Carré steelt de show, maar staat aan het eind met lege
handen
Theater Carré viert dit seizoen zijn 125 jarig bestaan. Hoe
kwam dit majestueuze theater aan de Amstel aan het eind van de negentiende eeuw
tot stand? Leo de Boer schetst een portret van Oscar Carré, de grondlegger van het
theater, aan de hand van archiefbeelden, dagboekfragmenten en gesprekken met
familieleden en andere betrokkenen, zoals Mariëtte Wolf, biografe van de geschiedenis van
Carré en een conservator.
Oscar werd geboren in het circustheater, zat al vroeg op een
paard en deed de act met het paardencarroussel, waarbij hij meerdere Trakhener paarden
tegelijk de voorbenen liet heffen. Zijn vrouw Amalia deed de dressuur. Ook
speelde hij viool terwijl hij op twee paarden stond, iets wat zelfs niet bij
het veel grotere Duitse circus Renz te zien was. Hij deed ooit een weddenschap
met Renz over het aantal paarden dat men tegelijk kon laten steigeren en die
werd door hem gewonnen.
Circus Carré reisde door heel Europa en deed jaarlijks Amsterdam
aan. Na de treinreis sloeg men onder veel bekijks van een begeesterd publiek, de
tenten op op het Amstelveld. Die waren nog van hout. In 1864 voor het eerst,
weet de biografe. Koning Willem III verleende Oscar een koninklijk predicaat. Deze
status gaf hem meer aanzien en het verhief het bedrijf boven het ordinaire
circus, zegt de conservator.
Maurice Carré sr. is een klein kind van Oscar, Louann is
zijn dochter. Samen bekijken ze de stamboom van de familie met daarin de Carré-sisters
die aan acrobatiek deden. Ze herinneren zich de treinreizen gedurende dertien
jaar met de hele familie. Ondanks het harde werken was het een mooie tijd. Louann
werkte aan de trapeze en liet zich aan haar haren ronddraaien. Ze is
geobsedeerd door de geschiedenis van de circusdynastie en zegt dat de liefde
voor het circus bij circusmensen nooit overgaat. Als alles lukt is dat een
geluksgevoel dat niet uit te drukken is, nog eens versterkt door het
publieksapplaus.
David Bronkhorst schreef Het geheim van Carré. Hij is de kleinzoon van clown August de Domme,
die in het circus Carré speelde en een goede vriend was van Oscar, te meer
omdat ze beiden paardenliefhebbers waren. Hij deed een act waarbij hij bijna
van een steigerend paard viel, een hele kunst.
Volgens hem had Oscar een relatie met koningin Sissi van
Oostenrijk. Hij trainde haar en kreeg een Lippizaner paard cadeau. Louann is
van een relatie niet overtuigd. Sissi’s man Franz Joseph deed Oscar een mooie
pijp cadeau.
In 1873 opende Oscar een stenen gebouw in Wenen en in 1887 het
stenen Carré in Amsterdam. De gemeente hield de locatie lang af, maar tenslotte
kwam zijn droom toch uit. Drie jaar later gebeurde er en ramp. Op weg van Den
Bosch naar Hannover crashte de trein. Amalia verloor hierbij het leven en een
aantal kinderen raakten gewond, net als August de Domme die daarna nooit meer
kon optreden.
Vier dagen later werd er weer een voorstelling gedaan, waarbij
Oscar een verband om zijn hoofd droeg. The
show must go on, zegt Louann. Volgens Bronkhorst betekende de ramp het
einde van het circus. Mensen wilden een verhaal horen. Oscar kwam hen tegemoet
met verhalen over cowboys en indianen, spectaculaire vondsten als een ijsbaan of
een meer en zelfs vertoonde hij films, bijvoorbeeld over de intocht van koningin
Wilhelmina, maar uiteindelijk was er geen houden aan met het verwende publiek, dat
liever naar de film ging.
Bronkhorst vertelt over het gerucht dat Oscar na een
voorstelling zijn paarden doodschoot, maar dat is gebaseerd op één
krantenbericht. Louann gelooft dat niet, of het moet uit liefde gebeurd zijn. Volgens
de biografe berust het op een mythe. Circus is magie. Louann zegt dat vele
elementen in het circus samenkomen en het publiek echt in vervoering kunnen
brengen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten