bezorgd maar dat was een kwestie van wennen.

Brands vraagt wanneer het verlangen om te reizen ontstond.
Lieve vertelt dat ze werd geboren in een tijd waarin er naast de vrije liefde een collectief verlangen om te reizen bestond. Dat was beter dan in Neerpelt achter de kinderwagen te lopen. Haar zus Ria was drieëntwintig toen haar moeder vreesde dat ze zou overschieten. Lieve was de eerste in het gezin die met de traditie brak.

Brands wil weten hoe die reizen ontstonden, want ze deed dat niet altijd in opdracht van de HP.
Lieve vertelt dat ze halftime voor de HP werkte, maar eerder, rond haar twintigste, een paar jaar in de Verenigde Staten woonde waar ze verliefd werd op een Palestijn die haar Libonan en Syrië liet zien. Tijdens een later bezoek aan de Golfstaten wilde ze Midden Oosten specialist worden, zich in de Arabische wereld verdiepen waar ze zich veel vrijer voelde en vergeten waar ze vandaan kwam. Later kwam ze daarop terug. Ze ging terug naar Neerpelt en werd geboeid door haar heeroom die in Congo werkte. Samen wandelden ze langs het kanaal, haar heeroom brevierde en vertelde haar over de Congoboot die hem naar Afrika vervoerde en over de zwartjes op hun blote voeten. Hij kon mooi vertellen, verzon ook verhalen, net als zij zelf doet omdat mensen toch geen beeld hebben van wat zich elders afspeelt.

Brands wil weten hoe zij zich in Congo een weg baant. Hij brengt V.S Naipaul ter sprake die uit India wegging om elders een plek te vinden waar hij zich thuis voelde.
Lieve zegt dat ze een tijdje met hem optrok in Trinidad en in Amsterdam, dat Naipaul een moeilijke man was, maar ook lankmoedig. Tijdens zijn reizen verkende hij alles wat in hem omging. Hij was hard voor zichzelf en voor zijn omgeving en bracht haar af van haar naïeve opstelling over haar functie in de wereld. Hij wilde dat men zich niet als slachtoffer zag maar als een persoon die iets maakt van de omstandigheden waarin men geboren is. Ook de Pool Kapuscinski leerde ze kennen. Dat was in de moeilijke jaren tachtig. Hij was minder gekwetst dan Naipaul, groeide op in een gekoloniseerde plek en voelde zich in Afrika gelukkig. 

Brands vraagt of zij niemand kan zijn.
Niet meer in de hoofdstad van Congo maar nog wel op het platteland, waar ze weer argwaan zal moeten overwinnen om samen te zijn met de bevolking. Afrikanen die handelen met Azië hebben geen last van hun slachtofferschap, zo schrijft ze in Op de vleugels van de draak. Ze hebben afstand genomen van het westerse paternalisme. Lieve beziet hun ambities door de globalisering tegenwoordig met andere ogen. Tegenwoordig wendt Afrika zich zelfs weer tot het Westen voor expertise die de Chinezen niet bezitten.

Brands vraagt zich af of Lieve met haar verhalen in Neerpelt zal eindigen.
Lieve geeft toe dat ze haar hele leven ergens omheen gedraaid heeft en dat ze haar schaamte daarover wil overwinnen met stijl, namelijk door er met afstand over te schrijven. Wellicht gaat ze straks stilzitten en nadenken over de verhouding schaamte en stijl in verband met haar eigen innerlijk landschap. Ze komt nog wel in Neerpelt omdat ze met een zus die het syndroom van Down heeft een huisje in de buurt huurt. Met de auto gaat ze er niet heen. Haar vader heeft het wat dat betreft verder gebracht.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten