Liefde komt door zorgzaamheid
Ver van de boom
heeft als ondertitel Als je kind anders
is. Andrew Solomon interviewde meer dan driehonderd ouders en schreef daarna
over hun leven met hun kinderen en hun handicaps. Eerder schreef hij een lijvig boek
over depressies, dat zeer de moeite waard is. Net als daarin vertrekt hij ook in Ver van de boom vanuit een persoonlijke geschiedenis, namelijk
vanuit zijn verlangen om zijn ouders te vergeven die zijn homoseksualiteit niet
konden accepteren. Volgens Solomon zijn acceptatie en liefde twee verschillende
grootheden. Het eerste is een proces dat iedereen doormaakt die kinderen
opvoedt, waarbij gevoelens van vervreemding onontkoombaar zijn.
In verband met een artikel in de New York Times over
doofheid bezocht hij clubs en theaters voor doven en kwam erachter dat ze
leefden in een cultuur die vergelijkbaar is met homoseksuelen die door hetero’s
worden opgevoed. Dat bracht hem op twee verschillende soorten identiteit, de
verticale die men meekrijgt van de ouders en de horizontale die men opdoet in
de peergroep, als dat nou om criminelen gaat of om mensen met het syndroom van
Down. De scheidslijnen tussen ziekte en identiteit zijn dun. De horizontale
identiteit werkt isolerend (en stigmatiserend zou ik eraan toevoegen, rs).
Solomon werkte elf jaar aan het boek. Zijn vraagstelling
veranderde in de loop van de tijd en ging over de liefde voor het kind en de
betekenis die men gaf aan de handicap. Een moeder van een zwaar gehandicapte
zag haar kind als een geschenk. Soms was het moeilijk en pijnlijk om door te vragen,
zoals over kinderen die verwekt waren door een verkrachter. Een moeder vertelde
daarover dat ze tegen haar moederinstinct moest ingaan om haar kind verder te
helpen. Men putte ook hoop om hun verdriet met anderen te delen.
De bewogen Solomon schreef vanuit zijn eigen dubbele
ervaring van een dyslecticus en een homoseksueel. Terwijl het eerste probleem
te verhelpen was diende het tweede geaccepteerd te worden. In zijn boek
onderzocht hij het grijze middengebied tussen de beide polen. Zijn onderliggende
vraag was of men het kind kon accepteren. Hij sprak met de Robards uit New York
die vertelden dat hun leven meer inhoud had gekregen door hun kind met het
syndroom van Down. De Klebolds waren de ouders van Dylan, een van de teenagers
die een schietpartij veroorzaakten in de Colombine Highschool. De vader had zijn
zoon, als dat mmogelijk was, gevraagd wat hem bezielde, zijn moeder denkt dat
ze liever niet getrouwd was als ze het over mocht doen, maar zou anderzijds
haar verdriet niet hebben willen missen.
Solomon zegt dat dankbaarheid vooral geldt bij ouders die
betekenis konden geven. Op elk kind is wel iets aan te merken. Het gaat erom de
gebreken te accepteren. Dat kweekt en schept een band.
There’s a crack
in everything, that’s where the light comes in, zegt Wim Brands.
Solomon haalt een moeder van een overleden gehandicapte zoon
aan, die twee keer afscheid van hem nam. Eerst van het kind dat ze wilde,
daarna van de zoon van wie ze hield.
We worden vrij door toe te geven aan onze hulpeloosheid,
stelt Brand vast.
Solomon is het daarmee eens. Als men doorkrijgt dat therapie
niet werkt kan dat voor bevrijding zorgen. Volgens de soefi Rumi is de wond de
plaats waar het licht binnenkomt, maar het gaat niet vanzelf, zegt Solomon. Het
is hard werken. Men is vaak eerst wanhopig voordat men met het kind leert
omgaan.
Zijn nieuwe boek gaat over gewonere gezinnen in de tijd dat
vrouwen gaan werken. Wat betekent dat voor de gezinsverhoudingen en hoe werkt
dat uit in andere gezinsstructuren zoals die van alleenstaande ouders of homoseksuele
ouderparen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten