Dieptepeilingen van de vrouwelijke geest
Het is altijd leuk om weer een nieuwe Britse schrijver te ontdekken
al publiceerde zij voor deze verhalenbundel al vier romans. Sarah Hall is een
groot talent is in een land bezaaid met talenten als Ali Smith, Jenny Diski en Rachel
Cusk.
Hall werd geboren in 1973 of 1974 - daar is Wikipedia zeker
nog niet uit - en debuteerde in 2002. Op de achterflap van De prachtige onverschilligheid staat dat ze zinnelijk proza schrijft
en met die term wordt precies uitgedrukt wat Hall doet.
In de zeven verhalen beschrijft ze met veel intensiteit het
rijke gevoelsleven van vrouwen, geconfronteerd met gevaren, moeilijke liefdes
en het ruige leven in Noord Engeland, maar net zo goed dat in Londen of
Finland. De hoofdpersonen kunnen moeilijk met hun emoties overweg. Ze willen
seks en liefde. Ze zijn bang en moedig. Ze hebben levensangst en gaan hun eigen
weg. Ze zijn uit het leven gegrepen, net als de gebruinde lange meisjes, die in
het openingsverhaal in het café bedienen, de delicate balans tussen slet en
schoonheidskoningin proberen te behouden.
Dat verhaal heet Slagersgeur
en gaat over een familie van ruziezoekers, travellers genoemd, in Noord Engeland. Het wordt verteld door Kathleen
die bevriend is met Manda, de stoere dochter van de familie. Ze gaat vaak bij
hen op bezoek en ziet eens op de terugweg een zwaar gewond, verwaarloosd paard
bij een boer. Samen met Aaron, de broer van Manda gaat ze erop af, maar die
stuurt haar weg, waarna wraak volgt op de boer.
In het titelverhaal De
prachtige onverschilligheid wacht een vrouw, een schijfster na haar lezing
in haar hotelkamer op haar minnaar, een medicus in een ziekenhuis, die laat is.
Haar vriendinnen keuren de relatie af, maar zij is pathologisch eenzaam en hij
wil haar opvreten.
Verder is er een prachtig je-verhaal over een vrouw die uit
een moeizame relatie met een boer naar een oude schoolvriendin in Londen vlucht
die in de uitgeverswereld zit. De vrouw zit tussen de dode bijen in haar tuin. ‘Je
denkt aan hem, vraagt je af wat hij nu doet. Of hij het wel redt. Of het goed met
hem gaat. Of het hem spijt. Of hij weet dat dat bankroete, licht ontvlambare
hart van jou misschien nog steeds van hem is en dat je even zinloos in dit
nieuwe leven ronddraait als een afgevallen tractorband.’
Er is een intrigerend verhaal over de seksueel onbevredigde Hannah
die door een vriendin naar een Bureau wordt gestuurd, waar men vrouwen aan hun
gerief laat komen, maar het mooiste verhaal vond ik Vuotjärvi, waarin een stel in een houten zomerhuis in Finland vakantie
heeft en de man na sauna een eilandje in het meer probeert tracht te bereiken en
de vrouw hem bezorgd achterna gaat met roeiboot, maar helaas vergeet de afsluiter
mee te nemen waardoor boot water maakt.
De taal is groots en origineel, zoals de lucht die verkreukelt
of een vriendschap die eerst een beetje scheef is als een boom. De details zijn
betekenisvol, zoals over die vriendin die aan Hannah Het Bureau adviseert. ‘Ze
zat met haar hand om de porseleinen beker en haar duim streelde het donkere lippenstiftvlekje
op de rand.’ Ze schrijft zonder aanhalingstekens waardoor ze vaart geeft aan de
inhoud van de door Wim Scherpenisse vertaalde verhalen.
Het is alleen jammer dat de vrouwen soms erg op elkaar
lijken waardoor het voor de lezer moeilijk is hen in de verschillende verhalen
uit elkaar te halen. Maar dat nadeel valt in het niet bij de dieptepeilingen
van de vrouwelijke geest die Sarah Hall uitvoert.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten